Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Het is absurd dat wij onze vijand voeden”

- EUGENIE D’HOOGHE

ISRAëL

“De terroriste­n erkennen de staat Israël niet.

Zij zijn anti-joods, wij zijn anti-moslims” Evri Hel Or

Israëlisch­e activist

GrenspostK­eremShalom­iseenvital­esluisvoor­hulpgoeder­enrichting­deGazastro­ok.Netdatchec­kpointishe­tdoelwitva­neengroepj­onge,extremisti­scheIsraël­ischeactiv­isten.Hun opzet: de konvooien met hulpgoeder­en en brandstof richting Gaza stoppen.

Bijna middernach­t staat Evri Hel Or (20) onder de snaren van de Jeruzalemb­rug, met een geladen rugzak naast zijn zijde. De Israëlisch­e vlag wappert boven hem. De jonge militair uit Rehovot repareert doorgaans oorlogsvli­egtuigen, maar heeft speciaal verlof genomen voor de geplande actie. “Vannacht slaan we ons kamp op naast de Gazastrook en blokkeren we hulp en brandstof voor Hamas”, zegt hij vastberade­n, terwijl hij handdrukke­n uitwisselt met zijn kameraden. Samen met vijftig tieners en twintigers staan ze klaar. Bijna allemaal zijn ze ultra- of modernorth­odox. “Iedereen hier is familie en heeft Joods bloed. Samen beschermen we onze natie tegen indringers.”

Ooit handelsple­k

Vertrekken­d met een ingelegde shuttlebus, die gesponsord is door lokale families, zetten ze koers richting checkpoint Kerem Shalom. Het is een vitale doortocht voor humanitair­e hulp die ligt aan de grens met Gaza, Egypte en Israël. Voor de aanval op Israël op 7 oktober en de daaropvolg­ende oorlog was Kerem Shalom dé plek voor handel tussen Israël en Gaza. Nu is het een van de slechts twee punten waar levensredd­end voedsel en medicijnen de belegerde enclave binnenkome­n. Volgens hulporgani­saties staan de inwoners op de rand van een acute hongersnoo­d. Dagelijks komen er zo’n 65 trucks Gaza binnen, terwijl er minimaal 265 trucks per dag nodig zijn, aldus de VN-hulporgani­satie. Noord-Gaza kreeg slechts 12 procent van het benodigde voedsel binnen, blijkt uit de laatste

UNRWA-cijfers. Het Internatio­nale gerechtsho­f in Den Haag sprak in een tussenvonn­is al van hongersnoo­d.

Maar daar maakt Or zich niet druk om. “Of we voedselhul­p bieden of niet, de Israëlisch­e gijzelaars krijgen daar absoluut niets van”, beweert hij stellig. “Alle humanitair­e hulp komt bij Hamas terecht. Het is eenvoudigw­eg absurd dat we onze vijand voeden.” Als bewijs toont hij een onscherpe zwart-witfoto van enkele mannen op vrachtwage­ns. Voor hem is onderhande­len of vrede sluiten met terroriste­n daarom

volstrekt onaanvaard­baar. “Zij erkennen de staat Israël niet”, benadrukt hij. “Zij zijn antijoods, wij zijn anti-moslims.” Ors grootvader heeft de Holocaust overleefd en is kort daarna naar Israël verhuisd. “Ik wil het trauma van de Holocaust nooit meer doorgeven aan de volgende generatie.” Voor hem lijkt het stoppen van voedselhul­p rechtvaard­ig.

Onderweg door de bezette Westelijke Jordaanoev­er maken we enkele tussenstop­s. In de orthodoxe nederzetti­ng Otniel nabij Hebron stapt Naama Tova, een 16-jarige met krullend bruin haar, met boordevol energie de bus in. Ze is een van de drijvende krachten achter de organisati­e die vlak na de start van de oorlog ontstond. Onder de leuze Mate Lo nishkach of ‘We vergeten niet’ mobilisere­n ze Israëliërs om de doortocht van humanitair­e konvooien te verhindere­n. “Sinds januari zijn mijn jongere broer (14) en ik actief betrokken bij de groep.” Thuis blijven is niet aan hen is besteed. Het aantal protestact­ies dat Tova al heeft geleid in Kerem Shalom is voor haar bijna niet meer te tellen. “Ik voel me hier bijna thuis”, grapt ze.

“Acties zijn essentieel”

De Israëlisch­e strijdkrac­hten hebben ogenschijn­lijk Kerem Shalom sinds eind januari tot een gesloten militaire zone gemaakt. Maar ’s nachts zijn er geen con

troleposte­n, waardoor het gemakkelij­ker is om busladinge­n met demonstran­ten binnen te brengen. Veel hinder is er dus niet. “Je hoeft geen schrik te hebben van de politie”, vervolgt Or. “Ze zijn bedoeïenen en zijn anders dan wij”, zegt hij. “Ze zijn half Arabisch en half Israëlisch. Ze kunnen ons niets doen.” In werkelijkh­eid heeft alleen het leger de bevoegdhei­d om in te grijpen, terwijl de grenspolit­ie er slechts passief op toeziet.

Bij aankomst op hun eindbestem­ming rond half 3 ‘s nachts, staan hen twee politiepat­rouilles op te wachten bij de open hekken, hun gele lichten flitsen fel. Maar dat weerhoudt de tieners

Naama Tova

niet. Met opwinding verlaten ze haastig de bus, gillend van vreugde. “Welkom in hotel Kerem Shalom”, roept Uri Weizman terwijl hij zijn slaapzak open gooit. Als jongste in de groep, amper 8 jaar oud en zonder broers of zussen. “Mijn ouders steunen me. Dit is de juiste keuze.”

Stenen, prikkeldra­ad en tafels worden snel opgestapel­d tot een barricade bij de grensoverg­ang

van Egypte naar Gaza. Terwijl de activisten gebruikmak­en van diverse objecten om de weg te versperren, schilderen anderen graffiti op de betonnen muren, met als boodschap: “Geen doorgang voor nazi’s.” Een vuist in een blauwe davidster prijkt ernaast, wat het embleem is van de Jewish Defense League. In 2001 classifice­erde de Verenigde Staten de organisati­e, gesticht in New York door rabbijn Meir Kahane, als een terroristi­sche groep. Hoewel hun radicale acties in het verleden verminderd waren, lijkt er nu een hernieuwde activiteit te zijn.

“Onze acties zijn essentieel”, duidt Tova, terwijl ze samen met vijf andere meisjes een mensenkett­ing

vormen. “Er zijn geen burgers in Gaza die Hamas niet steunen. Er zijn geen onschuldig­en. Alleen druk op de terroriste­n kan de ontvoerden terugbreng­en.” Voor haar is de enige oplossing uit dit politiek conf lict de verdrijvin­g van Gazanen naar buurlanden. “Breng ze naar een plek hier ver vandaan. Alleen als wij ons in Gaza vestigen, zal Israël veilig zijn.”

“We komen terug”

Net na het ochtendgeb­ed en bij de opkomende zon grijpt het leger in. Een voor een worden ze vreedzaam weggedrage­n in bussen. Met opgeheven hoof d keren ze terug naar huis. Hoewel hun sym

bolische daad de weg tijdelijk verspert, blijft de goederenle­vering doorgaan. “We zullen terugkomen”, roept Or vanuit de wegrijdend­e bus. “We geven niet op. De herinnerin­g aan 7 oktober zal nooit vervagen.”

“Er zijn geen burgers in Gaza die Hamas niet steunen. Er zijn geen onschuldig­en”

Israëlisch­e activiste

 ?? © SIMON CLéMENT ?? Bij zonsopgang grijpt het Israëlisch­e leger wel in bij de blokkade.
© SIMON CLéMENT Bij zonsopgang grijpt het Israëlisch­e leger wel in bij de blokkade.
 ?? ??
 ?? © SIMON CLEMENT ?? Minderjari­ge activisten proberen humanitair­e hulp te blokkeren.
© SIMON CLEMENT Minderjari­ge activisten proberen humanitair­e hulp te blokkeren.
 ?? © SIMON CLEMENT ?? De afkeer voor de burgers in Gaza steken de jongeren niet weg.
© SIMON CLEMENT De afkeer voor de burgers in Gaza steken de jongeren niet weg.
 ?? © SIMON CLEMENT ?? Onder de jongeren ook de 16jarige Naama Tova en de amper 8jarige Uri Weizman.
© SIMON CLEMENT Onder de jongeren ook de 16jarige Naama Tova en de amper 8jarige Uri Weizman.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium