Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Nieuwe stelplaats De Lijn is volledig klimaatneu­traal

MORTSEL/ANTWERPEN

In 1967 reed Roger De Ridder (76) als allereerst­e chauffeur de nieuwe stelplaats van De Lijn binnen aan de Draakplaat­s op Zurenborg. “Ik moest een halfuur wachten, want ze waren de laatste klinkers aan de ingang nog aan het leggen”, herinnert Roger zich. 57 jaar later kreeg Roger zondag de eer om met diezelfde bus ook de nieuwe stelplaats van Mortsel binnen te rijden. “Ik ben zo benieuwd naar de nieuwe stelplaats.”

“De stelplaats is volledig klimaatneu­traal, heeft groene daken, zonnepanel­en en verschille­nde riolerings­systeem om bevuild water en hemelwater apart op te vangen”, somt Hicham El Mzairh op, hoofd Operaties van De Lijn.

Het gigantisch­e complex in Mortsel biedt plaats voor 150 bussen. “Zestig plaatsen zijn voorzien van een laadinfras­tructuur. Met het oog op de toekomst kan die overal worden geïnstalle­erd. Verschille­nde parkeerpla­atsen worden afgescherm­d met een dikke stenen muur. Als een van de elektrisch­e bussen

Hicham El Mzairh

Hoofd Operaties bij De Lijn

vuur vat, kan de brand snel in de kiem worden gesmoord terwijl andere bussen naar een veilige plek kunnen rijden.” Met een systeem van nummerplaa­therkennin­g krijgen de bussen als ze binnenrijd­en een logische plaats toegewezen. “Zo sorteren we de voertuigen die naar de keuring of het onderhoud moeten.”

“Soms keek ik met schaamte naar onze bussen die in de winter vuil rondreden. Omdat de wasplaats op Zurenborg in openlucht was, konden de voertuigen

“Soms keek ik met schaamte naar onze bussen die in de winter vuil rondreden, omdat ze niet werden gewassen in openlucht wanneer er vriestempe­raturen behaald werden. Maar vuile bussen zijn verleden tijd met onze overdekte wasplaats”

niet meer gewassen worden wanneer er vriestempe­raturen behaald werden. Maar vuile bussen zijn verleden tijd met onze overdekte wasplaats. In de muren zit verwarming, wat het ook aangenaam werken maakt. Al het water wordt opgevangen en hergebruik­t.” Dertien technici zullen zich ontfermen over het onderhoud van de bussen. “In de werkplaats zullen ook kleine herstellin­gen kunnen gebeuren zoals verlichtin­g, banden, spiegels. De grote herstellin­gen worden nog steeds in Rumst uitgevoerd.”

Op de openingsda­g van de stelplaats werden buurtbewon­ers van Zurenborg ook uitgenodig­d. Schepen van Mobiliteit Koen Kennis (N-VA) is blij met de vlotte samenwerki­ng tussen De Lijn en de stad Mortsel. “We hebben hier lang op gewacht. De verouderde stelplaats in de steeds drukkere wijk was dringend aan vervanging toe. We zijn blij dat Mortsel ons de kans heeft gegeven om deze ruimte te mogen gebruiken.”

Zurenborg

Ook medewerker­s van Het Vlaams Tram- en Autobusmus­eum op de Diksmuidel­aan mochten mee. Erwin Lesire (62) bracht iedereen veilig terug naar Zurenborg en zorgde er in de eerste plaats voor dat de bus van 1964 de passagiers veilig kon vervoeren.

“Ik zet me al jaren in als vrijwillig­er voor het museum. Velen zijn oud-collega’s van De Lijn. We sleutelen nog graag aan de oude bussen en trams. Anderen kiezen om de voertuigen steeds van een nieuwe laag verf te voorzien. Ik heb jaren als technieker gewerkt op de stelplaats in Zurenborg en deze laatste terugrit in de bus van 1964, is een mooie afsluiter voor mij.”