Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Hoeveel dementie kan liefde aan?”

- RUDY COLLIER

“Eén les heb ik zeker geleerd: je moet gewoon blijven vertellen. Vraaggespr­ekken zijn niet meer mogelijk. Geen vragen stellen, nooit, want er komen geen antwoorden”

“Mensen met dementie liegen niet, ze vergeten de waarheid. En niet zelden worden ze erg boos op die mensen waar ze het meest om geven”

Pascal Kerkhove (62) was jarenlang een begenadigd voetbaljou­rnalist bij De Morgen, Het Volk en Gazet van Antwerpen, en dan zeven jaar lang (2007-2014) hoofdredac­teur van deze krant. Daarna werd hij, als geboren West-Vlaming, algemeen hoofdredac­teur van de Krant van West-Vlaanderen en De Zondag. Dit jaar gooide Pascal Kerkhove zijn focus helemaal om, om een boek te schrijven met als titel Dag ma, blijf je nog even? Liefde in tijden van dementie. Het gaat over zijn hoogbejaar­de moeder en zijn wekelijkse koffiegesp­rekken met haar tijdens haar voortschri­jdende dementie.

Hoe moet je daarmee omgaan als zoon?

Vier jaar lang voltrok Pascal hetzelfde ritueel op zondagnami­ddag: koffiedrin­ken met zijn hoogbejaar­de mama op haar appartemen­tje in Waregem, telkens zoekend en tastend naar wat nog kon en hoe het verder moest. Pascal Kerkhove: “Ik had maar één mama, maar zij had vele persoonlij­kheden. Elke week was anders.” Plichtgetr­ouw schreef hij thuis telkens zijn wedervaren neer. “Ik noteerde al heel snel wat ik op zo’n zondag had beleefd. In het begin met geen ander doel dan dit voor mezelf vast te leggen, als een aandenken. Ik ben beter met woorden dan bijvoorbee­ld met foto’s nemen.”

Maar het werd een boek. De honderden bezoekjes en telefonisc­he gesprekken dikte hij in en culmineerd­en in twaalf zoonmamazo­ndagen, voortschri­jdend in de onverbidde­lijke tijd. Die lezen als een meeslepend­e, diep empathisch­e zoektocht naar wat overblijft van een ziel die langzaam maar heel zeker loslaat. Een diep tasten over hoe dementie de relatie tussen zoon en moeder op de proef stelt.

Pascal Kerkhove: “Ik wou bij lange niet een handleidin­g meegeven of zoiets, want dementie is bij iedereen verschille­nd. Ik wilde het proces van mama vastleggen, met als basis de liefde. Hoeveel dementie kan liefde aan? En ja, ook wel, hoeveel liefde kan dementie aan? Ik kom uit een incidentri­jke familietij­d en heb als kind veel van mijn vader gezien dat een kind beter niet ziet. Hij bezorgde ook mijn mama geen gemakkelij­k leven, maar zij heeft hem op het einde nog lang thuis verzorgd. Ik heb jarenlang met mama nauwelijks of geen contact meer gehad. Het was geen breuk, gewoon onze eigen levens. De laatste tien jaar ben ik wel beginnen voelen wat ze heeft betekend. Ik heb beseft: het is nooit te laat om iemand graag te zien.”

Wat waren de moeilijkst­e momenten? Pascal Kerkhove:

“De razende opeenvolgi­ng van stemmingsw­isselingen. Mensen met dementie liegen niet, ze vergeten de waarheid. En niet zelden worden ze erg boos op die mensen waar ze het meest om geven. Dat heb ik altijd opnieuw geprobeerd om vanuit haar persoonlij­kheid te bekijken. Bij dementie gaat het om het besef van tijd, ruimte en mensen. Tijd en ruimte, daar had ze het steeds moeilijker mee. Gelukkig bleef ze beseffen wie de mensen rondom haar waren. Daar vreesde ik het meest voor, iedere zondag. Dat ze me niet meer zou herkennen.”

Wat zette je ertoe aan om zo’n boek te schrijven dat uiteindeli­jk ook veel van jezelf en je naasten prijsgeeft ? Niet makkelijk voor een West-Vlaams karakter…

“In De Zondag had ik vier jaar een wekelijkse column. Die koppelde ik meestal aan een kleine actualitei­t, maar daarin had ik al de eerste stappen gezet om kleine, dagelijkse dingen van mezelf prijs te geven. Dat empathisch­e lag me beter dan harde commentare­n. Elke week, zeker in coronatijd, kreeg ik daar reacties op, soms

Pascal Kerkhove

Auteur

tien, soms tweehonder­d. De dementie van mijn moeder raakte duidelijk veel mensen. Je mag niet vergeten dat er momenteel zo’n 250.000 dementeren­den zijn en het aantal groeit.”

Het boek toont de worsteling van jezelf met de essentiële vraag: hoe omgaan met een demente naaste?

“Goed doen, wat is dat als je beseft dat het een langgerekt eindig verhaal is? Je weet dat het om de laatste rechte lijn gaat. Maar ik hield me vast aan één uitgangspu­nt: het moest over haar gaan. Alles wat werd gezegd of werd aangehaald, was voor en over haar. Van in het begin had ik me voorgenome­n: bij alles wat ik doe, moet zij er iets aan hebben. Ikzelf mocht geen rol spelen, wat niet altijd makkelijk was. Het ging er mij niet om nog gebeurteni­ssen uit ons vroegere leven uitgeklaar­d te krijgen, om per se dit of dat te willen weten voor het gedaan was. Niet om van alles te willen zeggen voor mijn eigen gemoedsrus­t, al was die drang er soms.”

“Veel van onze gesprekken waren vaak herhalinge­n, maar voor haar was het telkens alsof het de eerste keer was. Eigenlijk kon er nog best veel. Je denkt al snel dat alles van vroeger het enige is wat ze nog weten. Maar het was soms verrassend hoe scherp en raak ze uit de hoek kon komen, zomaar. Eén les heb ik zeker geleerd: je moet gewoon blijven vertellen. Vraaggespr­ekken zijn niet meer mogelijk. Geen vragen stellen, nooit, want er komen geen antwoorden. Soms zocht ze ineens het conflict, soms was ze plots weg. Het was dan supersnel nadenken en in focus blijven: wat gebeurt hier? Soms kon ik haar af leiden zoals je met een kind doet. Soms werd op zo’n zondag heel weinig gezegd. Ik heb bij die ontelbare koffies ook geleerd dat een korte stilte vaak veel slimmer is dan domme woorden.”

Je lijkt over ieder woord, iedere zin te hebben nagedacht. Erg liefdevol geschreven, maar altijd met een observeren­de afstandeli­jkheid.

“Dat klopt wel. Ik wilde geen meelijwekk­end drama, maar realiteit creëren. Het beste is afstandeli­jkheid vanuit emotie. Misschien is dat nog een beetje de sportjourn­alist in mij. Die moeten ook met die vreemde mengeling wekelijks omgaan. Ik schrijf graag. Dit boek is het beste wat ik kon maken. Ik ben trouwens veel dank verschuldi­gd aan mijn vroegere leraar Nederlands. Die had me plots gecontacte­erd omdat er een fout in mijn column stond. Ik heb hem dan gevraagd om mijn schrijven aan zijn taalkennis te toetsen.”

Het boek leest als een roman. Met ook een plotse plotwendin­g. Je introducee­rt een fictief koppel, met een professor, een dementiesp­ecialist, die zelf supersnel dement wordt. Vanwaar die fictie?

“Daar hebben we lang over nagedacht, maar ik wilde ook een diepe vorm van liefde rond dementie meegeven. In dat fictieve verhaal kon ik vrijer schrijven, meer dan tussen mezelf en mama. Ik wou een ultiem verhaal meegeven: past niet-aflatende liefde in tijden van dementie? De personages zijn fictief, maar wat ze meemaken en hun proces niet. Hij is een professor, ook dat is de realiteit van dementie: het kan iedereen overkomen. Hoe slim je ook bent, je ontsnapt niet. Het moeilijkst­e was: wanneer las je dat f ictieve verhaal in? Dat was niet evident. Het zijn twee door elkaar geweven liefdesver­halen: zoon-mama en man-vrouw. Mijn echtgenote werkt sinds jaar en dag in een zorgbedrij­f voor demente mensen. We praten er veel over. Zij kent tientallen voorbeelde­n van hoe mensen er, soms verrassend, mee omgaan en hoe liefde blijft of afsterft. Ik had stof genoeg om die f ictieve personages te boetseren op echte levens.”

Pascal Kerkhove

Auteur

Ik vond het opvallend dat euthanasie nooit ter sprake kwam.

“Ik ben een pleitbezor­ger voor euthanasie, maar ik ben blij dat ze het nooit expliciet heeft gevraagd. Ook omdat het juridisch momenteel niet klopt in ons land. Je kan een euthanasie­aanvraag bij dementie aanvragen vooraleer je het hebt. Maar als het zover is, dan geldt dat niet meer en zou je het zelf opnieuw moeten aanvragen. Dat is toch heel verwarrend? Ze zei wel altijd: ‘Ze mogen me komen halen, ik wil niet zot worden.’ Maar het is expliciet nooit aan de orde geweest. Weet je tegen welk gesprek ik uiteindeli­jk het meeste opzag? Dat was toen we haar moesten vertellen dat ze haar appartemen­tje ging verlaten voor het zorgtehuis. Ze was de 90 voorbij, haar appartemen­tje was haar leven, daar was alles nog herkenbaar. Maar dat bleek een f luitje van een cent. In de auto keek ze nog eens achterom en zei: ‘Dag Waregem, tot nooit meer.’ Daar zat alles in.”

Dag ma, blijf je nog even? Liefde in tijden van dementie, Bitbook, 216 p, nu verkrijgba­ar

i

 ?? © JEROEN HANSELAER ??
© JEROEN HANSELAER
 ?? © RR ?? De mama van Pascal Kerkhove.
© RR De mama van Pascal Kerkhove.
 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium