Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Van Aert zo goed als zeker naar Tour
Wout van Aert (29) begint zo goed als zeker op zaterdag 27 juni in Firenze aan zijn zesde opeenvolgende Ronde van Frankrijk. Dat plan ligt alvast mee op de tekentafel van Visma-lease a Bike.
Wout van Aert was op 27 maart het belangrijkste slachtoffer van de intussen beruchte valpartij in Dwars door Vlaanderen. Naast een sleutelbeenbreuk werden ook zeven gebroken ribben geteld en een gebroken borstbeen. Hij liep ook een gekneusde long op.
Wat al vrij snel duidelijk was, werd op 11 april door de renner zelf bevestigd. Van Aert zou niet kunnen deelnemen aan de Ronde van Italië, de rittenwedstrijd die hij voor het eerst op de planning had staan. Het team liet op dezelfde dag weten dat het nog te vroeg was om over een nieuwe planning te spreken en wilde zijn renner in eerste instantie de tijd geven om volledig te herstellen.
Intussen gaat het met Van Aert al een pak beter, in die mate dat hij al enkele bescheiden trainingsritjes heeft kunnen afwerken. Zo fietste hij dinsdag nog naar LAB, de Antwerpse sportschool waar hij aan het revalideren is. En dus willen ze bij Vismalease a Bike zo snel mogelijk een nieuw programma opstellen op weg naar de olympische tijd- en wegrit in Parijs. Die weg verloopt zo goed als zeker via de Ronde van Frankrijk. Alleen is nog niet duidelijk in welke rol. Het team heeft immers nog een tweede en groter zorgenkind, Jonas Vingegaard. De tweevoudige Tourwinnaar viel zwaar in de Ronde van het Baskenland en verbleef meer dan een week in een Spaans ziekenhuis alvorens hij naar Denemarken kon worden getransporteerd. Of hij überhaupt de Tour haalt en in welke conditie, is momenteel nog niet duidelijk. Een Tour zonder Vingegaard zou het voor Van Aert makkelijker maken om zich te focussen op eventuele ritzeges én conditieopbouw.
Voor Van Aert wordt het dus wellicht zijn zesde Tour op rij. Hij won er al negen ritten: eentje in 2019, twee in 2020 en drie in 2021 en 2022. In zijn debuutjaar won hij met Jumbo-visma ook de ploegentijdrit en twee jaar geleden pakte hij de groene trui.
Ronde van Noorwegen
De uiteindelijke beslissing omtrent de verdere opbouw van het seizoen wordt eerstdaags genomen. Een hoogtestage ligt voor de hand. Of er voor de Tour nog wedstrijden op zijn programma zullen staan, is nog geen uitgemaakte zaak. De kans bestaat dat Van Aert de competitie al herbegint in de Ronde van Noorwegen (23 mei tot 26 mei). Nadien zou hij ook nog kunnen deelnemen aan de Heistse Pijl op 3 juni. Die wedstrijd wordt georganiseerd door zijn manager Jef Van Den Bosch en gepatroneerd door een bedrijf, Heylen Vastgoed, waarvan hij zelf aandeelhouder is.
Het plan A van Wout van Aert was om de Giro te rijden, de Tour de France over te slaan en zich via een (hoogte)stage op de Olympische Spelen voor te bereiden. Na zijn val in Dwars door Vlaanderen belandde dat als een propje in de prullenmand en gingen Van Aert, zijn nieuwe coach Mathieu Heijboer en de andere architecten van Visma-lease a Bike weer rond de tekentafel zitten.
Het plan B met tóch Tour de France wordt op enthousiasme onthaald. Mocht er nog een spatje twijfel zijn bij Van Aert, dan geven ervaringsdeskundige Greg Van Avermaet, inspanningsfysioloog Jan Bourgois en de recente geschiedenis hem het laatste duwtje. Tenminste als hij zich in Frankrijk niet moet uitwringen voor ploegmakker en tweevoudig Tourwinnaar Jonas Vingegaard.
Ook bondscoach Sven Vanthourenhout kan er zich in vinden. “Wat ook het nieuwe programma van Wout wordt, voor mij is het belangrijk dat de Olympische Spelen daarin belangrijk blijven. Als dat het geval is, dan maakt het mij niet uit of ze voor een hoogtestage of de Tour als voorbereiding kiezen. De communicatie met Wout en zijn ploeg is goed en open. Ik maak me er geen zorgen over dat ze daar duidelijk en eerlijk over zullen communiceren.”
Vier op een rij
De Tour als voorbereiding op de Spelen heeft de toets van de (recente) geschiedenis met grote onderscheiding doorstaan. De jongste vier olympische kampioenen in de wegrit reden vóór de Olympische Spelen telkens de Tour: Richard Carapaz in Tokio 2021, Alexandre Vinokourov in Londen 2012, Samuel Sanchez in Peking 2008 en uiteraard Greg Van Avermaet in Rio 2016.
“Als je tot de laatste Tourweek elke dag diep moet gaan voor het algemeen klassement, dan wordt het moeilijk, maar als je er ritten kan uitkiezen en de vrijheid hebt om het op andere dagen te laten lopen, dan is de Tour de ideale voorbereiding om twee weken nadien te profiteren van de supercompensatie”, zegt Greg Van Avermaet. “De wegrit in Rio was twee weken na de Tour. Maar ik was ook vaak goed in de Clasica San Sebastian, een week na de Tour. Op zich is dat moeilijk te verklaren, want in de week na de Tour was ik moe en lag ik vaak in bed, maar een week later voelde ik een boost in koers. Dat goede gevoel kwam pas in de wedstrijd zelf. ”
Voor Van Avermaet wordt het cruciaal dat Van Aert en Vismalease a Bike duidelijke afspraken maken. “Hij mag niet opnieuw de laatste man in de bergen zijn voor Jonas Vingegaard, waarbij hij zich compleet moet uitwringen. Ik vind dat Wout het verdient om prioriteit te zijn en de vrijheid te krijgen om er ritten uit te pikken. Er moet goede communicatie zijn waarbij Wout kan aangeven hoe hij zich voelt en hij zich vroeg opzij kan zetten als hij een rustigere dag nodig heeft. Een toprenner als Van Aert kan zelfs in lastige ritten vrij makkelijk binnenkomen als hij zich in de grupetto zet. Op die manier kun je een Tour doseren zoals een stage.”
Van Avermaet ziet nog voordelen. “Visma-lease a Bike omkadert zijn stages ook heel professioneel, maar in de Tour heb je drie weken lang sowieso de ideale omkadering: elke dag massage, ideale maaltijden: alles is geregeld, je moet nauwelijks nadenken. Ik vond dat mentaal makkelijker dan een stage. En na zijn voorjaar, waarin hij zijn belangrijkste doelen zag wegvallen, kan Wout in de Tour mentaal groeien met ritzeges of mooie prestaties. Als alles louter in het teken van de Spelen staat, dan kan alles door één tegenslag plots wegvallen.”
Ideaal voor wegrit
Toch valt er een kanttekening te maken: in Tokio kwam het hele olympische podium van de wegrit uit de Tour (inclusief zilveren Van Aert), maar bij de tijdrit was dat anders. Enkel olympisch tijdritkampioen Primoz Roglic was gestart in La Grande Boucle, maar hij stapte al na een week af door de gevolgen van een val.
In Tokio werd de olympische tijdrit twee weken na de Tour gereden, de wegrit een week erna. Voor Van Aert was de mentale spanningsboog na een zware Tour (waarin hij de laatste twee etappes won) tot de tijdrit te lang. In Parijs is het andersom en volgt de tijdrit (27 juli) zes dagen na de Tour (29 juni-21 juli) en de wegrit (3 augustus) dertien dagen erna.
Zorgen dat de Tour dit keer ook mentaal licht verteerbaar blijft, wordt cruciaal. Puur fysiek is een topprestatie twee weken na de Tour zelfs makkelijker dan zes dagen erna. “Als je in een uithoudingssport naar de Spelen wil pieken, heb je in het laatste trainingsblok volume en intensiteit nodig”, zegt Jan Bourgois, professor inspanningsfysiologie aan de Ugent. “Beide prikkels vind je in de Tour. Een renner komt sowieso vermoeid uit de Tour, maar als niet-klassementsman kan je ervoor zorgen dat je niet uitgewrongen bent. Dan kun je via een taper (relatieve rustperiode, red.) van 6 tot 14 dagen tot een piek komen. In zo’n taper schroef je het volume drastisch terug, zodat je recupereert en behoud je intensiteit als prioritaire prikkel. Voor de olympische tijdrit in Parijs wordt het met die zes dagen kantje boord, al kan het, maar voor de wegrit dertien dagen later is — mits een goeie omkadering en verstandige aanpak — de Tour een ideale voorbereiding.”
“Wat ook het nieuwe programma van Wout wordt, voor mij is het belangrijk dat de Olympische Spelen daarin belangrijk blijven” Sven Vanthourenhout
Belgische bondscoach
“Wout mag niet opnieuw de laatste man in de bergen zijn voor Jonas Vingegaard. Hij moet de Tour doseren zoals een stage” Greg Van Avermaet
Olympisch kampioen 2016
“Als je in een uithoudingssport naar de Spelen wil pieken, heb je in het laatste trainingsblok volume en intensiteit nodig” Jan Bourgois
Professor inspanningsfysiologie