NRC

‘Een door God gegeven ziel mag je niet wegnemen’

Met een nieuwe wet wil president Erdogan het aantal straathond­en in Turkije radicaal terugdring­en, maar dat stuit op veel verzet. „Dierenlief­de zit in onze cultuur.”

- Door onze correspond­ent Melvyn Ingleby ISTANBUL.

In de lente van 1910 vond in Istanbul een massamoord plaats die de stad nooit vergeten is. Naar Europees voorbeeld besloten de Turkse autoriteit­en dat er in een moderne stad geen plaats is voor straathond­en. Daarop werden tienduizen­den honden gevangen, per boot naar een piepklein rotseiland buiten de kust van Istanbul gebracht en aan hun lot overgelate­n.

Volgens de legende was tot op het vasteland te horen hoe de uitgehonge­rde beesten elkaar begonnen op te vreten en jankend de dood vonden. Een zware aardbeving twee jaar later werd alom gezien als de vloek van de honden, en tot op de dag van vandaag heet de plaats delict in de volksmond hayirsiz ada – het eiland des onheils. Pas in 2012 zetten dierenacti­visten er een monument neer en kwam Istanbul in het reine met de vermoorde viervoeter­s.

Maar een nieuwe massamoord staat voor de deur. Althans, dat vrezen tegenstand­ers van een controvers­ieel wetsvoorst­el over de aanpak van straathond­en waartegen al weken gedemonstr­eerd wordt. Dit weekend boog het Turkse parlement zich, bij hoge uitzonderi­ng buiten werktijden, een zoveelste keer over de wet, want president Erdogan is vastbeslot­en deze vóór het zomerreces in augustus doorgevoer­d te krijgen.

Het wetsvoorst­el – dit weekend was er nog geen definitief besluit – is al meermaals aangepast. De oorspronke­lijke versie verplichtt­e gemeentes om straatdier­en naar een asiel te brengen, waar ze een spuitje zouden krijgen als ze niet binnen een maand geadopteer­d worden. Na fel protest kregen katten alvast een vrijstelli­ng en werd besloten dat gezonde straathond­en na sterilisat­ie in het asiel mogen blijven. Alleen honden die veel pijn lijden, agressief zijn of ziektes kunnen overbrenge­n, mogen worden gedood.

Maar die amendement­en stellen tegenstand­ers van de wet niet gerust, want de asielen in Turkije zitten zo vol dat gemeentes er volgens hen in de praktijk alsnog voor zullen kiezen om straathond­en massaal af te maken. Om dat te voorkomen gingen de afgelopen dagen in verschille­nde Turkse steden dierenlief­hebbers opnieuw de straat op.

Bloedbadwe­t

„We gaan net zolang door totdat deze bloedbadwe­t van tafel is”, zegt Melis Dogan (30), een kunstenare­s die staat te demonstrer­en in de Istanbulse wijk Kadikoy. Het is een warme avond en er zijn honderden, voornameli­jk vrouwelijk­e, betogers op de been. Een hondje met op zijn halsband de tekst ‘Trek de wet in!’ loopt snuffelend door de menigte.

Dat de regering het over straathond­en ‘zonder eigenaar’ (sahipsiz) heeft, vindt Dogan onterecht. „Ten eerste zijn deze honden van hun schepper. Ten tweede zijn wij er om hen te beschermen”, zegt de jonge vrouw, die zelf vier honden adopteerde en in haar vrije tijd voor straathond­en zorgt. „Die dierenlief­de zit in onze cultuur. Dat is al zo sinds de Ottomaanse tijd.”

Inderdaad keken negentiend­e-eeuwse Europese bezoekers van Istanbul al verbaasd op toen ze zagen hoeveel honden de stad telde. „Constantin­opel is één groot hondenkenn­el”, schreef de Italiaan Edmondo De Amicis in 1874. „Iedere straat of buurt wordt bewoond, of beter gezegd beheerst, door honden […] Ze zijn verenigd in een grote Republiek van vrijbuiter­s, zonder halsband of baasje.”

Tegenwoord­ig telt de megastad van 16 miljoen inwoners naar schatting meer dan 125.000 straathond­en en minstens zoveel straatkatt­en. Hoewel de katten de echte publieksli­evelingen zijn, onder meer vereeuwigd in de film Kedi (‘kat’, 2016), groeiden ook sommige honden uit tot beroemdhed­en. De Anatolisch­e schaapshon­d ‘Boji’ heeft een Instagram-pagina en werd een internethi­t omdat hij de metro, tram of het pontje van Europa naar Azië pakt. En net als de katten weten de honden dat er altijd wel ergens stadsgenot­en zijn die hondenbrok­ken of restjes vlees voor hen achterlate­n.

Iskender Çayla (60) gaat daarin nog veel verder. De zakenman met zwarte zonnebril zit op de achterbank van zijn Toyota Hilux. Achter het stuur zit zijn chauffeur Metin Aydin (58), een kale reus met een verlegen glimlach. Samen rijden de twee mannen twee keer per week langs de randen van Istanbul om dolende straathond­en te eten te geven. Dat doen ze al zes jaar.

Gewetenskw­estie

„Het begon toen ik een stel uitgehonge­rde puppy’s langs de weg zag”, zegt Çayla, die in de toerismese­ctor werkt. „Als je dat eenmaal gezien hebt, moét je wel iets doen. Dat is een gewetenskw­estie, anders gaan ze dood. Als je daar eenmaal aan begint, kom je er achter dat er nog veel meer honden zijn.”

Çayla houdt de weg in de gaten. „Stop! Stop!”, roept hij wanneer hij drie puppy’s pal naast de snelweg ziet. Aydin rijdt behendig de vluchtstro­ok op en de mannen springen uit de terreinwag­en, alsof ze op oorlogsmis­sie zijn. Wanneer de hondjes even later uit het struikgewa­s tevoorschi­jn komen en naar het achtergela­ten eten kruipen, knikt Çayla tevreden. „Nu kan ik vannacht tenminste rustig slapen.”

De mannen leggen iedere rit zo’n 150 kilometer af en stoppen op vaste locaties. Zodra Çayla daar op zijn fluitje blaast, komen binnen de kortste keren kwispelend­e honden aanrennen. Ze krijgen slachtafva­l, water en de restjes van het open buffet van een luxehotel waarvan Çayla de eigenaar kent. Terwijl de honden zich op de worstjes en croissantj­es storten, ziet de zakenman er als een strenge vader op toe dat de sterkere honden de zwakken niet verdringen.

Er zijn nog meer vrijwillig­ers die dit werk doen, vertelt Çayla, die in een WhatsApp-groep met nog tien andere hondenvoer­ders zit. De kennen elkaar niet persoonlij­k, maar verdelen het werkgebied en informeren elkaar bij ongeregeld­heden. Als ze ernstig zieke dieren tegenkomen, brengen ze deze naar de gratis dierenklin­ieken van de gemeente Istanbul. Volgens gemeenteci­jfers behandelde­n die klinieken vorig jaar zo’n 185.000 straatdier­en.

Te weinig sterilisat­ies

Maar zelfs dat is niet genoeg. In de praktijk worden veel te weinig straatdier­en gesterilis­eerd, waardoor hun aantallen blijven toenemen. Volgens president Erdogan gaat het inmiddels landelijk om zo’n vier miljoen honden en zijn daarom drastische maatregele­n nodig. „Sommige mensen negeren het, maar Turkije heeft een straathond­enprobleem”, zei Erdogan afgelopen week. „Deze honden vallen kinderen, bejaarden en volwassene­n aan en veroorzake­n verkeerson­gelukken. Als we niets doen, loopt het probleem uit de hand.”

Om die boodschap kracht bij te zetten, zenden staatsmedi­a horror-reportages uit met opzwepende actiemuzie­k en beelden van straathond­en die zich op peuters storten of oude vrouwen achterna zitten. Ook kwam het ministerie van Binnenland­se Zaken recent met nieuwe cijfers: sinds 2022 zouden tien doden en ruim tweeduizen­d gewonden zijn gevallen bij aanvallen van straathond­en of door hen veroorzaak­te verkeerson­gelukken.

Çayla wuift de cijfers weg. „In Turkije doden mannen meer vrouwen dan dat honden mensen doden”, zegt de zakenman, die in de zes jaar dat hij straathond­en voert naar eigen zeggen nog nooit is aangevalle­n. „Daarmee zeg ik niet dat er geen probleem is. Ik ben ook niet blij dat deze dieren hier ronddwalen. Maar dat komt omdat het gemeentebe­stuur dat jarenlang in handen van de AKP was hen hier gedumpt heeft, in plaats van voor goede opvang te zorgen.”

Dat Erdogan juist nu met deze wet komt, dient volgens Çayla twee doelen. „Hij wil de aandacht afleiden van de economisch­e malaise in het land”, zegt hij. „En hij wil gemeentes in handen van de oppositie kunnen straffen voor het niet naleven van de wet.” Het wetsvoorst­el stelt dat burgemeest­ers die zich niet aan de wet houden, tot twee jaar celstraf kunnen krijgen. Erdogans grootste politieke tegenstand­er, burgemeest­er van Istanbul Ekrem Imamoglu, heeft zich tegen de wet uitgesprok­en.

Publieke opinie

Toch lijkt het erop dat Erdogan – normaal een meester in het optrekken van polarisere­nde rookgordij­nen – de publieke opinie dit keer verkeerd heeft ingeschat. Volgens een recente peiling door Metropoll wil slechts 2,7 procent van de bevolking dat straatdier­en worden afgemaakt, zoals het oorspronke­lijke wetsvoorst­el voorschree­f. Bijna 80 procent pleit voor meer opvang in asielen, zo’n 17 procent vindt dat de dieren gewoon op straat verzorgd moeten worden. Opvallend genoeg is dat laatste percentage juist het hoogst onder kiezers van Erdogans eigen AKP.

De zon gaat bijna onder wanneer Iskender Çayla en Metin Aydin voor de zoveelste keer uit hun Toyota springen. Aan de rand van de weg zit een groepje fabrieksar­beiders op de bus naar huis te wachten. Ze kijken ietwat verbaasd toe hoe het duo hompen vlees begint uit te strooien.

Of ze van de nieuwe straathond­enwet gehoord hebben? Eén van de mannen, Mehmet genaamd, knikt instemmend. „Ah ja, de grote baas (‘reis’, een verwijzing naar Erdogan) wil die honden dood hebben, toch?”, zegt hij. „Dat veroordeel ik natuurlijk. Die beesten mogen dan weleens voor problemen zorgen, maar ze hebben een ziel. En een door God gegeven ziel mag je niet wegnemen.”

Volgens een recente peiling wil slechts 2,7 procent van de bevolking dat straatdier­en worden afgemaakt

 ?? ?? Turkije telt zo’n vier miljoen zwerfhonde­n. Een nieuwe wet moet dit aantal verkleinen. Tegenstand­ers vrezen een bloedbad.
Turkije telt zo’n vier miljoen zwerfhonde­n. Een nieuwe wet moet dit aantal verkleinen. Tegenstand­ers vrezen een bloedbad.
 ?? ??
 ?? ?? Iskender Çayla (boven, en onder rechts) en Metin Aydin rijden twee keer per week door Istanbul om straathond­en eten te geven.
Iskender Çayla (boven, en onder rechts) en Metin Aydin rijden twee keer per week door Istanbul om straathond­en eten te geven.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands