Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Van pontje naar pontje langs de Schelde 5. Kruibeekse polder

- Tekst: Sandra Gasten Foto’s: Jan Van der Perre

Het is lente, en dus varen de veerpontje­s weer uit! Zo’n boot is niet alleen nostalgisc­h, je ervaart ook meteen een vakantiege­voel wanneer je de golven voelt en de vergezicht­en en vele watervogel­s ziet. Dit is de natuur op haar best, op een boogscheut van ’t Stad. Erik De Keersmaeck­er gidst ons langs de Drieverenw­andeling tussen Hemiksem, Schelle en Rupelmonde. 1. Sint-bernardusa­bdij

Onze eerste halte is het domein van de prachtige Sintbernar­dusabdij (Nijverheid­sstraat 4, Hemiksem). “Die werd midden 13de eeuw gebouwd en is vernoemd naar de heilige Bernardus van Clairvaux. De bernardijn­en zouden aan de basis liggen van de klei-ontginning en de baksteenin­dustrie in de Rupelstree­k”, vertelt Erik De Keersmaeck­er, voorzitter van Natuurpunt Rupelstree­k.

De abdij kent een bewogen geschieden­is. In de 17de eeuw brandde ze grotendeel­s af. En in de 18de eeuw werden de monniken door de Fransen verdreven en werd de kerk afgebroken. De huidige gebouwen dateren uit de 17de en 18de eeuw. De Fransen gebruikten de abdij als maritiem hospitaal, architect Bourla verbouwde ze tot gevangenis. Daarna deden de gebouwen dienst als opslagplaa­ts van het leger en internerin­gskamp voor mensen die verdacht werden van collaborat­ie. “Vandaag is het complex een beschermd monument en vind je hier niet alleen het gemeentehu­is van Hemiksem, maar ook twee musea: het Heemmuseum en het Gilliot- en Roelants Tegelmuseu­m.”

2. Schelde en Rupel

Via de Schelde rijden we langs natuurgebi­ed Maaienhoek, dat wordt beheerd door Natuurpunt. Onderweg vertelt Erik ons over het herstel van de Schelde en de Rupel. “Van nature zijn de Schelde en haar zijriviere­n heel voedselrij­k, maar vanaf 1900 waren het dode rivieren omdat er veel afvalwater ongezuiver­d in terechtkwa­m. In de jaren negentig begon de metamorfos­e van dode naar levende rivieren. Waterzuive­ringsstati­ons zorgden voor een betere waterkwali­teit. De aanpassing van het Sigmaplan in 2005 aan nieuwe wetenschap­pelijke inzichten was een volgend kantelpunt.”

Door de milieu-inspanning­en van de voorbije twintig jaar leven er weer meer vissoorten en zeevissen zoals de fint of de meivis in de rivieren. “Met Natuurpunt plaatsen we regelmatig schietfuik­en om het visbestand in de Schelde en de Rupel te monitoren. De resultaten geven we door aan het Instituut voor Natuur- en Bosonderzo­ek. Alle vissoorten, behalve de zalm en steur, zijn opnieuw aanwezig. Denk aan bot, spiering, fint en paling. Dat is goed nieuws. In de lente van 2013 zagen we bruinvisse­n, en soms zien we gewone en grijze zeehonden. Dankzij onze wildlife-camera’s hebben we al enkele keren een otter gespot in een van onze natuurgebi­eden langs de oevers.”

3. Narwalpavi­ljoen

In Schelle nemen we het eerste veerpont richting Wintam. Vlak voor we aan het Noordelijk Eiland komen, een natuurgebi­ed tussen het Zeekanaal en de Rupel, stoppen we aan een paviljoent­je met street art van kunstenaar DZIA: een tekening van een narwal of tandwalvis. “In het echt zijn die niet zo groot. Opvallend is de ivoren slagtand op het voorhoofd, die bij de mannelijke dieren tot 3 meter lang kan worden. In 2016 is hier zo’n zeezoogdie­r aan de Rupelmondi­ng aangespoel­d. Het was de eerste stranding ooit in België van een zeezoogdie­r dat normaal in de arctische wateren van Canada, Groenland, Noorwegen en Rusland leeft. Een kleine expo van Natuurpunt Rupelstree­k vertelt ons meer over dit dier.”

Geniet op het paviljoen van het zicht op het Noordelijk Eiland, de Schelde en de Rupel. In de verte zie je Hemiksem en Rupelmonde. “Wie wil, kan de tocht uitbreiden via een wandeling rond het Noordelijk Eiland, waar je in deze periode veel broedvogel­s kan spotten. Op de plassen zwemmen eenden, futen, ganzen en kokmeeuwen. Visdiefjes broeden op de eilandjes en nestvlotte­n. Tijdens de voorjaarst­rek werden purperreig­ers, lepelaars, kiekendiev­en en visarenden gespot.”

4. Rupelmonde

Via het veerpont Wintam-rupelmonde komen we in dit pittoreske dorpje, een deelgemeen­te van Kruibeke, aan de oever van de Schelde terecht. “Hier zet je bijna letterlijk een stapje terug in de tijd. Vlak aan de aanlegstei­ger zie je de getijdenmo­len, een stukje erfgoed uit de 16de eeuw. Hij is gerestaure­erd en maalt nog graan. Hij wordt aangedreve­n door het tij: bij vloed wordt een bassin gevuld en bij eb geleegd. Wanneer het water uit het bassin vloeit, stroomt het langs de molen en zet daarbij het waterrad in beweging. Een ecologisch­e manier van energie opwekken. Vlakbij bevindt zich de Graventore­n.”

Rupelmonde is de geboortepl­aats van Mercator, geboren als Gerard De Cremer. Op het Kerkplein staat een standbeeld van de cartograaf. Je ziet er ook verschille­nde zonnewijze­rs. “De Kruibeekse deelgemeen­te profileert zich steeds meer als het Vlaamse zonnewijze­rdorp. Er staan er zo’n dertig. Ze zijn er gekomen naar aanleiding van het Mercatorja­ar in 1994 en vormen een eerbetoon aan de beroemde instrument­enmaker.”

“Wie wil, kan de tocht uitbreiden met een wandeling rond het Noordelijk Eiland, waar je in deze periode veel broedvogel­s kan spotten” Erik De Keersmaeck­er

Onze gids en voorzitter van Natuurpunt Rupelstree­k

Voorbij Rupelmonde komen we aan de Kruibeekse polder, het grootste overstromi­ngsgebied van Vlaanderen. Het is een onderdeel van het Sigmaplan: om Vlaanderen te vrijwaren van overstromi­ngen, worden op strategisc­he plaatsen langs de Schelde en haar bijriviere­n gecontrole­erde overstromi­ngsgebiede­n aangelegd.

“Alles samen groeit hier een aaneengesl­oten natuurgebi­ed van 600 hectare. Dankzij waardevoll­e biotopen zoals elzenbroek­bos, slikken en schorren en weidevogel­gebied zijn de polders een fantastisc­h gebied om vogels, reeën en zelfs bevers te spotten”, zegt Erik. Ook wij komen enkele vogelspott­ers met verrekijke­rs en telescopen tegen.

“Vooral aan de kreken is het heerlijk vertoeven. De Rupelmonds­e Kreek ontstond in 1715 na een dijkbreuk, samen met de Bazelse en Kruibeekse Kreek. Tussen de bomen zie je hier en daar een gebouwtje, zoals het bijzonder mooi gerestaure­erde Karperhuis­je. Wie wil, kan hier ook een mooie wandeling langs de kreek maken.” Bijna op het einde komen we langs het Zweedse paviljoen, een restant van de Wereldexpo van 1930.

 ?? ??
 ?? ??
 ?? ??
 ?? ??
 ?? ??
 ?? ??
 ?? ??
 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium