Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Ik zet me in voor een stad op kindermaat”

- DIRK HENDRIKX

“Mijn man is van de Rupelstree­k. In het begin vroegen ze altijd wanneer ik ging terugkomen. Zeker toen ik zwanger was: je laat je kinderen toch niet opgroeien in Brussel?”

Elke Van den Brandt

Groen

Een onwaarschi­jnlijk succesverh­aal deze verkiezing­en is dat van Elke Van den Brandt (44). De Antwerpse is opnieuw de leading lady van de Nederlands­taligen in Brussel. Ze was al viceminist­er-president in de uittredend­e Brusselse regering, nu is ze de formateur die de nieuwe Nederlands­talige helft van die regering moet vormen. En ze verdubbeld­e haar persoonlij­ke stemmenaan­tal, terwijl haar partij Groen overal elders net niet in de vernieling werd gereden.

Elke Van den Brandt woonde tot haar 6de in Kalmthout, van haar 6de tot haar 15de in Gooreind (Wuustwezel) “met uitzicht op koeien en bossen”, vervolgens twee jaar in Wilrijk en ook een tijd bij haar, tegen dan gescheiden, vader in Ekeren. Op haar 18de pakte ze haar boeltje en trok ze naar Brussel.

En dat hebben ze daar geweten. Ze won voor Groen de verkiezing­en op de Nederlands­talige lijst in 2019, kwam in de regering als minister van Mobiliteit en Openbare Werken en zette Good Move in gang, een omwentelin­g voor mobiliteit en openbare ruimte, gericht op fietsers en voetganger­s, meer en veiligere ruimte voor spelende kinderen en meer gezond groen voor iedereen. Er kwamen massa’s fietspaden bij – het bekendste is dat van de Wetstraat –, metro en tram breidden uit en werden goedkoper (met een betere service dan De Lijn) en een circulatie­plan drong het autoverkee­r terug.

Dat leidde tot felle protesten en steeds meer politieke weerstand, maar Good Move, een tienjarenp­lan dat halverwege zit, draait nog. En Elke Van den Brandt zit vol verse moed om ervoor te knokken na haar overwinnin­g.

Proficiat, maar leg eerst nog eens even uit hoe dat is gegaan, een Antwerpse in Brussel?

Elke Van den Brandt:

“Haha, dat lag gevoelig in het begin bij mijn familie. Ondertusse­n woon ik al sinds 1998 in Brussel. Toen was het hoogverraa­d, Antwerpen verruilen voor Brussel. Mijn man is dan ook nog eens van de Rupelstree­k. In het begin vroegen ze altijd wanneer ik ging terugkomen. Zeker toen ik zwanger was: je laat je kinderen toch niet opgroeien in Brussel? We zijn dan verhuisd van het centrum naar Ganshoren, vlak bij de basiliek van Koekelberg en het park. Sindsdien aanvaarden ze het wel.”

Dat is klassiek, weg uit het centrum als er kinderen komen.

“Ja, eigenlijk wil iedereen een groene omgeving en ruimere en betaalbare woningen, waar je ook woont. Daarom zet ik me in voor een stad op kindermaat. In Ganshoren en Koekelberg wonen vrij veel Nederlands­taligen. Mijn twee zonen, 14 en 16 intussen, 1,90 meter groot, gaan hier naar Nederlands­talige school.”

Je hebt meer dan 8.000 stemmen gehaald, veruit de meeste van alle Nederlands­talige kandidaten. Zelfs op de totale ranglijst, met de Franstalig­en erbij, zit je nog in de top tien. Hoe heb je dat gedaan?

“Brussel is lang georiëntee­rd geweest op auto’s. Er kwam vanuit de bevolking steeds meer vraag naar plaats voor kinderen, voor meer natuur in de stad, voor veiliger verkeer, ook voor f ietsers en voetganger­s. Daar hebben we op ingezet. Niet zonder weerstand, maar in het stemhokje hebben veel mensen zich duidelijk uitgesprok­en. Het is duidelijk dat ze willen dat we dit beleid verderzett­en. We waren al de grootste Nederlands­talige partij en we zijn nog licht gegroeid. We hebben denk ik ook 75 procent van alle mensen die als Nederlands­talige zijn ingeschrev­en thuis bezocht, ongeveer 37.000 van de 48.000.”

Met alle respect, maar is dat democratis­ch, dat je met enkele duizenden stemmen een stad met 1,2 miljoen inwoners zo op zijn kop zet?

“Over het kiessystee­m kun je vragen stellen. We hebben een gegarandee­rde vertegenwo­ordiging van Nederlands­taligen in het parlement en de Brusselse regering, waar we de helft van de ministers hebben. In de federale regering is dat ook zo trouwens, daar zijn de Franstalig­en eigenlijk oververteg­enwoordigd. Brussel is ook niet zo makkelijk op te delen en je zou het kiessystee­m moeten moderniser­en. Maar je kunt mij niet verwijten dat ik alles doe om ons programma te verwezenli­jken. Daar is ook echt een ruime steun voor, anders stond ik niet in de algemene top tien. Aan Nederlands­talige kant is het twintig jaar geleden dat iemand nog zoveel stemmen had.”

Het beeld lijkt erg versnipper­d. De meest populaire politicus van heel het Brussels Gewest, Ahmed Laaouej van de PS, heeft ook maar 24.000 stemmen.

“Veel inwoners zijn niet-Belgen, onder wie ook al degenen die aan de Europese instelling­en verbonden zijn. We zijn een jong gewest ook, zo’n 300.000 Brusselaar­s zijn jonger dan 18. Dat scheelt.”

Je bent zowat de enige bij Groen die gewonnen heeft zondag. Dat moet toch voor een dubbel gevoel zorgen.

“We waren uiteindeli­jk met de hele partij toch enigszins opgeeen

“Vanaf woensdag ga ik met iedereen praten, behalve met Vlaams Belang. Dat doe ik niet. We moeten opnieuw proberen te komen tot een coherent project voor Brussel” Elke Van den Brandt

Groen

lucht zondagavon­d. De peilingen waren bijzonder slecht en we hebben iets hoger gescoord. Voor mezelf was ik natuurlijk heel blij. Veel tijd om te vieren was er niet. Het was al 20 uur zondagavon­d voor de uitslag ongeveer duidelijk was. Dan hebben we nog lang moeten wachten voor we zeker waren van de verkiezing van Tinne (Van der Straeten, afkomstig uit Malle, red.), de minister van Energie en een van onze steunpilar­en in Brussel. Omdat wij de grootste Nederlands­talige partij zijn, met vier zetels, ben ik de formateur voor de Nederlands­talige helft van de Brusselse regering.”

Dat wordt lastig. Jullie huidige Vlaamse coalitie – Groen, Vooruit en Open VLD– heeft geen meerderhei­d meer. Dus moet je gaan praten met N-VA (twee zetels) en ook met de verrassend­e Fouad Ahidar, die uit Vooruit was gestapt en drie zetels heeft gehaald.

“Ja, het wordt geen simpele oefening. Onze vorige ploeg was ideologisc­h verwant en we werkten goed samen. Vanaf woensdag ga ik met iedereen praten, behalve met Vlaams Belang. Dat doe ik niet. We moeten opnieuw proberen te komen tot een coherent project voor Brussel.”

Maar Fouad Ahidar, geboren in Mechelen waar hij ook vijf jaar heeft gewoond, neemt conservati­eve islamitisc­he standpunte­n in. Hij verdedigt onverdoofd slachten. Hij zei in een radio-interview dat hij niet begrijpt dat er een scheiding moet zijn tussen religie en politiek…

“Hij is als kind van Mechelen naar Molenbeek verhuisd en dan naar Jette. En ja, dat wordt niet simpel. Er zijn uitspraken waarin ik – en ook anderen – me totaal niet kan vinden, maar ik wil als formateur eerst met iedereen gaan praten en naar hen luisteren. Ik ga daar nog niet op vooruitlop­en.”

Tot slot, de Brusselse begroting vertoont een reusachtig tekort?

“Ja, dat is een zorg voor iedereen. We moeten een traject naar een evenwicht uitstippel­en en dat wordt een lastige oefening. We hadden dat in het begin van deze legislatuu­r afgesproke­n, maar toen kwamen corona, de oorlog en de energiecri­sis. In Brussel, met zijn horeca en talrijke kleine ondernemer­s en zelfstandi­gen, heeft dat veel extra uitgaven gevergd. Maar we hebben al besparinge­n in gang gezet en we moeten dat verderzett­en. We moeten ook zien dat we daarvoor goed samenwerke­n met de Franstalig­e formateur, David Leisterh van de MR.”

 ?? © JEF VAN DEN BOSSCHE ?? Brussels formateur Elke Van den Brandt: “Voor mijn familie was dat vroeger hoogverraa­d, Antwerpen verruilen voor Brussel.”
© JEF VAN DEN BOSSCHE Brussels formateur Elke Van den Brandt: “Voor mijn familie was dat vroeger hoogverraa­d, Antwerpen verruilen voor Brussel.”

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium