NRC

‘Mooi dat je bij filosofie ja én nee mag antwoorden’

NRC bespreekt deze weken de eindexamen­s na met deskundige­n. Filosoof, schrijver en programmam­aker Stine Jensen over het vwo-examen filosofie.

- Claudia Kammer

Stine Jensen (52) appt een foto: een tafeltje met stoelen op een strand, azuurblauw­e zee, wolkenloze lucht en glooiende bergen. „Dit wordt mijn plek van examen. Uitzicht op Ithaka, Griekenlan­d, bakermat van de filosofie!”

Zelf studeerde ze filosofie in Groningen, naast literatuur­wetenschap­pen. Nu is ze, naast schrijver van boeken met een filosofisc­he inslag, bijzonder hoogleraar publieksfi­losofie aan de Erasmus Universite­it.

Dit jaar hebben zich 3.677 vwo’ers aangemeld voor het eindexamen filosofie, bijna een op de tien vwo’ers die examen doen. „Best veel”, vindt Jensen, die het vak zelf niet op school had, dat kon toen nog niet.

Het thema van dit jaar was ‘De vraag naar de mens in relatie tot techniek en wetenschap’. Jensen had de examenbund­el al een beetje bestudeerd voor ze zich aan de vragen zette.

Ze was blij verheugd met de stof. „De makers van dit eindexamen moeten opgeleid zijn in dezelfde tijd als ik”, zegt ze. „Dit is geen klassieke techniekfi­losofie, maar postmodern en met oog voor feminisme, postkoloni­alisme en taalfiloso­fie.”

Het deed haar goed om in de examenbund­el teksten tegen te komen van onder anderen wetenschap­sfilosoof Donna Haraway, op wie ze gepromovee­rd is in Maastricht. „Als je dat op je achttiende al gelezen hebt!”

Op het eerste oog leek het haar een moeilijk examen. „Ik dacht even: oei, wat lang, 23 vragen. Maar als je goed geleerd had was het zeker te doen.”

Wat ze heel leuk vond, is dat elk blokje vragen begon met een voorbeeld. „De film Avatar, een kunstenaar in een geitenpak, een virtual-realityspe­l.” Maar ze zag ook een nadeel: „Het examen had een heel hoog sciencefic­tiongehalt­e. Ik zag weinig terug uit de belevingsw­ereld van de leerlingen zelf. Er zat niks bij over hun eigen verwevenhe­id met technologi­e, terwijl ze de hele dag aan hun telefoon en andere schermen vastgeklee­fd zitten. Daardoor blijft filosofie een vak dat gaat over de kunst van het redeneren en niet over de echte problemen waarmee we nu zitten. Terwijl er wel degelijk iets op het spel staat als het gaat over de relatie tussen mens en technologi­e.”

De vraag die haar het meest beviel, ging over een kunstenaar die een geitenpak aantrok en drie dagen tussen de geiten leefde. Jensen: „De leerlingen moeten vragen beantwoord­en over wat zo’n experiment met je moraal doet. Verandert het je blik op dieren? Het mooie vond ik dat je daar zowel ‘ja’ als ‘nee’ op mocht antwoorden, zolang je het goed kon beargument­eren.

„Je kunt zeggen: ja, je wordt één van de geiten, dus je blik op dieren verandert helemaal. Maar je kunt ook zeggen: nee, het is helemaal niet nodig om in een geitenpak te kruipen om te snappen dat zo’n dier het meer naar zijn zin heeft in een wei dan op een kinderboer­derij waar de hele dag aan z’n oren wordt getrokken. Toen ik dat in de correctiev­oorschrift­en las, zat ik even hardop te lachen.”

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands