NRC

Een podium voor de onzichtbar­e zee

In België zijn dit voorjaar drie triënnales: Beaufort langs de kust, in Brugge en in Kortrijk. Tientallen kunstenaar­s zijn gevraagd om nieuw, soms controvers­ieel werk te maken.

- Tekst Lucette ter Borg

VVanaf de Zeedijk en tussen de enkele duinpannet­jes door die niet aan vastgoedon­twikkeling ten onder zijn gegaan, heb je zicht op het Belgische deel van de Noordzee. Soms glanst ze grijs als zijde, soms ook „krult” ze als het „haar van zuigelinge­n” – zoals de Vlaamse ‘zeedichter’ Karel van de Woestijne het een eeuw geleden zo mooi beschreef. Verder is de Belgische kust vanaf De Panne tot Knokke natuurlijk vooral berucht: om zijn tienduizen­den ‘frigobox-toeristen’ (dagjesmens­en die op zomerse dagen hun koelboxen de stranden op slepen), de ‘billenkarr­en’ (dialect voor een soort van skelters), de schetteren­de lelijkheid van eethuizen en gokparadij­zen, en – onmogelijk te missen – het massieve lint van hoge appartemen­tenblokken dat het zicht op het strand en de zee blokkeert vanaf het achterland.

Hedendaags­e kunst kan het wat sjofele elan van de Belgische kust een zwier geven, bedacht de eerste curator van de Triënnale Beaufort, een driejaarli­jkse openluchtt­entoonstel­ling langs de Belgische kust. De eerste editie was in 2003, de achtste is in maart van start gegaan.

Kunst kan ook een stad als Kortrijk, een oude textielsta­d waar de meeste mensen aan voorbij jagen op weg naar Frankrijk en verder, aantrekkel­ijker maken. De eerste Triënnale in Kortrijk was in 2018. Daarna kwam corona. After Paradise, vanaf juni te bezoeken, is de tweede Triënnale in Kortijk.

Brugge is een oudgediend­e in dit verband: de eerste Triënnale was al in 1968, beleefde drie edities en toen werd het meer dan veertig jaar lang stil. In 2015 werd de draad opgepakt – en dat is nodig. Brugge heeft een schitteren­de maar ongeveer compleet in de vijftiende eeuw gestolde binnenstad waar jaarlijks meer dan 8 miljoen bezoekers doorheen kuieren. Zo’n openluchtm­useum is een troef, maar ook een valkuil. Na een dag lieve geveltjes, pittoreske doorkijkje­s en sprookjesa­chtige bruggen over de reien snak je naar een hedendaags perspectie­f.

BRUGGE

Full Swing | Firesong for the bees, a tree of clay

Een hedendaags perspectie­f is wat de Triënnale, vorige maand geopend, ook dit keer biedt, met meer en minder geslaagd resultaat. Om bij twee geslaagde deelnames te blijven. De Brits-palestijns­e video- en installati­ekunstenaa­r Mona Hatoum (1952), bekend om haar installati­es van grove vaak industriël­e materialen, schuwt het niet om een claustrofo­bisch smalle bunker van donkergrij­ze steen achter ijzerdraad in te graven in de tuinen van het Psychiatri­sch Ziekenhuis Onzelievev­rouw buiten het oude stadscentr­um.

Via een trapje schuifel je naar beneden, waar je plaatsneem­t op een schommel. Bij iedere zwaai van de schommel zie je de lucht boven je breken. Beneden is het kil en donker. Net als ander werk van Hatoum geeft Full Swing (2024) je een claustrofo­bisch gevoel. Ontsnappin­g is tijdelijk, als je je hoofd in je nek legt op het moment dat de schommel haar hoogste punt bereikt en je de hemel ziet.

In de binnenstad ligt het stille Sebrechtsp­ark tussen de Oude Zak en de Speelmansr­ei. Lang geleden teelden de grauwzuste­rs van het Sintelisab­ethklooste­r hier hun groenten en fruit. Nu heeft de Mexicaanse, in Berlijn wonende kunstenaar Mariana Castillo Deball (1975) op het grasveld een schitteren­d open ‘huis’ opgericht, waar drie bijenvolke­ren kunnen floreren.

Firesong for the bees, a tree of clay verwelkomt niet alleen de bijenvolke­ren, maar ook keramische bijenkorve­n, geïnspiree­rd op traditione­le korven van inheemse volkeren. De bijenkorve­n hangen aan het houten staketsel dat het ‘huis’ zijn vorm geeft. Castillo Deball legde in 2012 op tentoonste­lling Documenta in Kassel al subtiel het belang van dieren en objecten voor. Nu heeft ze een net zo inclusief, poëtisch monument gemaakt, waar planten mogen wortelen op het keramiek en het hout en bijen hun nuttig werk doen.

BEAUFORT Monobloc Moments | Staging Sea

De verstikken­de zomerdrukt­e aan de Belgische kust komt raar genoeg voort uit bewonderin­g, liefde, romantisch sentiment. Pas ten tijde van de Verlichtin­g en de Romantiek ontstond het ‘verlangen naar de kust’, zoals de Franse mentalitei­tshistoric­us Alain Corbin dat in 1988 in een (nog steeds) geweldig, gelijknami­g boek beschreef. Schrijvers, kunstenaar­s en dichters als Heinrich Heine, Herman Melville, Frans Masereel, Ensor en Karel van de Woestijne bezongen de betovering die van de zee uitgaat.

Omdat het zicht op de zee in België zo geblokkeer­d is, hebben sommige kunstenaar­s die meedoen aan de Triënnale Beaufort maar één optie. Je springt gewoon over de stenen blokkendoz­en op de Zeedijk heen. En: je maakt van iets lelijks iets moois.

Dat laatste doet de Finse, in Nederland wonende Sara Bjarland (1981) in een grandioos, behoorlijk wat controvers­e oproepend kunstwerk, dat qua vorm doet denken aan de Oneindige Zuil van de Roemeense beeldhouwe­r Constantin Brancusi in Tirgo Jiu. Monobloc Moments (2024), zoals Bjarlands sculptuur heet, staat op de rotonde van de Manitobahe­lling in Wenduine.

Brancusi trok zijn Oneindige Zuil op uit ijzer en brons, Bjarland gebruikte de oerlelijke plastic stoelen die we kennen als tuinmeubil­air, zwerfafval en goedkope terrasstoe­l bij de snackbar. De witte monobloc is de klassieker onder de wegwerpspu­llen en Bjarland – geïnteress­eerd in de achterkant van de wegwerpmaa­tschappij – nam een exemplaar van de vuilstort mee, goot die in brons en vermenigvu­ldigde die 47 keer.

Met die 47 groengrijz­e stoelen heeft ze een zuil gemaakt die er wankel uitziet, toch fier is en een lange neus trekt naar de witte monoblocs die aan de overkant op de balkons van de appartemen­tencomplex­en staan.

Er kwamen „best veel emotionele reacties”, vertelt Bjarland bij het bezoek aan haar werk op de rotonde. Inwoners richtten een Facebookgr­oep op, waar ze tekeerging­en tegen het kunstwerk. De burgemeest­er kreeg dreigmails.

Waarom dat zo is, blijft onbegrijpe­lijk. Want Monobloc Moments vormt met zijn horizontal­e, wiebelige lijn een fraai contrast met de harde, verticale lijn van de appartemen­tencomplex­en aan de overzijde van de straat. Brancusi noemde zijn Oneindige Zuil ‘een trap naar de hemel’. En dat is wat Monobloc Moments ook is: een trap naar de wolken, bezaaid met iets dat lijkt op wegwerpmeu­bilair.

In De Panne, op de grens met Frankrijk, doet de Belgische kunstenaar Filip Vervaet (1977) iets anders. Hij springt met zijn werk bijna letterlijk over alle bebouwing heen. Staging Sea staat anderhalve kilometer van het strand, op het plein van de Sint-pietersker­k. Staging Sea is letterlijk wat de titel zegt: een podium voor een onzichtbar­e zee.

Vervaet, bekend van monumental­e installati­es, bouwde een (permanent) paviljoen van groen, rood en blauw glas, waarbinnen een fontein de kracht van de getijdenbe­wegingen simuleert. Het paviljoen staat in een door Vervaet aangelegd landschap van fantasiedu­inen (de plantjes moeten nog even flink doorgroeie­n) en spiegelend­e straatlant­aarns.

Vervaets werk maakt je bewust van de menselijke drift om de natuur te kneden en te beheersen. Neem plaats in het paviljoen en wacht tot de fontein spuit. Bij laag tij, zoals nu, is de straal 1,5 meter hoog en spat er alleen wat water op je sokken. Bij hoog tij reikt de straal 4,5 meter hoog, boven het hoogste punt van het paviljoen uit. Die kracht is niet te bedwingen en dat je als bezoeker nat wordt: daar valt niets aan te doen. Ontzag is wat rest.

BEAUFORT

The Herring | Mother

Een bijna Bijbels verhaal doet de ronde over de Belgische kust. In de rampspoedj­aren ’40-’45 kon de bevolking overleven dank zij exceptione­el grote scholen haringen die langs de kust zwommen – in de winter van 1942 en 1943 kon je de vissen met blote handen uit zee scheppen.

Dit verhaal heeft de Belgische kunstenaar Johan Creten (1963), aanjager van de herwaarder­ing van keramiek in de hedendaags­e kunst en zo’n beetje overal ter wereld tentoonges­teld, aangegrepe­n. Vlak bij de duinen van Sint-andré, in Koksijde, heeft hij een 5,5 meter hoge vrouwenfig­uur in brons neergezet. Brons, omdat het permanent blijft staan. De opkomende vloed vreet nu al zand rondom het beeld weg. Daarom is een paal en een blok beton vier meter diep ingegraven voor verstevigi­ng.

The Herring ‘leegt’ het archetypis­ch tragische beeld van Herman Heijermans’ vissersvro­uw Kniertje, die over de zee tuurt in afwachting van de terugkeer van haar zonen. Cretens redelijk lompe vrouwenfig­uur kijkt star over de golven, geen emotie tekent haar gezicht. Voor haar buik en geslacht houdt ze een reusachtig­e vis.

Creten heeft zijn beeld geen kleren aangetrokk­en, ze trotseert storm en regen in haar nakie. Die keuze voor blote borsten is raadselach­tig. De analogie tussen haring en vrouwelijk geslacht is compleet overbodig.

Er zijn meer blotevrouw­enbeelden op Beaufort, zoals bij de grote installati­e van het kunstenaar­sduo Lucy + Jorge Orta in het door kinderen overspoeld Normandpar­k in Middelkerk­e. Ook hier blijft het doel van het naakt onduidelij­k. De enige kunstenaar op Beaufort die het blote lichaam functionee­l inzet in haar werk, is de Nederlands­e Femmy Otten (1981).

Otten was zwanger van haar tweede kind toen ze dacht: ik wil een beeld maken dat mijn zwangersch­ap in zijn volle, creatieve glorie laat zien. Kunstenaar­schap en moederscha­p is tot heel recent in de hedendaags­e kunst gezien als het einde van je carrière. Otten ontkracht die patriarcha­le mythe. In 2020 maakte zij een eerste proeve in hout. One Tear at the Time toonde een naakte Otten, half op haar zij liggend, met een zwangere buik en aan haar voeten een massieve wolk met sprookjesa­chtige gelaatstre­kken.

In Oostende, in een langwerpig bassin aan de Leopold Ii-laan met uitzicht op de achterkant van het casino, heeft Otten nu een veel grotere versie in wit marmer geplaatst. Mother laat alles van het zwangere lijf zien: haar geslacht, borsten, bolle buik die opzij hangt en bijna het water van het bassin raakt. Op de rechterenk­el balanceert eenzelfde sprookjesa­chtige sculptuur als in

One Tear at the Time. Neuzen, ogen, monden en oren buitelen over elkaar.

In een e-mail schrijft Otten: „Ik wilde met dit beeld iets goedmaken in de tijd. Ik bewonder al die klassieke, marmeren beelden maar we missen een perspectie­f op die geschieden­is.” Met Mother laat Otten dat perspectie­f groots zien. Die zwangersch­ap is slechts het begin. Hierna is nog zoveel meer mogelijk in de kunst.

Voor dit artikel was NRC mee met een persreis georganise­erd door het Verkeersbu­reau voor Toerisme Vlaanderen & Brussel.

 ?? ?? Full Swing van Mona Hatoum.
Tuin Psychiatri­sch Ziekenhuis Brugge.
Full Swing van Mona Hatoum. Tuin Psychiatri­sch Ziekenhuis Brugge.
 ?? ?? Staging Sea van Filip Vervaet. Kerkplein in De Panne.
Staging Sea van Filip Vervaet. Kerkplein in De Panne.
 ?? ?? Gazing Ball - Reflective Dialogues van Lucy+jorge Orta. Normandpar­k, Middelkerk­e.
Gazing Ball - Reflective Dialogues van Lucy+jorge Orta. Normandpar­k, Middelkerk­e.
 ?? ?? Mother van Femmy Otten. Leopold Ii-laan, Oostende.
Mother van Femmy Otten. Leopold Ii-laan, Oostende.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands