In Berlusconi’s palazzo huist nu de pers
Het palazzo waar Berlusconi woonde, werkte en bunga-bunga-feestjes gaf, is nu hoofdkwartier van buitenlandse journalisten.
Dat Silvio Berlusconi tijdens zijn politieke carrière, viermaal als premier van Italië en tussendoor als oppositieleider, bepaald niet tuk was op internationale media, is nog zacht uitgedrukt. Kritische vragen vond hij irritant en werden volgens hem sowieso gesteld door ‘communisten’ – zijn ultieme scheldwoord.
Het lot kan ironisch zijn. De buitenlandse persvereniging in Rome, die meer dan twintig jaar kantoor hield in een gebouw nabij de Trevi-fontein maar op zoek moest naar een andere plek omdat een buitenlands investeringsfonds er een luxehotel van wil maken, is eind maart verhuisd naar Palazzo Grazioli. Heel Rome kent dat pand als het zestiende-eeuwse stulpje dat 25 jaar lang de residentie was van de vorig jaar overleden Berlusconi.
„Toen ik hardop vroeg of Palazzo
Grazioli een optie voor ons zou zijn, maakte ik eigenlijk een grap”, vertelt Gustav Hofer, correspondent voor tvzender Arte en lid van de uittredende raad van bestuur van de persvereniging. „We hadden al veertien gebouwen in Rome bezocht en altijd mankeerde er wel wat aan. De ruimte was te klein, ofwel net te groot, of het was niet mogelijk om er een bar en restaurant in onder te brengen, toch essentieel bij een co-workingplek van journalisten.”
Palazzo Grazioli bleek uitermate geschikt: centraal gelegen bij de politieke instellingen, in het hart van Rome, 1.600 vierkante meter groot, met twee conferentiezalen, en ruimte voor een koffiehoek, bar en restaurant. Toen Hofer voor het eerst het gebouw bezocht, voelde hij nog de geest van Berlusconi.
Nep-Versaillestijl
„Berlusconi had, net zoals wij nu, de hele piano nobile, de eerste verdieping, afgehuurd. Maar het gebouw had een opfrisbeurt nodig.” In de kamers lag een oubollige roze vloerbedekking
en in de gang stonden rode fluwelen stoeltjes in nep-Versaillesstijl. „Je kreeg kortom niet het gevoel dat hier een van de rijkste en meest succesvolle mannen van Italië had gewoond. Het was meer ingericht op basis van status dan van smaak”, blikt Hofer terug.
De internationale persvereniging is een ontmoetingsplaats en werkplek
voor buitenlandse correspondenten in Rome. De vereniging werd opgericht in 1912 en telt inmiddels meer dan driehonderd betalende leden. Het begon met samenwerken in een koffiehuis, maar in de jaren dertig stelde de fascistische dictator Benito Mussolini de buitenlandse pers een gebouw ter beschikking, wat een manier was om de media te kunnen controleren.
De Italiaanse overheid betaalt nog steeds de huur. Verwacht de regering dan iets in ruil? Helemaal niet, zegt Hofer. Maar een plek hebben van waaruit een wereldwijd publiek wordt geïnformeerd over het politieke, economische en culturele reilen en zeilen in Italië, is voor iedereen nuttig. „Giorgia Meloni staat hier buiten, en heeft nog nooit een persconferentie bij ons willen houden”, zegt Hofer.
Architecte Serena Mignatti gaf het gebouw een grondige opknapbeurt. De buitenlandse correspondenten werken onder een indrukwekkende hemel van fresco’s. Na enige tijd vergeten ze vast dat hun nieuwe werkplek ooit Berlusconi’s werkkamer of slaapkamer was – met een versterkte deur en ramen van kogelwerend glas – of dat ze het toilet gebruiken in de badkamer die werd vereeuwigd in de spiegelselfies van deelneemsters aan Berlusconi’s bunga-bunga-feestjes. Maar wat vooralsnog wél nog zorgt voor fascinatie en enige hilariteit, is Palazzo Grazioli’s geheime deur – handig verstopt achter een op maat gemaakte boekenkast.