Bijna 14.000 leerplichtige jongeren zitten thuis
De toename van het aantal thuiszitters komt onder meer doordat kinderen van asielzoekers lang niet altijd onderwijs kunnen volgen.
Het aantal jongeren dat ondanks een leerplicht thuiszit is in het schooljaar 2022-2023 met een derde gegroeid tot ongeveer 13.700. Dat heeft demissionair onderwijsminister Mariëlle Paul (VVD) vrijdag laten weten in een Kamerbrief. De toename komt onder meer door een ontbrekende oplossing voor onderwijs voor kinderen van asielzoekers.
Vier inspecties trokken een jaar geleden al aan de bel. Zij zagen toen dat asielkinderen het lange tijd zonder onderwijs moeten doen, naast dat ze een gebrek aan zorg krijgen en privacy hebben. In hun eerste gezamenlijke noodkreet benadrukten ze dat deze kinderen steeds vaker langer dan drie maanden op onderwijs moeten wachten, tegen de Europese en nationale regels in. Onduidelijkheid over opvangduur speelt daarin een belangrijke rol.
Paul benadrukt dat de opvangproblematiek het onderwijs in meerdere gemeenten „voor grote uitdagingen stelt”. Ze zegt dat vanwege bestaande wachtlijsten, onder meer door het lerarentekort, niet voor elk leerplichtig kind plaats is in internationale schakelklassen. Afgelopen oktober zochten basisscholen naar leraren voor 9.800 voltijdbanen.
Oekraïense kinderen
Paul zegt dat zo’n 2.000 Oekraïense jongeren geen onderwijs kunnen volgen. Het effect van een nieuwe noodregeling voor tijdelijk onderwijs voor asielkinderen in gemeenten is nog onduidelijk. Paul noemt de toename van het aantal leerplichtige thuiszitters – niet alleen de asielkinderen – „zorgwekkend”. Ze kondigt maatregelen aan. Zo moeten leerplichtigen makkelijker digitaal onderwijs kunnen volgen en wordt het recht op extra ondersteuning voor leerplichtigen die zorg nodig hebben wettelijk vastgelegd.