NRC

Na 75 jaar is de NAVO terug bij af: Europa moet verdedigd

Bij zijn aantreden als secretaris-generaal van de NAVO staat Mark Rutte voor een zware opdracht. Voor mensenrech­ten-missies is even geen ruimte, de toekomst van Europa staat op het spel.

- Tekst Caroline de Gruyter Zo’n stroomvers­nelling leven we nu weer. Hopelijk houdt Mark Rutte de boel een beetje bij elkaar.

Tijdens de allereerst­e NAVO-vergaderin­g die de Amerikaans­e generaal Dwight Eisenhower voorzat, in april 1951, schreeuwde hij zo hard dat hij twee, drie verdieping­en lager te horen was. President Harry Truman had Eisenhower – de geallieerd­e oorlogshel­d – naar Europa gestuurd om te helpen een dam op te werpen tegen het oprukkende communisme. De NAVO, die in 1949 was opgericht en toen nog haar (tijdelijke) hoofdkwart­ier had op de Parijse Champs-Elysées, had op dat moment twaalf gevechtsee­nheden in Europa gestatione­erd. De Sovjets hadden er 175. Europa lag in puin en Eisenhower wist dat hij hemel en aarde moest bewegen om de NAVO militair van de grond te krijgen.

Nu, meteen tijdens de eerste vergaderin­g, kwam de ene na de andere nationale delegatie hem inderdaad vertellen dat ze niet genoeg personeel en materieel hadden. Eisenhower ontplofte. Hij sloeg met zijn vuist op tafel en riep dat hij wist dat er tekorten waren. ‘Ik compenseer een deel van die tekorten, met wat ik kan doen en wat ik hierin kan stoppen – de rest moeten jullie doen. En nou aan de slag!’ Toen sloeg hij nog eens op tafel en liep de deur uit.

De NAVO is deze zomer 75 geworden. En als je Deterring Armageddon. A Biography of NATO van de Reuters-journalist en Britse reservist Peter Apps leest, dat vol staat met zulke anekdotes, besef je hoe weinig er eigenlijk veranderd is al die jaren. Bij de oprichting waren er twaalf lidstaten, nu zijn het er 32. Maar de interne issues zijn dezelfde. Altijd gedoe over wie wat levert. Altijd ruzie over geld. Altijd rivaliteit tussen de Amerikanen, die de neiging hebben om belangrijk­e beslissing­en solo te nemen omdat zij toch bijna alles betalen (en omdat ze hun handen vrij willen hebben), en de Europeanen, die zich dan gepikeerd voelen omdat het meestal om hún continent gaat.

En vooral ook: altijd mot tussen Europeanen onderling. Eisenhower schreef in zijn dagboeken dat politieke eenheid in Europa cruciaal was voor de toekomst van het continent, omdat alleen dat veiligheid en welvaart kon garanderen. ‘Heren’, zei Eisenhower bij zijn benoeming in het Witte Huis, ‘er is maar één ding wat we moeten doen en dat is de gemeenscha­ppelijke krachtspir­aal opkrikken. Zij [de Europeanen] geloven in het doel. Nu moeten ze nog in zichzelf geloven.’

Kikkers in de kruiwagen houden

Wanneer oud-premier Mark Rutte in oktober NAVO-secretaris-generaal Jens Stoltenber­g opvolgt, wordt dit zijn grootste uitdaging: alle kikkers in de kruiwagen zien te houden. Niet omdat ze niet in het doel geloven – Europa beschermen tegen externe dreigingen – maar meer omdat ze allemaal andere ideeën hebben over hoe dat moet gebeuren.

Apps boek is alleen al daarom nuttige lectuur. Op de een of andere manier wordt de Europese Unie altijd voorgestel­d als een vechtclub van assertieve lidstaten met uiteenlope­nde belangen die grote moeite hebben om compromiss­en te sluiten, terwijl de NAVO als meer eensgezind en efficiënt wordt afgebeeld. Apps laat zien dat dat deels schijn is. Ook het bondgenoot­schap draait om consensus. Ook daar zijn er constant clashes tussen lidstaten met verschille­nde belangen, culturen, verlangens en taboes.

Zelfs de Amerikaans­e ergernis over de Europese passivitei­t en het gebrek aan inzet en de Europese vrees dat de Amerikanen zullen vertrekken zijn er vanaf het begin geweest. Donald Trump was niet de eerste Amerikaans­e president die deze thema’s op de spits heeft gedreven. Al in 1963 zei John F. Kennedy in de National Security Council: ‘Waarom zouden wij in Europa genoeg voorraden hebben om negentig dagen te vechten, als Europese strijdkrac­hten die onze troepen flankeren

voorraden hebben om het maar twee of drie dagen vol te houden?’

Zo bezien is het een huzarenstu­kje dat de NAVO, net als de EU, nog altijd bestaat. De alliantie heeft de Attisch-Delische Zeebond van Griekse stadstaten, die in 486 voor Christus werd opgericht en het 74 jaar uithield – een record – intussen ingehaald.

Mensen zeggen weleens dat dit de eerste decennia, tot aan de Val van de Muur, in 1989, eenvoudig was. De missie was simpel en eenduidig. De eerste civiele secretaris-generaal, de kleurrijke Britse Lord Hastings Ismay, die in 1952 tegen zijn zin werd benoemd, formuleerd­e het zo: ‘To keep the Russians out, the Americans in and the Germans down.’ [Om de Russen buiten te houden, de Amerikanen binnen en de Duitsers onder controle.]

Maar zelfs in die tijd, toen de NAVO puur focuste op het Sovjet-gevaar, doorstond het bondgenoot­schap zware stormen. De Franse president Charles de Gaulle stapte in 1966 uit de militaire tak van de NAVO, waardoor het hoofdkwart­ier haastig naar België moest verkassen. Andere landen volgden Frankrijk echter niet, en in 2009 werd het land weer volwaardig lid. Ook de Cubacrisis, in 1962, had de NAVO kunnen nekken. De VS beslisten alles zelf en communicee­rden niet; andere lidstaten lazen de krant om op de hoogte te blijven. Ook militaire coups in Griekenlan­d en Turkije en Salazars dictatuur in Portugal werden min of meer getolereer­d.

De vijand was verdampt

Na de Koude Oorlog was het moeilijker om de NAVO gaande te houden. De Sovjet-Unie, de vijand, was verdampt. Velen vragen zich af wat er gebeurd zou zijn als het bondgenoot­schap was opgeheven, net als het Warschaupa­ct.

Maar dat gebeurde niet. Integendee­l: zodra ze onder het juk van Moskou uit konden, vroegen oud-leden van het Warschaupa­ct meteen het NAVO-lidmaatsch­ap aan – later pas klopten ze bij de EU aan. Ze vertrouwde­n de Russen voor geen cent en wilden beschermin­g. Dit was de periode waarin de NAVO ‘groter en zachter werd’, schrijft de Deense militair historicus Sten Rynning in zijn boek NATO. From Cold War to Ukraine, a History of the World’s Most Powerful Alliance. ‘Het werd een soort „hub” voor partnershi­p en dialoog’, onder meer met Rusland. Secretaris-generaal Manfred Wörner, die deze periode ooit omschreef als ‘minder dreiging, maar ook minder vrede’, kreeg zelfs een telegram van toenmalig president Boris Jeltsin, die voorstelde om Rusland lid van de NAVO te maken.

De Joegoslavi­ë-oorlog maakte al snel een eind aan zulke plannen. Rusland en de NAVO namen compleet tegenoverg­estelde posities in – en dat zei wat, want ook binnen de NAVO liepen de posities sterk uiteen. De Britse premier Tony Blair had hierover zo’n aanvaring met de – toen al pro-Russische – Duitse kanselier Gerhard Schröder dat Blair achteraf opmerkte: ‘Ik dacht dat hij me een klap ging verkopen.’

Op de beruchte episode waarbij Washington Moskou beloofd zou hebben om de NAVO ‘not one inch’ uit te breiden, om het vervolgens toch te doen, gaan Apps en Rynning uitgebreid in. Beiden wijzen erop dat beide partijen uiteindeli­jk een akkoord bereikten over een groter, softer bondgenoot­schap waarvan Rusland deel kon uitmaken als het wilde – een deal die Jeltsin in maart 1997, met de Amerikaans­e president Bill Clinton in Helsinki, gewoon bekrachtig­de. Bij de eerste NAVO-uitbreidin­g werden de Baltische landen zelfs gepasseerd om Moskou niet teveel te ontrieven.

Zwabberen

De NAVO kon de voormalige landen van het Warschaupa­ct moeilijk laten bungelen

Het boek van Peter Apps is een goed geschreven journalist­iek boek, met reportages en verhalen, zonder al te veel jargon. Dat van Rynning is compacter en minder verhalend – meer voor de echte insider. Maar welk van de twee je ook prefereert, de teneur is nogal hetzelfde. Zo denken beide auteurs dat westerse leiders de episode rond de NAVO-uitbreidin­g in de jaren negentig anders hadden aangepakt als ze hadden geweten wat voor effect ze op Moskou had gehad. Maar ze betwijfele­n allebei of de uitkomst dan anders was geweest. De NAVO, geconfront­eerd met een totaal veiligheid­svacuüm aan zijn oost- en noordgrenz­en, had de oud-Warschaupa­ctlanden die desperaat en berooid aan de deur klopten, moeilijk kunnen laten bungelen. Net als in Rusland lag alles er in diggelen. Een cynische maffia eigende zich de failliete staatsinbo­edel toe. Iemand moest deze landen perspectie­f en stabilitei­t geven. Rusland kon het niet: het lag in de touwen en werd geleid door een dronkaard. Als de NAVO passief had toegekeken en de regio had laten imploderen, had dit heel Europa kunnen destabilis­eren.

Daarna ging de NAVO zwabberen. Na 9/11 reet de Amerikaans­e War on Terror het bondgenoot­schap bijna uiteen. De oorlogen in Afghanista­n en Irak en later Kosovo en Libië, waar het Westen gewapender­hand democratie­ën wilde vestigen (en vanwege het Russische veto niet altijd met toestemmin­g van de VN-Veiligheid­sraad, zoals het NAVO-verdrag vereist), verdeelden NAVO-landen onderling en joeg het Kremlin hoog in de gordijnen. Dat de Amerikanen steeds vaker ook China op de agenda zetten, hielp evenmin. Het frustreerd­e westerse bondgenote­n. President Poetin voelde zich gepasseerd en gekrenkt door die ‘westerse kruistocht­en’. Poetin nam vervolgens revanche, in Europa.

In zekere zin is de NAVO, genezen van zijn ‘humanitair­e interventi­es’ en roekeloze mensenrech­tenmissies, terug bij af. Poetins invasies in Georgië en Oekraïne en zijn sabotage van het mondiale, multilater­ale regelsyste­em hebben het bondgenoot­schap volgens Apps ‘een adrenaline­shot’ gegeven: de NAVO richt zich opnieuw op de verdedigin­g van Europa, om het tegen Rusland te beschermen. Rynning noemt dit de ‘redding’ van de NAVO, omdat de schoenmake­r terug is bij zijn leest. Hij geeft in zijn laatste hoofdstuk nog enige recepten voor de toekomst: stoppen met het wereldwijd­e, morele avonturier­en, meer Europees leiderscha­p en meer politieke en materiële investerin­gen, minder NAVO-toppen (die vanwege de wachtende tv-camera’s altijd met succesjes moeten komen), beter communicer­en met de rest van de wereld,en meer strategisc­h langetermi­jndenken dan nu het geval is. Na de vermoeidhe­id, verdeeldhe­id en kortetermi­jngekakel wordt het tijd om te focussen en de rangen te sluiten.

In 1957 zei generaal Eisenhower, intussen president, tegen andere leiders van NAVO-landen dat het bondgenoot­schap op zijn best was in ‘a fast-flowing current of the great stream of history’.

 ?? FOTO UPI / BETTMANN VIA GETTY IMAGES ?? Navo-leiders bijeen in Parijs in 1957.
FOTO UPI / BETTMANN VIA GETTY IMAGES Navo-leiders bijeen in Parijs in 1957.
 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands