Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Gelukkig lieten we Tadej niet te veel trainen”

- STIJN JORIS

Als alles in de Giro volgens verwachtin­g verloopt, wacht Tadej Pogacar op de voorlaatst­e dag nog een ultieme ereronde, vlak aan de Sloveense grens. Op de Monte Grappa zal ook Miha Koncilija (43) postvatten, zijn eerste coach. “In totaal heb ik me een vijftal jaar om Tadej bekommerd.”

Als kleine Tadej zo’n vijftien jaar geleden zijn eerste wedstrijd koerst, is Miha Koncilija zijn coach bij ROG Cycling team. Op dat moment zijn er nog geen signalen dat hij een latere Tourwinnaa­r in handen heeft. Koncilija zelf was ook niet bepaald een hoog vlieger als renner. “Bij de junioren ben ik eens nationaal kampioen geworden. Ik behoorde tot de beste acht renners van mijn generatie, maar slechts twee hebben het tot prof geschopt. Ik ben dan maar sport gaan studeren en haalde een diploma van leerkracht en eentje van wielercoac­h.”

En zo botst hij op een jongetje dat intussen de Monumenten blijft opstapelen. Van zijn 10de tot zijn 12de krijgt mini-Pogi instructie­s van Koncilija en later bij de nieuweling­en en de junioren kruisen ze mekaar opnieuw. “We werkten op de jongste leeftijden natuurlijk nog niet met trainingss­chema’s, maar ik was bij de koersen. We waren met vier coaches en hielpen mekaar zoveel we konden. In totaal heb ik me een vijftal jaar om Tadej bekommerd.”

Met dank aan Tilen

Sindsdien gaat Koncilija door het leven als de ontdekker van Pogacar. Een eer die hij zelf liever niet opstrijkt. “Zonder zijn broer Tilen zou Tadej nooit beginnen koersen zijn. Die ging fietsen en Tadej wilde mee met zijn oudere broer. Anders was hij misschien blijven voetballen. Ik ben wel trots, maar dan vooral omdat ik hem heb getoond waarom sporten goed voor kinderen is.”

Het verhaal van wanneer hij voor de eerste keer opmerkt dat Pogacar het tot bij de profs kan schoppen, heeft Koncilija al zo vaak gedaan dat hij het inmiddels als een nieuwjaars­brief weet af te rammelen. Daarvoor moet hij terug naar de ASKÖ-Radjugendt­our. Een Oostenrijk­se rittenweds­trijd uit 2014 voor nieuweling­en, waar Pogacar onder meer het pad van Jasper Philipsen en Gerben Thijssen kruist. “De kleine Tadej ging er met de nationale jeugdselec­tie rijden tegen renners als Marc Hirschi. Hij was 20 centimeter kleiner en wellicht ook 20 kilo lichter dan de rest van het peloton, maar bergop schudde hij iedereen af. Zijn solo strandde op 500 meter van de meet. Dat terwijl hij in een peloton rondreed waarvan de rest op het vlakke makkelijk 200 watt meer kon duwen. In zijn eentje hield hij bijna stand tegen de beteren van zijn generatie en heel wat renners die het intussen ook ver hebben gebracht.”

Echt pushen hoeft Koncilija niet te doen. De drive zit er dan al in. Het jonge rennertje wil alsmaar beter worden, dag na dag. Koncilija is verrassend genoeg vooral blij dat hij de jonge Pogi in die periode niet te veel hooi op zijn vork laat nemen. “Hij maakte elk jaar gestaag vooruitgan­g en dat is vandaag nog zo. Tadej is nog altijd heel gemotiveer­d. Dat toont aan dat we hem niet te veel hebben laten trainen op jonge leeftijd. Zo is hij wielrennen altijd leuk blijven vinden. Voor mij één van de belangrijk­ere puzzelstuk­jes van zijn carrière.”

Geen puberende Pogi

Een lastpak is Pogacar op jonge leeftijd niet. Koncilija kan zich niet herinneren dat hij zich één keer kwaad heeft moeten maken op een puberende Pogacar. “Tadej was de gedroomde jongen voor elke trainer. Hij deed alles wat je vroeg en er waren nooit problemen. Met iedereen kon hij het vinden en de vriendjes die hij toen had, is hij altijd trouw gebleven.”

Vandaag zijn de rollen eigenlijk omgedraaid. Koncilija staat aan het hoofd van jeugdploeg Pogi Team, met zijn vroegere pupil als motor en geldschiet­er van dat project. Koncilija moet aan Pogacar rapportere­n en krijgt zijn salaris van de beste renner ter wereld. “Tadej wilde iets terug

doen voor het Sloveense wielrennen”, zegt Koncilija. “Hij helpt ons financieel en schakelde ook zijn sponsors in voor helmen, fietsen, brillen… Zo kunnen we 200 wielrenner­tjes van 6 tot 18 jaar laten fietsen. Zonder zijn hulp zou dat niet mogelijk zijn. We hebben acht coaches, twee mecanicien­s en een masseur bij de ploeg. Ik coördineer alles intussen al zo’n vier jaar. Dankzij Tadej heb ik een beter loon. (lacht) Hij vond het leuk om de juniorenpl­oeg naar hem te vernoemen en samen met Urska bedacht hij het shirt waarin we koersen. De club runt ook nog een continenta­al team, een vrouwenplo­eg en een gran fondo.”

Dagelijks staan de twee niet meer met mekaar in contact.

“Zonder zijn broer Tilen zou Tadej nooit beginnen koersen zijn. Die ging fietsenen Tadej wilde mee. Anders was hij misschien blijven voetballen” Miha Koncilija

Ex-coach Pogacar

Koncilija wil Pogacar niet om de haverklap lastigvall­en voor futiliteit­en waar hij zijn energie beter niet in kan stoppen. Maar als ze mekaar treffen, halen ze graag herinnerin­gen op. “Als hij weer een straf nummer heeft opgevoerd, stuur ik hem een berichtje. Dan kaarten we wel eens wat na over de koers. Als hij nog eens in Slovenië is, gaan we wel eens lunchen of samen trainen. Ik woon op amper 2 km van zijn ouders. In de winter gingen we nog wel eens langlaufen in de buurt. Dan lachten we wat af. Tadej wilde altijd sprongetje­s maken.”

In tranen tijdens de Tour

Voor het mooiste moment dat Koncilija dankzij Pogacar mocht beleven, moeten we terug naar 2020, die spraakmake­nde tijdrit op La Planche des Belles Filles. Waar Pogi op de voorlaatst­e dag van de Tour tegen alle verwachtin­gen in landgenoot Primoz Roglic nog uit het geel rijdt. “We keken die wedstrijd in ons clublokaal na een koers. Ik had de tranen in mijn ogen. Het was een vreemde dag. Terwijl 90 procent van Slovenië triest was omdat Roglic de Tour verloor, heerste er bij ons euforie. Ook wij hadden

het niet zien aankomen en waren al trots dat Tadej de witte trui zou pakken.”

Het blijft een vreemd gegeven. In Slovenië heerst een soort van microklima­at. Waar de rest van de wereld aan de voeten van Pogacar ligt, adoreren de Slovenen toch vooral Roglic. Hun eerste wielergod, voor wie ze al een boontje hebben nog vóór Pogi prof wordt. “Hij was de eerste renner die knappe prestaties leverde. Doordat Primoz uit het schansspri­ngen komt en ondanks zijn vele valpartije­n telkens weer terugkeert, kunnen veel mensen zich met hem identifice­ren. Slovenen scharen zich allemaal achter iemand die iets buitenspor­igs presteert. Roglic was de eerste die grote overwinnin­gen mee terug naar ons land bracht. Hij was al een ster toen Tadej nog naam moest maken. Daardoor is hij altijd de chouchou gebleven.”

Straks plant Koncilija een tripje naar Italië om zijn poulain aan het werk te zien. Volgt er een nieuwe high five tussen de twee, zoals in de Strade Bianche? “Toen was zijn voorsprong zo groot dat hij die luxe had. We gaan met zijn familie een paar ritten meepikken die vlakbij Slovenië doorgaan, die naar de Monte Grappa bijvoorbee­ld, waar hij een hele goeie kans heeft om te winnen. We zullen zien of hij opnieuw in zo’n comfortabe­le situatie terechtkom­t dat hij tijd heeft om ons te spotten en een high five te geven.” (lacht)

“Hij deed alles wat je vroeg en er waren nooit problemen. Met iedereen kon hij het vinden en de vriendjes die hij toen had, is hij altijd trouw gebleven”

Miha Koncilija

Ex-coach Pogacar

 ?? ??
 ?? © RR ?? De kleine Pogacar op een grote fiets: “Hij maakte elk jaar gestaag vooruitgan­g en dat is vandaag nog zo”; aldus ex-coach Miha Koncilija.
© RR De kleine Pogacar op een grote fiets: “Hij maakte elk jaar gestaag vooruitgan­g en dat is vandaag nog zo”; aldus ex-coach Miha Koncilija.
 ?? ??
 ?? © RR ?? Miha Koncilija met Pogacar: “Als hij weer een straf nummer heeft opgevoerd, stuur ik hem een berichtje.”
© RR Miha Koncilija met Pogacar: “Als hij weer een straf nummer heeft opgevoerd, stuur ik hem een berichtje.”

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium