Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Langere schooldag voor kinderen die niet meekunnen
Kinderen die niet mee zijn met de leerstof, zouden extra les moeten krijgen na school. Dat is een van de voorstellen die de onderwijsadministratie doet voor de volgende regering.
Rond de verkiezingen is het traditie dat de verschillende administraties binnen de Vlaamse overheid voorstellen doen voor de volgende regering. Ook het Departement Onderwijs en Vorming heeft haar huiswerk klaar. Een opvallende maatregel die de ambtenaren voorstellen, is de invoering van extra lestijd voor kinderen die achteroplopen.
“Extra instructietijd, ofwel lestijd buiten de schooluren, mag geen luxeproduct zijn dat voorbehouden is voor een selecte groep van leerlingen van wie de ouders bijlessen kunnen betalen”, klinkt het. Harde cijfers bestaan er niet in Vlaanderen, maar bijleskantoren en het onderwijs stellen nu wel al jaren vast dat almaar meer ouders een beroep doen op betaalde bijlessen.
Twee snelheden
Zo dreigt een onderwijs op twee snelheden te ontstaan. Een effect dat versterkt wordt doordat kinderen in kansarmoede thuis vaak minder ondersteuning krijgen bij het studeren of maken van het huiswerk. “Een verlengde schooldag voor kinderen die het nodig hebben, kan de effecten van het thuismilieu wegwerken”, klinkt het binnen de administratie.
De extra lessen moeten ook een antwoord bieden op de dalende leerprestaties bij kinderen. “We stellen vast dat een aanzienlijk aantal leerlingen doorstroomt naar een hoger niveau zonder dat de doelen van het eerdere niveau behaald zijn, bijvoorbeeld het getuigschrift (diploma, red.) basisonderwijs”, schrijft de administratie. “Zo bouwen ze tekorten op waardoor ze de aansluiting met hun huidige niveau volledig dreigen te missen.”
De concrete invulling laat de administratie in het midden, zoals het aantal bijlesuren en wie die geeft. Al veronderstelt zo’n systeem wel dat de nieuwe regering er extra geld inpompt. Tijdens de coronacrisis heeft Vlaams onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) trouwens miljoenen geïnvesteerd in scholen om de leerachterstand door corona weg te werken na de les, in het weekend of de vakanties.
Uit grote pot
Verschillende scholen hebben nu al gelijkaardige systemen, maar daarvoor moeten ze geld uit de grote pot vrijmaken. “Dat betekent bij ons dat bepaalde klassen wat meer leerlingen hebben”, zegt Marinka Marinus van Mariagaard in Wetteren. “Wij kiezen er bewust voor om een deel van onze lestijden in de eerste graad voor huiswerkbegeleiding en remediëring (onderwijsjargon voor bijspijkeren, red.) te gebruiken, maar het zou uiteraard fantastisch zijn mochten daar structureel middelen voor komen. Er is nu het hele debat rond de gratis schoolmaaltijden, maar om leerlingen in kansarmoede te helpen, hebben zij vooral schoolse ondersteuning nodig. Je gaat hen echt niet alleen helpen door hen ’s middags een bord spaghetti te geven.”
Mariagaard organiseert een extra lesuur op elke dag van de week, behalve woensdag. Niemand is verplicht om deel te nemen, maar de klassenraad kan dat wel “sterk” adviseren. “Ze worden in groepjes aan het werk gezet”, zegt Marinus. “Aan de zwakkere leerlingen raden we aan om twee keer per week deel te nemen.”
Pedagoog Pedro De Bruyckere (Universiteit Utrecht) noemt het idee van de administratie een zeer interessante piste. “Het is één van de belangrijkste recepten om de ongelijkheid in onderwijs tegen te gaan”, zegt hij. “We hebben nu een groep leerlingen die zelfs niet eens de basisdoelen haalt. Zij kunnen niet functioneren in onze samenleving. Het zou dus een goede zaak zijn mochten we meer tijd in hen investeren.”