‘Ik wilde de benen testen’, zegt Pogacar na ritwinst en roze trui in openingsweekend
SANTUARIO DI OROPA. De Sloveen Tadej Pogacar heeft de tweede etappe van de Giro d’Italia gewonnen. De rit eindigde met een klim naar Santuario di Oropa. De kopman van UAE Team Emirates, topfavoriet voor de eindzege, nam meteen de leiderstrui over van Jhonatan Narváez. De Ecuadoraan van Ineos Grenadiers won zaterdag de openingsrit, waarin Pogacar als derde finishte.
De Colombiaan Dani Martínez eindigde zondag op een kleine halve minuut als tweede, net voor de Brit Geraint Thomas. Pogacar mikt dit jaar op succes in zowel de Giro als de Tour de France. Een rit winnen in de Giro stond ook op zijn bucketlist, vertelde Pogacar in het flashinterview na afloop. „Ik heb nu ritzeges in alle drie de grote rondes. Dat is wel een dingetje voor wielrenners.”
Zonder Robert Gesink, die zaterdag bij een val zijn hand brak, begon het peloton aan de rit met naar Santuario di Oropa. Op deze klim van 11,8 kilometer met een gemiddelde stijging van 6,2 procent, wonnen onder anderen Marco Pantani (1999) en Tom Dumoulin (2017).
Inhaalrace
Kort voordat het peloton de voet bereikte schoof Pogacar met een lekke band onderuit. De Sloveen zat snel weer op de fiets en keerde terug in de groep. Zijn inhaalrace deed in de verte denken aan die van
Pantani, die in 1999 met een achterstand aan de klim begon door een lekke band. „Ik bleef redelijk kalm, er was ook een beetje verwarring, want in de auto wilden ze dat ik na de bocht van fiets zou wisselen, terwijl ik dat voor de bocht wilde doen. Maar mijn ploeggenoten brachten me snel terug.”
Zes kilometer voor de finish werd de Italiaanse koploper Andrea Piccolo ingelopen. UAE Team Emirates voerde het tempo op voor kopman Pogacar, die op 4,5 kilometer voor de finish aanviel. „Het was ongeveer de plek waar ik wilde gaan. Ik wilde de rit winnen, maar ook de benen testen. De roze trui is een droom, nu wil ik een paar dagen wat meer relaxen.” (ANP)