NRC

Toen ‘Lieve Ben’ niet meer zo lief was

Politierec­hter Amsterdam

- Belaging Romy van der Poel

Marktkoopm­an Ben (72) wil graag „met het belangrijk­ste punt” beginnen. Hij zegt: „Zij was echt heel aardig tegen mij.”

Ben heeft het over zijn buurvrouw, die sinds eind vorig jaar de vierde verdieping in een pand van hem huurt. Ben steekt van wal, hij benadrukt dat er allerlei tekens waren. Het begon met berichten. „Eerst was het ‘Ben’. Daarna ‘beste Ben’ en toen ‘lieve Ben’.” En dan de afsluiting. „Ze eindigde haar berichten met ‘veel liefs’’’, zegt hij tegen de Amsterdams­e politierec­hter. „Een kruisje heeft ze nooit gestuurd, maar wel een mondje en een hartje. Bij elk appje!”

Hij wist dat ze „jonger was”, maar „iedereen is jonger dan ik”. Hij vroeg zijn buurvrouw mee uit eten, dat wilde ze wel. Ook van die avond herinnert Ben zich elk detail. „Op woensdag 1 november om 6 uur zijn we uit eten geweest”, zegt hij. „ Ze was heel sociaal naar mij toe. Onderweg zei ze al: wat rij je goed. Het was allemaal compliment­eus.” Hij vraagt haar waarom ze „op de vierde verdieping” is komen wonen. „Ze zei dat het niet klikte met haar ex.” Bij het afscheid gaf ze hem een knuffel. „Ik heb haar niet aangeraakt, zeker niet, ik hield mijn handen aan het stuur.”

Maar u dacht daar iets van, zegt de rechter.

„Ik dacht: die vindt mij meer dan aardig”, zegt hij. Hij snikt, en ratelt. „Ik heb met mijn overleden vrouw bij het graf afgesproke­n dat ik mensen een knuffel wil geven en naast ze wil zitten op de bank. Verder niets. C’est tout!”

We moeten toch even door, zegt de rechter.

„Ja, ik wéét waar u naartoe wil”, zegt hij. De dag na het etentje stelde hij voor om koffie te drinken. Morgen, zei ze. Maar als het zover is, zegt ze af. „1 november uit eten. 2 november geen koffiedrin­ken. 3 november komt haar ex langs.” Ben zag de man „vrijdag naar boven komen, zaterdag weer naar beneden. Jas dicht, sigaretje op. Hij bleek haar ex niet te zijn.” Zijn maag draaide om.

„De buurvrouw heeft een heel andere lezing”, merkt de rechter droogjes op. De buurvrouw zag dat hij eenzaam was en vond het gezellig om met hem te praten. „Mevrouw is een dertiger, ze heeft het uit aardigheid gedaan. Ze stuurde gewoon berichtjes met lieve...”

„Slaap zacht... stuurde ze!”, onderbreek­t Ben. „Valt dat onder normáál?! Vindt u dat ‘gewoon’?”

Toen de buurvrouw niet meer op de berichten van Ben reageerde, hing hij het trappenhui­s vol brieven. „De tekst was pittig”, erkent Ben. Wat erin stond, wordt niet benoemd, maar de wijkagent kwam langs voor een ‘stopgespre­k’.

De buurvrouw wilde eerst geen aangifte doen, ze had medelijden met Ben. Maar toen hing hij een brief in haar hal waarop stond dat ze twee keuzes had: of herstel van contact of verhuizen. „Géén politie”, stond er ook. „Je wordt al bedankt.” De buurvrouw begon zich af te vragen wat hij zou doen als ze niks zou laten horen.

Na een nacht in de cel ziet Ben wel dat hij te ver is gegaan. Het is niet wie hij is, zegt hij. „Als u weet hoe ik met mensen op de markt omga... ik bied ze een glaasje water aan als ze met een rollator lopen.” Hij benadrukt dat hij haar niet heeft aangeraakt. Ben zit op „de reserveban­k”, zegt hij. „En daar zal ik blijven zitten tot mijn dood.”

Zijn advocaat zegt dat Ben „een zwaar leven heeft gehad”. Sinds zijn vrouw acht jaar geleden overleed, voelt hij zich eenzaam. Hij heeft uitgezaaid­e kanker en de hormoonbeh­andelingen die hij ondergaat „maken het niet beter”. Omdat ze een portiek delen, komt Ben de vrouw nog steeds tegen. „Hij wil het liefst dat ze verhuist”, zegt zijn advocaat.

De rechter kijkt Ben streng aan. Verhuizen? „Ik zou het de omgekeerde wereld vinden als zij moet verhuizen omdat u zich heeft misdragen. Ze noemt zijn gedrag „ernstig grensovers­chrijdend. Het duurde lang voor u dat begreep.” De eis van de officier, een voorwaarde­lijke taakstraf van tachtig uur, vindt ze „heel redelijk”. Hij krijgt ook een contactver­bod. „De kern van de zaak is dat mevrouw met rust gelaten wordt.”

 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands