Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Voor mijn moederdag heb ik Jeremy om goals gevraagd”

- KOEN VAN UYTVANGE

Moederlief­de is als tandpasta. Hoeveel je er ook van gebruikt, er is altijd nog een beetje over. Daarom, op bezoek bij de mama’s van de nieuwe generatie Rode Duivels. Vandaag: Belinda Doku, de goedlachse moeder van Jeremy Doku (al is vader David nooit ver weg).

Laat ons starten met een correctie van algemeen nut. Het betreft de naam van ’s lands meest opwindende voetballer. Die spelt zich als Jeremy, zonder accenten. De naam stamt namelijk uit het Engels, niet het Frans, een taal die zijn ouders niet eens machtig zijn. “Jeremy is genoemd naar Jeremiah, de profeet, omdat we daar in die periode veel over lazen”, zegt mama Belinda. “Jefferson (Jeremy’s broer, red.) is genoemd naar de Amerikaans­e president, Precious was ons eerste meisje en daarom ‘precious’, dierbaar.” En zegt haar man David: “Chelsea, dat vonden we gewoon een mooie naam. Dat heeft niets met de voetbalclu­b te maken.” Een eerste schaterlac­h ketst door de living. Dit hoort een interview met de mama te zijn, maar de vader is nooit ver weg. David Doku (54) en Belinda Doku (43) zijn beiden af komstig uit Kumasi, miljoenens­tad in het binnenland van Ghana. David kwam in 1993 naar België, Belinda vijf jaar later om haar vader te vervoegen. Ze leerden elkaar pas hier kennen. Aanvankeli­jk woonden ze in Borgerhout, tot ze enkele jaren geleden verhuisden naar een Antwerpse randgemeen­te. “Omdat je soms twee uur naar een parkeerple­k moest zoeken. Er was geen ruimte.” tevandaag zitten leefruimte, we in een smaakvol ingerichop de eerste verdieping van hun halfopen woonst. Op een wandrekje staan foto’s van hun vier kinderen, omringd door een hoop bekers en trofeeën die Jeremy in zijn tienerjare­n verzamelde. “Maar nooit hadden wij gedacht dat hij zo’n goeie voetballer zou worden”, zegt Belinda met zichtbare verbazing. “Voetbal was slechts een hobby voor onze zonen.” David: “Om te vermijden dat ze altijd binnen zaten of slechte vrienden opdeden. Voetbal geeft structuur.”

Dat Jeremy als zesjarige begon te voetballen, kwam na een bezoek aan Ghana. De Doku’s bezoeken nog elk jaar hun familie, maar schoolvaka­nties staan voor Jeremy synoniem met wedstrijde­n en stages. “Hij was 5,5 toen hij voor het laatst in Ghana kwam”, weet David. “Toen Jefferson daar wat voetbalde, mocht Jeremy niet meedoen. Hij was nog te klein. Razend was hij. Dus beloofde ik hem in te schrijven wanneer we terug in België waren, enkel om hem te kalmeren. Zo startte hij bij Tubantia Borgerhout.”

Op internaat

Via Beerschot verhuisde hij op zijn twaalfde al naar Anderlecht. David: “In de ochtend kwamen ze Jeremy halen, ’s avonds brachten ze hem terug. De waarheid was dat het te zwaar bleek. Om zes uur moest hij opstaan, zich wassen en vertrekken. ’s Avonds was het vaak al negen uur eer hij terug in Antwerpen was. Dan was het eten, slapen en weer vroeg opstaan. Hij liep er moe bij, dat zag ik. Maar hij was graag op Anderlecht. Toen de vraag kwam om hem daar op internaat te laten gaan, konden we dat toch niet weigeren? Dus ging ik dagelijks naar de training kijken, om hem toch maar te zien.”

Belinda kijkt er nog steeds met gemengde gevoelens op terug. “Het was heel moeilijk om hem naar Brussel te laten vertrekken. Ik heb er vaak om gehuild. Een kind laten gaan is hard. Elke dag belde hij me. Dan vroeg ik: ‘Ben je oké?’ Of stuurde ik: ‘Ik mis je.’ Kreeg ik terug: ‘Ik mis je ook mama.’ Nu nog voel ik soms de pijn dat ik hem liet gaan. Normaal had hij nog bij mij moeten blijven. Dat gemis werd nog erger toen hij naar Frankrijk vertrok. Ik zei nog tegen mijn man dat ik mee zou verhuizen. Met onze dochters ging dat niet.” Waarop ze uitlegt hoe Jeremy vroeger belde voor keukeninst­ructies langs de telefoon. “Kookt het water? Dan nu de pasta, Jeremy”, lacht ze.

Belinda is trots. “Héél trots. Hij moest al vroeg op eigen benen staan maar hij heeft al zoveel bereikt, en hij heeft altijd een positief imago gehouden. Wij zouden ook niets anders toegelaten hebben. Soms zegt hij: ‘Mama, ik ben 22 jaar, praat niet zo.’ ‘Jeremy, zelfs al ben je honderd jaar, je blijft mijn zoon. Je blijft een baby

voor mij.’”

Waarna ze weer luid lacht. David beaamt dat een Afrikaanse opvoeding soms verschilt van de Europese. “In Afrika beschouw je een kind niet als je vriend. Je moet een beetje bang zijn van je ouders. Soms was ik streng. Dan wilde hij buiten gaan voetballen – hij was vijftien en speelde al bij Anderlecht – maar dat mocht niet. Hij was niet verzekerd. Dan weende hij. Maar slaan, dat deed ik nooit. Een keer misschien bij Jefferson, toen ze al moesten slapen maar op hun kamer aan het voetballen waren. Ze braken het kot af.” (lacht)

Joie de vivre

De warme gloed als David en Belinda over hun kinderen spreken, de voortduren­de lach: de levensvreu­gde waarmee Jeremy Doku zich tussen de krijtlijne­n beweegt, komt van geen vreemden. Mama straalt: “Het is een genot om naar hem te kijken. Als hij iemand dribbelt, dat vind ik zo mooi. Zelfs als hij mijn zoon niet zou zijn, zou ik hem graag zien spelen. Hij verspreidt geluk.” En, voegt David toe: “Hij was als kind altijd meer geïnteress­eerd in de actie en de assist dan in zelf te scoren. Daarom maakte hij nooit veel goals.”

Behalve zijn joie de vivre zou ook zijn snelheid van moederlief komen. “Ik heb wel nog op school aan atletiek gedaan, in Ghana. Maar ik moest daarmee stoppen omdat mijn vader naar België vertrok en ik verder geen hulp kreeg. Een keer nam ik deel aan een wedstrijd. Ik won niet maar ik vond mezelf wel goed”, lacht ze.

Of hun leven veranderd is? Uiteraard. “Als ik mijn naam ergens geef, krijg ik steevast de vraag of ik familie ben van Jeremy. Het gesprek verschuift dan van mij naar Jeremy. Daarom antwoord ik soms neen”, grinnikt David. Mama Belinda maakte al mee dat ze bij de kapper meer moet betalen, tot haar ongenoegen. Omdat mensen denken dat ze rijk zijn. Verontwaar­digd: “Waarom? Het is zijn bankrekeni­ng, niet de mijne.”

Financieel kenden de Doku’s nochtans nooit problemen. “Ik werkte, mijn man werkte. We hadden ons eigen huis, dat we kochten toen hij een jaar oud was, deden onze kinderen naar de crèche. Ik herinner me nog dat hij Anderlecht had bezocht en terugkeerd­e. Ik was Chelsea een bad aan het geven en Jeremy kwam naar mij: ‘Mama, we zijn rijk, we zijn rijk.’ Hij was twaalf jaar. Waarom? ‘Anderlecht is heel mooi.’ Anderlecht had jacuzzi’s.

(lacht) Ook zei hij: ‘Mama, je kan stoppen met poetsen.’ Maar ik bleef werken. Tot ik te veel last kreeg van mijn schouder. Achttien jaar heb ik als poetshulp gewerkt.”

Ook David, die herstellin­gswerken deed aan sluizen, kreeg de wenk om het wat rustiger aan te doen. “Maar mijn man wilde niet. Ik heb hem gezegd dat hij moest.” David haalt zijn schouders op: “Ik deed mijn job graag en had fijne collega’s. Waarom dan stoppen? We werkten in een team van vier. Omdat er twee van hen met pensioen gingen en nieuwe mensen zouden komen, besloot ik drie jaar geleden toch te stoppen. Jeremy vroeg me of ik zijn makelaar niet wilde zijn. Dus startte ik een management­bedrijfje. Eigenlijk is Jefferson de baas. Zo houden we het in de familie. Want familie kan je vertrouwen.”

Ook in Ghana opent zijn naam deuren. Vandaag probeert David jeugdige talenten uit zijn geboortela­nd bij Belgische clubs te laten meetrainen. Ook kunnen ze meer mensen helpen. “Het is de gewoonte dat vanuit Afrika om hulp gevraagd wordt. Dat was al zo voor Jeremy voetbalde. Het is niets nieuws. Wij woonden in Europa. Zij die ons nu om iets vragen, deden dat tien jaar geleden al. Met dat verschil dat ze nu weten dat we hen kunnen helpen. We kunnen moeilijk beweren dat we niets hebben. Maar dat geeft niet. We helpen hen, met alle plezier. Waarom niet? Ik ben daar blij om”, zegt Belinda.

Wanneer Jeremy Doku straks zijn duivels ontbindt op het EK, zal niemand luider supportere­n dan mama Belinda. “Thuis wil mijn man niet meer naar het voetbal met mij kijken. Ik veer recht, loop rond, sta te roepen. Als hij tegen het gras ligt, loop ik soms naar boven, bid ik tot God en durf ik niet meer te kijken. Dan moet mijn man me geruststel­len. In de tribune sta ik ook vaak recht. Als ik hem op zijn achttiende tegen brede venten zag spelen, riep ik ook. ‘Wat doe jij? Wil je hem dood misschien?’” (lacht) David, droog: “Het is hun job om Jeremy te stoppen.” Belinda, onverstoor­baar: “Hij is maar een kind. Mijn kind. Maar als hij scoort, dan spring ik en schreeuw ik. Jeremy bravo. Onze buren zullen zich vast afvragen wat er gebeurt. Toen hij de eerste keer scoorde voor de nationale ploeg, huilde ik van blijdschap. Of bij zijn eerste doelpunt voor Manchester City.” David, droog: “Het hele huis beefde.”

Goede vrouw

Belinda: “Ik zeg hem wel dat hij voorzichti­g moet zijn met de meisjes. Ik bid dat hij een goede vrouw vindt – hij is nog niet met iemand thuisgekom­en. Iemand zoals onze dochters.” David droog: “Onze dochters? Dat mag niet, hè.” Belinda: “Of een vrouw als ik. (schatert) Want Jeremy is een zorgzame jongen. Net als Jefferson. Ze verdienen alle geluk.” David, gewoon: “Jeremy is heel intelligen­t. Op school startte hij met Latijnse maar het is doordat hij zo weinig tijd had, dat hij moest zakken. Hij heeft zijn Aso-diploma wel behaald. Jeremy is slim.”

Wat wenst mama nog? “Op 14 juli verjaar ik. Is dat de dag van de finale? Wel, dan wil ik hetzelfde als voor moederdag. Jeremy vroeg me laatst wat ik wenste. Wel, ik hoefde geen cadeau voor moederdag. Ik vroeg alleen goals. Meer niet”, lacht Belinda. “Ik ben nog aan het wachten…”

“Het is een genot om naar Jeremy te kijken. Als hij iemand dribbelt, dat vind ik zo mooi. Zelfs als hij mijn zoon niet zou zijn, zou ik hem graag zien spelen. Hij verspreidt geluk” Belinda Doku

“Ik zeg hem wel dat hij voorzichti­g moet zijn met de meisjes. Ik bid dat hij een goede vrouw vindt – hij is nog niet met iemand thuisgekom­en. Iemand zoals onze dochters. Of een vrouw als ik. Want Jeremy is een zorgzame jongen. Net als Jefferson. Ze verdienen alle geluk” Belinda Doku

 ?? © FRANK BAHNMULLER ??
© FRANK BAHNMULLER
 ?? © BELGA ??
© BELGA
 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium