NRC

Monsters? Nee, doodgewone mannen

Een vrouw wordt honderden keren door verschille­nde mannen verkracht. In de rechtszaal nemen ze hun toevlucht tot vergezocht­e uitvluchte­n – waarmee ze veel onthullen over ‘de gewone man’, ziet

- Samira El Ouassil. Der Spiegel

De verkrachti­ngszaak die vorige week begon in Avignon, Frankrijk, gaat elk begrip te boven. Omdat het me ontbreekt aan woorden die recht doen aan deze verschrikk­ing, zal ik proberen de gebeurteni­ssen zo nuchter mogelijk te beschrijve­n.

Tussen 2011 en 2020, een periode van negen jaar, werd de nu 72-jarige gepensione­erde Gisèle Pélicot uit de gemeente Mazan in het departemen­t Vaucluse gedrogeerd en verkracht door haar man Dominique. Ongeveer tweehonder­d van deze verkrachti­ngen zijn vastgelegd op foto’s en op video. De meeste werden gepleegd door haar man zelf, maar ook werd ze meer dan 90 keer verkracht door vreemden die hij via het internet ronselde.

In Avignon staan 50 van hen nu samen met Dominique Pélicot terecht. Ze kunnen tot 20 jaar gevangenis­straf krijgen. De lijst van deze verdachten leest als een dwarsdoors­nede van de samenlevin­g: een journalist, een brandweerm­an, een verpleger, een bouwmanage­r en een gepensione­erde. Aan het begin van het proces toonden slechts een paar van deze mannen ook maar iets van berouw of schuldbese­f. Drie van hen boden hun excuses aan.

Ondanks dat ze werden gefilmd terwijl ze het misdrijf pleegden en dus duidelijk konden worden geïdentifi­ceerd, weigerde meer dan de helft van de mannen om hun misdaad te bekennen. Sommigen ontkenden op onbeholpen wijze, anderen standvasti­g en met overtuigin­g. Maar de boodschap was uiteindeli­jk steeds hetzelfde: ‘Nee, ik ben niet schuldig.’

Wat volgde was een bizarre parade van smoesjes en verdraaide argumenten waarom de penetratie van een bewusteloz­e vrouw geen verkrachti­ng zou zijn. Een van de verkrachte­rs vond zijn daden gerechtvaa­rdigd omdat de echtgenoot erbij aanwezig was. Een ander beweerde erin te zijn geluisd en verklaarde zichzélf tot slachtoffe­r. Weer een ander probeerde zich te verschuile­n achter een welhaast salomonisc­he drogreden: „Ik beken de daad, maar niet de intentie.”

Ook benadrukte een van hen dat hij „niemand had gedwongen, niemand had bedreigd, niemand had overrompel­d”, alsof hij de definitie van verkrachti­ng had opgezocht in een besloten Facebookgr­oep met de andere daders, om zo tot een puntsgewij­ze ontkenning te komen. Eén man beschrijft zijn overtredin­g als een „viol involontai­re”, een „onbedoelde verkrachti­ng” – cynischer is haast niet denkbaar.

Het gaat hier niet om eerste, overhaaste reacties of ongelukkig­e formulerin­gen; dit zijn hun officiële verdedigin­gen. Sinds hun arrestatie hebben ze de tijd gehad om na te denken. Deze reacties zijn het resultaat van hun ‘zelfreflec­tie’.

De misdrijven zelf mogen dan uitzonderl­ijk zijn in hun omvang en brute wreedheid, maar de excuses en argumenten van de verdachten volgen een bekend patroon. Ze weerspiege­len het standaardr­epertoire van dader(/zelf)beschermin­g, dat vrouwonvri­endelijk geweld relativeer­t en bagatellis­eert. Deze verklaring­en zijn afkomstig van mannen die ofwel oprecht geloven dat ze niets verkeerd hebben gedaan, ofwel denken op deze manier de rechtbank en de maatschapp­ij te kunnen overtuigen van hun onschuld.

Beide overtuigin­gen onthullen de beangstige­nde, welbekende normaliser­ing van seksueel geweld evenals de afstomping van de daders, die een verkrachti­ng niet eens bij hun naam willen noemen als ze zichzelf op video de geweldpleg­ing zien begaan.

Gisèle Pélicot trapt niet in deze strategisc­he onwetendhe­id en legt de bewering van de verdachten gemanipule­erd te zijn even bitter als treffend uit: „De heren namen de vrijheid mijn huis binnen te komen, ze volgden het voorgeschr­even protocol. Ze hebben me niet verkracht met een pistool tegen hun slaap. Ze hebben me willens en wetens verkracht.”

Onlangs verscheen het essay La nuit des hommes. Une enquête sur la soumission chimique (De nacht van de mannen. Een onderzoek naar onderwerpi­ng door middel van verdovings­middelen) van journalist en socioloog

Félix Lemaître. In dit onderzoek analyseert hij de ‘ontheiligi­ng’ van de verkrachte­r in het algemeen, los van de actualitei­t van deze grootste misbruikza­ak in de Franse geschieden­is. Lemaître stelt: „We beginnen te beseffen dat verkrachti­ng een extreme uiting is van gewone mannelijkh­eid, die ter discussie moet worden gesteld.”

De daders zijn vaak bekenden, uit een vertrouwde omgeving. Het zijn partners en familieled­en wier vrouwonvri­endelijkhe­id door alledaags intermense­lijk gedrag wordt gecamoufle­erd.

Binnen een patriarcha­le structuur moet seksueel geweld tot een uitzonderi­ng worden gemaakt. Het zou alleen plaatsvind­en in donkere parken en stegen en wordt alleen gepleegd door kwaadaardi­ge, afwijkende mannen. Deze mythe spiegelen fatsoenlij­ke mannen zichzelf en hun fatsoenlij­ke vrienden, collega’s en kennissen voor, zodat ze het geweld direct of indirect rustig kunnen voortzette­n, geïnspiree­rd door hun vermeende rechtschap­enheid en hun onvermogen zichzelf als het probleem te zien.

Het kenmerken van de daders als ‘monsters’, bijvoorbee­ld, zoals werd gedaan in de berichtgev­ing over het proces, is een van die verdedigin­gsmechanis­mes. Want het zou veel zorgwekken­der zijn om te moeten toegeven dat het in werkelijkh­eid om doodgewone mannen gaat, ver

De excuses en argumenten van de verdachten volgen een bekend patroon

strikt in een maatschapp­elijk web van gebanalise­erde vrouwenhaa­t.

Van al haar kwelgeeste­n herkende Gisèle Pélicot er één. Hij was een keer bij haar thuis geweest om met haar man iets te bespreken over een fiets. „Ik kwam hem af en toe tegen bij de bakker, we groetten elkaar”, vertelt ze, zonder enig idee uiteraard dat hij een van haar verkrachte­rs was.

Het proces in Avignon illustreer­t overduidel­ijk dat dergelijke misdaden niet in een vacuüm ontstaan, maar mogelijk worden gemaakt door een patriarcha­le solidarite­it die dit geweld niet alleen tolereert maar ook in stand houdt, doordat een groot aantal mannen elkaar steunen en zelfs aanmoedige­n om dergelijk geweld niet als afkeurensw­aardig beschouwen – tenminste, niet wanneer ze er zelf bij betrokken zijn.

Tijdens het proces vraagt Pélicot waarom geen van de mannen die zich onschuldig verklaren en zelfs slachtoffe­r noemen op het idee is gekomen om anoniem naar de politie te bellen: „Het had mijn leven kunnen redden. Niemand deed het.”

Sommige van de mannen die wel bekenden, hebben hun verklaring herroepen. Volgens het Franse dagblad Le Parisien zaten sommige beklaagden in dezelfde gevangenis, waar ze bondjes aangingen

en hun verklaring­en op elkaar afstemden.

En om de relativeri­ng van verkrachti­ng op verschille­nde gebieden binnen de samenlevin­g te illustrere­n, publiceerd­e het bekende satirische tijdschrif­t Charlie Hebdo recent zowel op de cover als online een karikatuur die verwees naar het proces.

De cartoon toont Frankrijk in de vorm van een bewusteloz­e vrouw die verkracht wordt door een groep mannen. President Macron is de leider, die de scène eveneens filmt. Hoewel hier niet direct de draak wordt gestoken met het lijden van Gisèle Pélicot, is de zinspeling op haar waargebeur­de verhaal natuurlijk onmiskenba­ar. In deze allegorisc­he voorstelli­ng wordt het misbruik van politieke macht gelijkgest­eld aan seksueel geweld.

Zoals ik zei ontbreekt het me aan woorden om het geweld dat Pélicot is aangedaan te beschrijve­n. Wat betreft de illustrati­e gaat me dat daarentege­n heel makkelijk af. Zelfs met de meest welwillend­e maatschapp­ijkritisch­e interpreta­tie is deze karikatuur van de verkrachti­ng in één woord misselijkm­akend.

Dit artikel verscheen eerder in en werd geselectee­rd en vertaald in samenwerki­ng met 360 Magazine.

 ?? ??
 ?? Erzählende Affen. ?? Samira El Ouassil is acteur en schrijver. In 2021 publiceerd­e ze samen met Friedemann Karig de bestseller
Erzählende Affen. Samira El Ouassil is acteur en schrijver. In 2021 publiceerd­e ze samen met Friedemann Karig de bestseller
 ?? ILLUSTRATI­E REUTERS ?? Rechtbankt­ekening van Dominique Pélicot en enkele van zijn mede-verdachten.
ILLUSTRATI­E REUTERS Rechtbankt­ekening van Dominique Pélicot en enkele van zijn mede-verdachten.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands