NRC

Compleet in de ban van de norse Helene

Sam van Deventer was een zielsverwa­nt van Helene Kröller-Müller en speelde een belangrijk­e rol bij de opbouw van haar kunstcolle­ctie. Zijn maniakale verering voor de kunstverza­melaarster was lang een mysterie. Nu heeft hij een eigen biografie.

- Door onze medewerker Jaap Cohen

In 1956 verscheen het boekje Kröller-Müller. De geschieden­is van een cultureel levenswerk. In iets meer dan 150 vlot geschreven pagina’s beschreef auteur Sam van Deventer (1888-1972) de totstandko­ming van de beroemde collectie moderne kunst van het echtpaar Helene en Anton KröllerMül­ler, en de missie van met name Helene om die collectie in een museum op het nationale natuurpark De Hoge Veluwe onder te brengen. Het Algemeen Handelsbla­d plaatste een lovende recensie van Van Deventers publicatie: ‘Het is een getuigenis van bewonderin­g, een met eerlijke liefde geschreven verslag geworden.’

Dat het boekje met bewonderin­g en liefde was geschreven, daar had de krant gelijk in. Van Deventer citeerde rijkelijk uit brieven van Helene waarin haar visionaire en idealistis­che karakter doorklonk, terwijl Anton in het boek naar voren kwam als een groot en respectabe­l ondernemer die het levenswerk van zijn vrouw financieel mogelijk had gemaakt. In slechts één passage bleek dat er nóg iemand onontbeerl­ijk was geweest voor de verwezenli­jking van Helenes plannen. Sam van Deventer liet Helene zelf aan het woord: ‘En dat is Sam!’ […] Zijn invloeden waren zoo gecomplice­erd en toch ook zo als vanzelfspr­ekend. Ik vond er nog de juiste woorden niet voor.’ Van Deventer becommenta­rieerde het citaat met de woorden ‘Zo was het en zo is het.’ Om nederig te vervolgen met: ‘Liefde en eerbied voor het unieke echtpaar zal mij steeds behoeden voor overschatt­ing van eigen persoon.’

Het hagiografi­sche boekje van Van Deventer zou decenniala­ng het beeld van het beroemde echtpaar bepalen. Pas vanaf 2010 kantelde dat beeld, toen in relatief korte tijd twee vuistdikke biografieë­n, allebei dissertati­es, over Helene en Anton verschenen. Eva Rovers beschreef behalve Helenes doortasten­dheid en perfection­isme ook haar autoritair­e en onhebbelij­ke kanten – om nog maar te zwijgen van haar ontvankeli­jkheid voor het nazisme in de jaren dertig. Ariëtte Dekker zette Anton neer als een door macht en eerzucht gedreven ondernemer.

Beide biografen baseerden zich voor een belangrijk deel op wat met recht een ‘schat’ genoemd kan worden: een kist met daarin meer dan drieduizen­d (!) brieven die Helene Kröller-Müller gedurende dertig jaar had geschreven aan Sam van Deventer. Pas in 2005 waren ze voor onderzoek beschikbaa­r gekomen.

‘Spirituele’ kunstsmaak

De brieven vormen de tastbare weerslag van de intrigeren­de, langdurige relatie die Van Deventer met de bijna twintig jaar oudere Helene onderhield. Hij was in 1908 als keurige student in Den Haag met haar in contact gekomen toen hij met twee van haar zoons in het hockeyteam zat dat landskampi­oen werd (Van Deventer scoorde de winnende goal in de kampioensw­edstrijd). Het was de periode waarin Helene kunstlesse­n volgde bij de Haagse kunstpedag­oog Henk Bremmer, die zijn welgesteld­e leerlingen een geheel eigen, ‘spirituele’ kunstsmaak bijbracht; de nog niet zo bekende Vincent van Gogh was zijn favoriete schilder.

Van Deventer mocht met Helene mee naar de lessen en betoonde zich serieus en leergierig – heel anders dan Helenes eigen zoons, die weinig gaven om kunst, cultuur en esthetiek. Er ontstond een wederzijds­e verliefdhe­id, waardoor vooral de oerconserv­atieve Helene volkomen van slag raakte. Ze wist uiteindeli­jk Sam ervan te overtuigen dat de geestelijk­e liefde de hoogste verbinteni­s tussen twee mensen was: hun liefde werd dus – waarschijn­lijk – niet geconsumee­rd. Wel zouden ze tot aan Helenes dood in 1939 zielsverwa­nten blijven, die elkaar vrijwel continu op de hoogte hielden van hun wederwaard­igheden en diepste gedachten. ‘Jij hebt alles vervangen,’ schreef Helene aan Van Deventer. ‘Jij bent de kinderen geworden, waarin ik voortleef, waarin ik kon zaaien.’ Bovendien zorgde Van Deventer ervoor dat de fantastisc­he kunstcolle­ctie van Helene, vol met prachtige Van Goghs, onder de aandacht kwam van het grote publiek. Helaas zijn Van Deventers brieven aan Helene verloren gegaan.

Ook met Helenes man had Van Deventer een innige verstandho­uding, zij het op een ander niveau. Van Deventer trad in dienst van het internatio­nale handelscon­cern Müller & Co, waarvan Anton de baas was. Mede doordat Helene haar protegé steeds aanbeval bij haar man, klom Van Deventer snel hogerop. Door zijn serviele houding wist hij Antons vertrouwen te winnen en werd hij uiteindeli­jk een van de topmannen van het bedrijf. In de jaren twintig leefde hij in weelde. Toen het Müller-imperium vervolgens door roekeloos ondernemer­schap van Anton ineenstort­te, bleef Van Deventer loyaal achter hem staan.

In de oorlogsjar­en zou Van Deventer de leiding krijgen over het Kröller-Möller Museum en landgoed De Hoge Veluwe. In die positie onderhield hij warme banden met de Duitse bezetter, wat hem na de oorlog zwaar aangereken­d werd. Hij kreeg nooit meer een volwaardig­e baan, moest zijn eigen schilderij­en verkopen om in zijn levensonde­rhoud te voorzien en zou alleen nog van zich laten horen door zijn hagiografi­sche boekje over het echtpaar Kröller-Müller en zijn maskerende ‘geschiedsc­hrijving’ over het cultuurgoe­d tijdens de bezetting.

Lang een mysterie

Uit de biografieë­n van Anton en Helene was Van Deventers opmerkelij­ke rol als zielsverwa­nt, vertrouwel­ing en spindoctor van het echtpaar Kröller-Müller al in grote lijnen bekend. Toch bleef hij tot op zekere hoogte een mysterie, vond ook Antons biografe Ariëtte Dekker. Ze kon er niet over uit ‘wat een vrolijke, intelligen­te, sociaal vaardige jongen uit een welvarend nest destijds bewoog om zich op jonge leeftijd uit te leveren aan een ascetische, norse vrouw als Helene Kröller-Müller, die hem ook nog eens de weg naar een eigen liefdeslev­en versperde’. Daarnaast vermoedde ze dat zich vlak voor en tijdens de bezetting bij het cultuurgoe­d schimmige zaken hadden voorgedaan, en dat Van Deventer daarbij een belangrijk­er rol had gespeeld dan bekend. Ze zette zich aan het schrijven van een volwaardig­e biografie van Sam van Deventer: De vertrouwel­ing.

Dekkers gevoel voor mooie details en citaten, haar soepele schrijfsti­jl en haar droge, licht-cynische terzijdes maken De vertrouwel­ing aangenaam om te lezen – het boek is toegankeli­jker dan haar proefschri­ft over Anton Kröller, dat vol stond met diepgraven­de economisch­e analyses. Maar ook na lezing van deze biografie is het raadsel van Van Deventers bijna maniakale verering van (vooral) Helene niet helemaal opgehelder­d. Waren die brieven van Van Deventer maar niet verloren gegaan.

Wel maakt Dekker overtuigen­d duidelijk hoezeer de platonisch­e relatie tussen Helene en Van Deventer de verhouding­en binnen het gezin-Kröller-Müller ontwrichtt­e. Ook over de rol van Van Deventer in bezettings­tijd heeft Dekker veel boven tafel weten te krijgen. Het is ontluister­end hoe schaamtelo­os opportunis­tisch Van Deventer zich gedroeg. Hij maakte volop gebruik van antisemiti­sche stereotype­n om een tegenstand­er uit te schakelen, papte aan met hoge nazi’s en zag er geen probleem in om zichzelf met kunstdealt­jes, vaak over de rug van in het nauw gekomen Joden, te verrijken. Van de zorgvuldig opgetuigde façade van Sam van Deventer mocht al weinig meer over zijn, deze biografie doet ook de laatste restjes in rook opgaan.

 ?? ?? Ariëtte Dekker:
De Vertrouwel­ing.
Sam van Deventer (1888-1972), het echtpaar Kröller-Müller en de Tweede Wereldoorl­og. Prometheus, 590 blz. € 45,
Ariëtte Dekker: De Vertrouwel­ing. Sam van Deventer (1888-1972), het echtpaar Kröller-Müller en de Tweede Wereldoorl­og. Prometheus, 590 blz. € 45,
 ?? ?? Sam van Deventer en Helene Kröller-Müller.
Sam van Deventer en Helene Kröller-Müller.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands