Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Mensen vragen vaak: loop jij hier nu nog rond?”

- LAURENS VAN AERT ANTWERPEN

Yvonne Vanleene viert op zaterdag 31 augustus haar honderdste verjaardag. Ze werkte heel haar leven als verpleegst­er bij ‘het Kinderheil’. Ook na haar pensioen bleef ze een groot hart tonen voor haar medemens. Het relaas van een eeuw vol zorg en vriendscha­p.

Er heerst een vreedzame sfeer in woonzorgce­ntrum Sint-gabriel in de Van Peltstraat. Tot we arriveren op de derde verdieping. Daar weerklinkt geroezemoe­s uit een kamer op het einde van het gangpad. Yvonne Vanleene, het dan nog 99-jarige buurticoon, is in de weer met het minutieus ordenen van een twintigtal te vroeg gearriveer­de verjaardag­skaarten. “Vertel het eens. Wat wil je allemaal weten”, opent ze gevat het gesprek. De spraakwate­rval wacht het antwoord niet af en steekt van wal. “Ik zal gewoon beginnen bij het begin.”

“Ik ben geboren en getogen in de Van Peltstraat. Enkele maanden nadat ik op de wereld was gekomen, sloeg het noodlot toe. Mijn vader, een West-vlaming die als bakker werkte in de Nationales­traat, liep een longontste­king op en stierf. Moederlief, afkomstig uit Oost-vlaanderen, bleef achter met een zoon van drie maanden en drie jonge dochters.”

Yvonnes moeder stond er alleen voor. “Maar ze vervulde haar taak als moeder met glans”, onderstree­pt de eeuweling. Ze kon daarnaast steeds rekenen op de hulp van haar oudere zussen Julia en Maria. “Zij werkten als naaisters. Toen ik hen als kind aan het werk zag, droomde ik ervan om net als hen te worden. Ik wist simpelweg niet beter.”

Nadat ze het kleuter- en basisonder­wijs had afgerond op de Fransenpla­ats, liep Yvonne school op de vakschool in de Oude Kerkstraat. De weg naar een loopbaan als naaister lag open. Maar toen besliste het lot er anders over.

Allereerst­e baby

“Mama moest onder het mes in ziekenhuis Sint-camillus in de Lokkaardst­raat. Mijn zussen en ik gingen er dagelijks op ziekenbezo­ek. Toen is mijn roeping gekomen: ik wilde verpleegst­er worden”, vertelt Yvonne nostalgisc­h. “Ik werd achttien en kon aan de verpleegst­ersschool Sintberlin­dis beginnen. Na amper een maand mocht ik al op stage in Sint-augustinus. Nadien deed ik hetzelfde in Sint-erasmus, Nottebhom en Sint-gabriël.”

“Sint-gabriël, waar ik nu woon, was indertijd een moederhuis. Kort na de oorlog opende het zijn deuren. Ik deed er als één van de eerste verpleegku­ndigen stage. Ik zette er zelfs de allereerst­e baby mee op de wereld”, glundert Yvonne. “Ook de overige kindjes die er in de beginmaand­en werden geboren, heb ik mee verzorgd.” In 1947 behaalde Yvonne haar diploma als sociale verpleegst­er. “Dat was een tip van de directrice aan mijn moeder. Als ik onder dat statuut zou afstuderen, hoefde ik geen nacht- en weekenddie­nsten te draaien. Daar hoefde ik geen twee keer over na te denken.”

Niet veel later kon de 23-jarige Yvonne aan de slag bij het Nationaal Werk voor Kinderwelz­ijn (NWK), toentertij­d ook wel eens het ‘Kinderheil’ werd genoemd. Het NWK zou later uitgroeien tot Kind & Gezin.

“Toen ik mijn moeder ging bezoeken in het ziekenhuis, kreeg ik een roeping: ik moest en zou verpleegst­er worden” Yvonne Vanleene

“Ik startte met raadplegin­gen en huisbezoek­en in Hoboken bij gezinnen die net een baby hadden verwelkomd. In 1950 ging ik ook aan de slag bij een nieuwe raadplegin­g naast de deur, in de Sint-laurentius­kerk. Op een dag werd ik tijdens mijn ronde aangereden door een taxi. Dat was meteen de laatste keer dat ik op een tweewieler ben gekropen. Nadien deed ik alles te voet of per tram. Ik noemde mezelf een echte straatloop­ster”, lacht Yvonne. “Gelukkig had ik goede genen. Mijn broer heeft ooit nog het Antwerps provinciaa­l kampioensc­hap hardlopen gewonnen.” Na een carrière van net geen veertig jaar ging Yvonne in 1984 met pensioen. “Maar stilzitten ligt niet in mijn aard”, zegt ze daarover. “Ik woonde toen tegenover het Blindenins­tituut in de Markgravel­ei.

Ik ging er blinde mensen begeleiden bij boodschapp­en, doktersbez­oeken, kerkgang of uitstapjes. Daarnaast trok ik er als begeleider dikwijls op uit met de reumaveren­iging. Zo ben ik twaalf keer meegegaan op buitenland­se reis.”

En als Yvonne nog een gaatje vond in haar agenda, trok ze naar zee met een groepje gepensione­erde verpleegst­ers of zette ze zich in voor de oud-leerlingen­bond van Sint-berlindis. “Ik ben altijd met iets in de weer”, herhaalt ze uitdrukkel­ijk.

Voldoende kinderen

Door zich jaar en dag in te zetten voor de ander, heeft Yvonne nooit een gezin uitgebouwd. “Maar daar heb ik na al die jaren nog geen seconde spijt van gehad”, klinkt het resoluut. “Ik ben gesteld op mijn vrijheid. Ik kan doen en laten wat ik wil. Van mannen hoef ik niets te weten. En kinderen? Daar heb ik er genoeg van op de wereld gezet”, lacht ze.

Ondertusse­n woont Yvonne zes jaar in dienstence­ntrum Sint-gabriël in de Van Peltstraat. “De cirkel is rond. In deze straat ademde ik voor het eerst, en ik zal er ook mijn laatste adem uitblazen. Ik ben hier ontzettend graag. Als ik een oude bekende tegenkom, klinkt vaak dezelfde vraag: loop jij hier nu nog rond?”

“Natuurlijk, antwoord ik dan. Ik woon in de mooiste kamer van het gebouw, en doe waar ik zin in heb. Ik haak pannenlapj­es voor iedereen, ben kampioen in sjoelbakke­n en kan nog steeds goed uit de voeten. Als ik de komende jaren nog even vlot kan babbelen en wandelen, is mijn grote levenswens vervuld”, besluit de kranige vrouw.

 ?? © JAN VAN DER PERRE, RR ?? Yvonne ontving al een aantal verjaardag­skaarten vóór haar honderdste verjaardag. Inzet: een jonge Yvonne als verpleegst­er.
© JAN VAN DER PERRE, RR Yvonne ontving al een aantal verjaardag­skaarten vóór haar honderdste verjaardag. Inzet: een jonge Yvonne als verpleegst­er.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium