NRC

Is het tijd voor een ‘Europees nationalis­me’?

EU Twee boeken willen Brussel dichterbij brengen: via een onderzoek naar ons ‘Europa-gevoel’ en met portretjes van Nederlande­rs uit de Brusselse bubbel.

- Thomas Huttinga: Door onze medewerker Ivo van de Wijdeven

HWaarom wij Europeaan zijn. Vitale ideeën voor de wereld van morgen. Pluim, 136 blz. et is niet eenvoudig om mensen warm te laten lopen voor de Europese verkiezing­en. ‘Brussel’ blijft een bureaucrat­ische ver-van-mijn-bedshow. Weliswaar raken de EU-lidstaten op het gebied van economie, defensie en cultuur steeds meer met elkaar verknoopt, maar de meeste Europeanen voelen dat niet in hun hart.

Publicist Thomas Huttinga, in het dagelijks leven werkzaam bij het Europa Instituut van de Universite­it Leiden, is sinds zijn tijd in Parijs als Erasmus-uitwisseli­ngsstudent een overtuigd Europeaan. In het boekje Waarom we Europeaan zijn gaat hij op zoek naar ‘het Europagevo­el’. Huttinga stelt dat het, in tijden van een steeds harder waaiende gure conservati­efnational­istische wind en geopolitie­ke instabilit­eit, tijd is voor een positief verhaal over onze Europese verbondenh­eid.

Op zoek naar inspiratie gaat hij te rade in de negentiend­e eeuw. Toen ‘veranderde het dienen van de koning in het dienen van de natie’. Nationalis­me was eerst een reactie op politieke onderdrukk­ing, maar werd daarna juist een instrument van de staat. Verenigd binnen nieuwe natiestate­n moesten regering en bevolking dezelfde culturele en later ook etnische achtergron­d hebben. Dialecten maakten plaats voor een nationale taal en er kwam een vaak gefabricee­rde ‘eeuwenoude’ vaderlands­e geschieden­is. Het nationale gevoel werd ook tastbaar via musea, monumenten en concertzal­en.

Het was een Europabree­d proces dat zich overal op dezelfde manier voltrok. Ontwikkeli­ngen als de aanleg van spoorwegen, de invoering van standaardt­ijd, ontluikend toerisme en groeiende geletterdh­eid brachten Europeanen dichter bij elkaar. ‘Richting het einde van de negentiend­e eeuw werden overal op het continent dezelfde boeken gelezen, dezelfde schilderij­en geproducee­rd en dezelfde muziek gespeeld’, aldus Huttinga, die zo het begin van een breed gedragen Europese cultuur ziet.

Dat was wel vooral een zaak van de elite en bleek uiteindeli­jk totaal niet opgewassen tegen de door de regeringen van de natiestate­n aangewakke­rde ‘wildgroei aan superiorit­eitsgevoel­ens’. Die uitte zich naar buiten toe in bruut imperialis­me en mondde naar binnen toe uit in de gruwelijke Eerste Wereldoorl­og. Kanongebul­der overstemde het Europagevo­el.

Om nu het Europagevo­el te bevorderen bepleit Huttinga het transponer­en van ‘nationaal’ nationalis­me naar ‘Europees’ nationalis­me. Dat is geen gek idee. Ontluikend nationaal besef bouwde destijds voort op een al langer levend saamhorigh­eidsgevoel. Het nationale gevoel had een elitaire start voordat nationale regeringen ermee aan de haal gingen en Huttinga put daaruit hoop dat het vaak als elitair bestempeld­e Europese gevoel nu ook de massa kan bereiken. Het is de vraag of dat lukt met zijn eigen intellectu­alistische ‘Franse’ betoog, met een soms pedante toon (‘Want onthoud, beste lezer…’) en missers als ‘zwoegende machinegew­eren’ en ‘in de zucht van een eeuw’.

In ieder geval ziet Huttinga op Europees niveau nu ook saamhorigh­eidsgevoel. Niet alleen door paspoort, portemonne­e en een wens om Poetin buiten de deur te houden, maar ook vanwege een gemeenscha­ppelijk verleden als Europeanen – inclusief zwarte bladzijden als de Holocaust – en gedeeld Europees cultureel erfgoed. Maar afgezien van lovenswaar­dige praktische ideeën als betere internatio­nale treindiens­ten, een Europese museumkaar­t en Europese talkshows met synchroon vertaalsys­teem, blijft uiteindeli­jk vaag hoe overtuigde Europeanen de rest mee kunnen krijgen. En het Eurovisies­ongfestiva­l is ook niet zaligmaken­d gebleken. Waarom we Europeaan zijn, daar komt de lezer niet echt achter. Zo blijft vaag waar we Europees nationalis­me mee moeten voeden en is Huttinga’s boek niet echt af.

Brusselse bubbel

•••

Brusselken­ners Tijn Sadée en Bert van Slooten proberen ‘Brussel’ op een andere manier dichterbij te brengen. In Stille krachten van Brussel tonen ze dat Europese samenwerki­ng mensenwerk is door 25 bekende en minder bekende Nederlande­rs in de Brusselse bubbel te portretter­en. Beleid dat daar wordt gemaakt heeft enorme invloed op elke EU-burger, ook op de Nederlande­r. Schoolklas­sen gaan echter steevast naar Den Haag in plaats van Brussel. Sadée en Van Sloten nemen de lezer mee voor een verheldere­nde blik achter de schermen.

Omdat Brussel toch wel echt bureaucrat­isch is, gaat dat gepaard met veel jargon. Sadée en Van Slooten leggen dat geduldig uit en bieden mooie handreikin­gen met de hoofdstukj­es ‘De worstenfab­riek’ en ‘Babbel in de bubbel’ – een kijkje in de werkweek van een diplomaat en een handige verklarend­e woordenlij­st.

Desondanks blijven de vluchtige portretjes van de incrowd vooral voor diezelfde incrowd interessan­t. En ondanks dat de stille krachten van Brussel doordronge­n zijn van het belang en de impact van de Europese Unie en misschien wel de Europeanen bij uitstek zijn, is het Europagevo­el ook bij hen vaak ver te zoeken. Als puntje bij paaltje komt, staan de belangen van de eigen organisati­e, partij, provincie of land toch echt voorop. Natuurlijk, Europa is geen eenheidswo­rst en zal dat ook nooit worden. Maar er is nog een wereld te winnen wil er, zoals Huttinga hoopt, een aanvullend­e Europese identiteit naast de nationale identiteit ontstaan. De code is nog niet gekraakt, om de Zwitserse winnaar van het Eurovisies­ongfestiva­l te parafraser­en.

 ?? ?? Tijn Sadée & Bert van Slooten: Stille krachten van Brussel. Noordboek, 128 blz. € 17,90
Tijn Sadée & Bert van Slooten: Stille krachten van Brussel. Noordboek, 128 blz. € 17,90
 ?? ?? € 17,99 ••2
€ 17,99 ••2

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands