Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ze waren jaren boeren, nu moeten ze naar het front”
OEKRAïNE
Met een simpel handgebaar naar de bewaker bij de slagboom maakt Taras Chornyi (38) de weg vrij naar een van de streng geheime oefencentra van het Oekraïense leger. Het terrein is uitgestrekt en open, verdeeld in verschillende zones met zanderige grond die doet denken aan de duinen van onze Belgische kust. De sfeer is er ernstig. “Weinig mensen zijn hier vrijwillig”, benadrukt Taras. Als plaatsvervangend commandant van dit trainingscentrum draagt hij een grote verantwoordelijkheid.
“We hebben snel nieuwe manschappen nodig”, zegt hij. “Normaal duurt een opleiding hier drie maanden, maar daar hebben we nu geen tijd voor. Hier gebeurt alles in 34 dagen.” De mannen die hier vandaag getraind worden, enkele tientallen, zijn niet de jongsten. De meeste gezichten zijn gerimpeld en slank zijn ze niet te noemen. “Hun gemiddelde leeftijd is veertig jaar”, aldus Taras. “Toekomstige infanteristen die na hun training de loopgraven aan het front zullen bemannen.”
Confronterend
Om de gemiddelde leeftijd van Oekraïense soldaten te verlagen en meer manschappen beschikbaar te maken, tekende president Volodimir Zelenski in april een wet die de dienstplichtige leeftijd verlaagt van 27 naar 25 jaar. De meeste mannen die we hier zien, kregen thuis een oproepingsbrief; anderen werden op straat gerekruteerd. “Bij routinecontroles door rekruteringsambtenaren door het hele land werd hen gevraagd zich te registreren.”
“Vandaag staan twee trainingen met deze groep gepland”, stelt Taras. “Bij de eerste oefening leren we de rekruten om zo correct mogelijk te handelen in het geval dat ze gezien worden door een FPV-drone. Die drones zijn dodelijk. Ze vliegen aan een snelheid tot wel honderd kilometer per uur en wringen zich door de meest ondenkbare bochten en gaten.” We naderen de ‘oefenpiste’ en zien, op een berg, een zestal metershoge palen met aan elke kant twee schietschijven, twaalf in totaal. Het lijken net vogels. Onderaan de berg: de rekruten in rijen van vier per- sonen. Om de beurt nadert een rij tot op een twintigtal meter van de ‘vogels’ in de lucht.
Vrijwilligerswerk
Onder toeziend oog van erkende beroepsmilitairen schieten ze hun kogelmagazijnen leeg op de schietschijven. Het is een confronterende oefening. “Enkele maanden geleden bestond deze oefening niet. Maar de realiteit op het slagveld dwingt ons om ons aan te passen”, aldus Taras. De trainers hebben allemaal opleidingen genoten in West-Europa, de meesten, zoals Taras, hebben ook ervaring op het slagveld. “We hebben een vijfhonderdtal video’s geanalyseerd waarop militairen achtervolgd worden door FPV-drones.” Zijn blik is ernstig. “Uit de eerste resultaten blijkt dat je naar schatting achttien procent overlevingskans hebt als je in het vizier komt van een drone. Althans, als je die probeert neer te schieten. Weglopen heeft weinig zin: de dronebestuurder zal je achtervolgen.”
Sergeï (34) zit gehurkt. Hij wacht op zijn beurt om te gaan schieten. Hij vertelt: “Vandaag is dag 32 van de 34. Overmorgen zijn we klaar”, zegt hij ernstig, bijna emotieloos. “Het was niet mijn keuze om naar hier te komen. Ik werd gemobiliseerd toen ik in Cherson, in het zuiden van het land, vrijwilligerswerk aan het doen was.”
Dicht bij de grens
Voor de oorlog was Sergeï matroos en voer hij mee met tankers overal ter wereld. “Ik verdiende goed geld. Het was een moeilijk maar goed leven. Toen Rusland de invasie startte, ben ik vrijwilligerswerk beginnen doen
voor het leger.” Wanneer we vragen of hij het thuisfront mist, is zijn antwoord kordaat. “Natuurlijk. Maar we begrijpen dat er geen andere keuze is. Iemand moet het doen. En daarnaast, alles went. Je leert leven met het gemis van je geliefden.” Het gesprek wordt onderbroken wanneer Taras een oproep binnenkrijgt via zijn draagbare radio. Een Russische verkenningsdrone vliegt boven onze hoofden. “Een Russische Orlan-verkenningsdrone”, herkent hij. “Ze maken hoge resolutiebeelden van het hele gebied en sturen die door naar Russische eenheden.”
Het trainingscentrum waar we ons bevinden ligt namelijk in de regio Charkov, op slechts enkele tientallen kilometers van de grens met Rusland, waar hevig wordt gevochten. “Die nabijheid is belangrijk voor ons. Het maakt de logistieke vraagstukken makkelijker oplosbaar, ondanks de grotere dreiging. Trainingscentra bengelen vaak helemaal onderaan de lijst wanneer het gaat om munitie. Als er dan toch munitie overblijft bij bepaalde brigades, dan kan dat rechtstreeks onze richting uit.”
Lasergamen
Bij aanvang van de tweede oefening worden de gemobiliseerden samengeroepen. Ze krijgen uitleg door een ervaren militair die net terug is uit een trainingsmissie in Europa. Hij opent twee grote kisten en deelt de inhoud uit aan de veertigtal rekruten die meedoen aan deze oefening. Zowel sensoren die op de helm en bovenop de kogelvrije platen moeten worden gevestigd als elektrische schakelaars die ze op hun AK-47’s moeten bevestigen. “Allemaal NAVOapparatuur”, aldus Taras. “Het is zoals bij lasergamen. Wanneer een soldaat geraakt wordt, krijgt die een elektrische trilling. Dan gaan de rode knipperlichten aan en is de soldaat uitgeschakeld. Ze krijgen ook rookgranaten waarmee ze de vijand kunnen afleiden.”
“Een uitstekende oefening voor als ze er straks alleen voor staan. Natuurlijk is de inzet dan anders.” De rekruten worden in twee groepen ingedeeld. “De eerste groep moet een hele sectie aan loopgraven innemen”, aldus Taras. “De andere groep is in de verdediging.” Ietwat ongemakkelijk maken de soldaten kennis met de regels van de oefening.
De volledige basisuitrusting, van de laarzen tot camouf lagekleren, kogelvrije platen en helmen, krijgen ze bij aanvang van het trainingskamp. “Natuurlijk, het kan altijd beter, maar deze kwaliteit is zeker in orde”, klinkt het. De ene groep verdwijnt in de richting van de loopgraaf, de andere verspreidt zich in de bossen eromheen. “Ze moeten nu een strategie bedenken, zowel voor de aanval als voor de verdediging.”
Vergeven
“Normaal duurt een opleiding hier drie maanden, maar daar hebben we nu geen tijd voor. Hier gebeurt alles in 34 dagen” Taras Chornyi
Commandant Oekraïens trainingscentrum
Onder het waakzame oog van een half dozijn jonge en ervaren trainers nemen de soldaten van de verdedigende groep plaats in de loopgraven. Ze krijgen uitleg over de verdedigingsstrategieën en hoe ze best kunnen communiceren met elkaar. Na nog een aantal laatste instructies beginnen de denkbeeldige gevechten.
De eerste schoten worden gelost, in de richting van een struik een honderdtal meter verder, waarna rode lichten beginnen te knipperen. Een eerste soldaat is getroffen en gaat aan de kant staan. “De aanvallende groep heeft zich verdeeld over kleinere groepen. Ze vallen langs verschillende kanten aan. Dat is goed gezien.”
Verschillende rookgranaten worden gedropt en die veroorzaken paarse en groene stofwolken. Plots verschijnen verschillende aanvallers in de loopgraven. Ook zij worden keurig door de verdediging uitgeschakeld. “Heel intens is de oefening niet”, merkt Taras op, op de voorlaatste trainingsdag. “Maar je moet het hen vergeven. Een maand geleden waren het nog boeren of bouwvakkers en wisten ze nog maar weinig van de oorlog. Nu hebben ze een maand lang getraind. Veel meer kunnen we ons niet veroorloven.”