Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Tim Merlier blijft baas op zijn berg

Het zag er even benard uit, maar in een hectische slotkilome­ter breide Tim Merlier (31) alsnog een vervolg aan zijn succesreek­s op Nokereberg. Zelfs een haperende ketting kon hem niet van zijn derde zege op rij houden.

- STIJN JORIS

Vooraf wees alles op een duel tussen de twee beste Belgische spurters en dat kwam er ook, maar Tim Merlier maakte dankbaar gebruik van het thuisvoord­eel en bleek op Nokereberg ook voor Jasper Philipsen te sterk. Al hing hij op zo’n 600 meter van de streep wel even in de touwen. “Het gebeurt niet vaak, maar ze boksten me tot twee keer toe uit mijn trein. Normaal is er meer respect, maar goed. De belangen zijn groot. Daardoor raak ik Jonas Rickaert aan zijn stuur en veroorzaak ik eigenlijk een val die ik zelf nog net kan ontkomen. Veel kon ik er niet aan doen. Ik hoop dat iedereen in orde is. Bij mij lag mijn ketting eraf. Ik ben kalm gebleven en heb een paar keer van de grote naar de kleine plaat geschakeld, meestal springt de ketting er dan weer op en dat lukte net op tijd.”

Dan nog moest Merlier aan een inhaalrace beginnen. Het wiel van zijn lead-out Bert Van Lerberghe was hij helemaal kwijt. Dus moest hij het op zijn eentje zien te rooien. Net voor Nokereberg vond hij opnieuw de aansluitin­g en daar zette hij meteen aan. De snelheid die hij op het tarmac wist te ontwikkele­n nam hij mee op de steentjes. “Ik vond een gaatje en kwam vanuit de slipstream. Ik wist dat als ik die snelheid kon doortrekke­n, er niemand meer over zou komen. Ik wou het nochtans eens anders doen dan de voorbije jaren. In de Tirreno ging ik op 325 meter aan met Philipsen in mijn wiel en liep het mis. Iets te veel zelfvertro­uwen en dat is ook niet goed. Dat wou ik niet nog eens riskeren met Jakobsen of Philipsen in mijn zog. Alleen kwam ik nu in zo’n situatie terecht en ben ik toch opnieuw vol aangegaan op 300 van de meet (lacht).”

Drie op een rij dus voor Merlier, die nu mederecord­houder is met Hendrik Van Dyck. “Ik dacht nochtans even dat mijn reeks hier zou stoppen. Deze koers wint aan popularite­it. De sprinters kunnen alsmaar moeilijker scoren in Milaan-Sanremo en dan is Nokere een goed alternatie­f. Ik ben blij dat ik mijn status in mijn koers toch heb kunnen verdedigen. Voor mij betekent dit toch nog meer dan winnen in de Tirreno. Dit is een Belgische koers, dichtbij huis, voor mijn supporters.” En voor de ogen van zijn vriendin Cameron Vandenbrou­cke en hun zoontje Jules. “Hij was een beetje aan het wenen en was wat aangedaan. Ik denk dat hij wat meer moet buitenkome­n”, lachte Merlier.

Philipsen meteen naar Milaan

Jasper Philipsen had geen weerwoord op de supersonis­che versnellin­g van Merlier. De groene trui van de Tour hoopte op meer. Hij koerste ook mee in de frontlinie. Nog voor het tot een spurt kwam, reageerde hij op aanvallen van onder meer Wellens en Baroncini. “Ik voelde me goed”, zei Philipsen. “Dan is het leuk om wat mee te koersen. Heel extreem heb ik me niet gesmeten omdat ik wist dat het waarschijn­lijk wel tot een sprint zou komen met die tegenwind.”

Philipsen ontkwam aan die val in de slotkilome­ter en leek met de beste papieren naar de meet te stuiven, maar toen Merlier hem passeerde onderaan Nokereberg wist hij gelijk hoe laat het was. “De sprint verliep niet volledig volgens plan. Ik zat goed geposition­eerd, maar verloor het momentum een beetje. Tim kwam met zoveel snelheid dat het onmogelijk was om hem nog terug te halen op kasseien. De snelheid is nochtans goed, maar op kasseien sprinten is niet zo mijn ding. Ik kan er mijn kracht niet op kwijt. Natuurlijk kwam ik om te winnen, maar ik ben blij met het gevoel waarmee ik vertrek. Zaterdag volgt er een belangrijk­ere wedstrijd waar ik hoop te scoren.”

Philipsen moest vaart maken. Om 20.30 uur steeg zijn vliegtuig naar Linate al op. Zaterdag staat hij aan de start van Milaan-Sanremo. Vandaag gaat hij zijn licht al eens opsteken op de Poggio. “Ik trek er wel met een goed gevoel naartoe. De Tirreno wist ik vlot te verteren. Ik hield er alleen een lichte verkoudhei­d aan over, maar dat is niet zo erg. We zullen zien hoe de koers zaterdag evolueert. Als ik goed over de Poggio raak, moet er een kans zijn.”

Op de Via Roma hoeft Philipsen in elk geval Merlier al niet te vrezen. Die zit niet in de selectie van Soudal Quick-Step. “Het niveau is daar zo hoog en ze rijden nog elk jaar rapper en rapper. Ik moet realistisc­h zijn. In het huidige peloton moet er daar voor mij al veel meezitten. Ik heb er ook nog nooit gereden, ken de Poggio niet en koerste nog nooit meer dan 280 km. We hebben er in de winter over nagedacht, maar ik heb aangegeven dat als het niet echt moet, ik liever Nokere Koerse doe.” Een beslissing waar hij geen spijt van kreeg.

 ?? © BELGA ?? Jasper Philipsen moest zijn meerdere erkennen in Tim Merlier.
© BELGA Jasper Philipsen moest zijn meerdere erkennen in Tim Merlier.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium