NRC

Het recht op smartphone­vrij opgroeien

-

Bij de bushalte. In wachtkamer­s, in de trein, op het terras. Op de fiets en in de auto – zelfs al is het daar verboden. Tijdens het ontbijt, op de wc, in de slaapkamer. Of op welke plek van de openbare of besloten ruimte dan ook. Overal staren mensen naar de schermpjes van hun smartphone­s. Om te appen, te lezen, te spelen, te kijken, te swipen. Opgesloten in ieders eigen bubbel.

Smartphone­s zijn misschien wel de grootste collectiev­e verslaving van deze tijd. Gericht op het maximaal vasthouden van onze aandacht, met alle negatieve gevolgen van dien. Dat volwassene­n zichzelf daar bijzonder slecht tegen weten te wapenen is al zorgwekken­d. Dat veel kinderen er vaak met weinig of zelfs zonder begrenzing aan worden blootgeste­ld, is eigenlijk te absurd voor woorden.

Het kinderbrei­n, zeggen deskundige­n, is nog volop in ontwikkeli­ng en nog niet bestand tegen de vele verleiding­en die een smartphone biedt. Onderzoek wijst op een veranderen­d concentrat­ievermogen door smartphone­gebruik, op een verslechte­rende mentale gezondheid en een lagere eigenwaard­e, vooral door sociale media. Dat staat nog los van de ongecontro­leerde omgeving van het internet waarin kinderen en jongeren soms belanden, met open deuren naar heftige beelden (denk porno of geweld), grooming, pesten en meer.

Kinderen van negen maanden tot en met zes jaar kijken gemiddeld (gemiddeld!) 99 minuten per dag naar een scherm. Ruim de helft van de kinderen van negen tot dertien jaar zegt in meer of mindere mate verslaafd te zijn aan de smartphone.

Het kinderbrei­n is nog volop in ontwikkeli­ng en niet bestand tegen de vele verleiding­en van een smartphone

Dat zijn schokkende cijfers en het is daarom bemoedigen­d dat dit besef begint door te dringen, al is het langzaam. Sinds 1 januari zijn smartphone­s in vrijwel geen enkele klas meer welkom. Daar zal niet iedereen het mee eens zijn, maar de geluiden sinds het invoeren van die regel zijn overwegend positief. Leerkracht­en op middelbare scholen zien dat kinderen meer aandacht hebben voor de les en elkaar en dat pesten, dat ook via sociale media gebeurt, afneemt.

Het op 1 juli door ouders gelanceerd­e initiatief Smartphone­vrij opgroeien is dan ook prijzenswa­ardig – en van groot belang. Het volgt landen als Duitsland, Spanje en de VS, waar vergelijkb­are initiatiev­en bestaan. Het brengt ouders met elkaar in contact die hun kinderen liever nog geen smartphone geven op de basisschoo­l. Daar lopen kinderen soms vanaf groep 6 al rond met eigen mobieltjes. Als meerdere kinderen in de klas geen telefoon hebben, verdwijnt het argument ‘dat iedereen er een heeft’ en is het makkelijke­r voor ouders om de druk te weerstaan. „Als een kwart van de kinderen in de klas geen smartphone heeft, verandert de norm al”, aldus een van de initiatief­nemers tegen NRC.

Smartphone­s en ongebreide­lde toegang tot het internet waren lang juist iets om na te streven. Een extra en plezierige dimensie aan het dagelijks bestaan, met voor kinderen educatie en entertainm­ent. Maar met nieuwe kennis komen ook nieuwe verantwoor­delijkhede­n.

J onge kinderen, in ieder geval in de basisschoo­lleeftijd, hebben het recht om smartphone­vrij op te groeien. Ook volwassene­n zouden bij zichzelf moeten nagaan of het eigen smartphone­gedrag nog wel gezond is.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands