Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Straffe vrouwen van ’t Stad
Meer aandacht voor de vrouwen die iets betekend hebben voor Antwerpen. Dat is waar stadsgids Carolien Krijnen voor ijvert. “Van de 3.500 straatnamen in Antwerpen verwijzen er maar zeventig naar een vrouw. Terwijl er doorheen de geschiedenis zoveel straffe Antwerpse madammen waren. We zouden hen meer moeten eren.” Bij deze doen we dat alvast met vijf van hen, in de aanloop naar Internationale Vrouwendag op 8 maart. 1. Agatha Gijzen ▶
“De Zoo zou niet geweest zijn wat ze vandaag is zonder Agatha Gijzen”, zegt onze gids Carolien Krijnen. De Rotterdamse Agatha Gijzen (1904-1995) werkte van 1947 tot 1974 als zoöloge in de Antwerpse dierentuin en later ook Planckendael. “Ze zette zich vanaf het begin in voor het welzijn van de dieren, zowel voor wat hun verblijven als hun zorg betrof. Agatha bepaalde onder meer dat elk zoodier een aparte medische fiche en identificatienummer moest krijgen om zo hun levensloop en gezondheid in kaart te brengen. Dat was revolutionair in die tijd. Zij was het ook die besliste om autopsieën uit te voeren op overleden dieren om een betere kijk te krijgen op hun doodsoorzaak.” Gijzen richtte zich in het bijzonder op de okapi en in het kweken met deze diersoort. “Het is dankzij haar dat de Zoo tot vandaag stamboekhouder is van de okapi. Dat betekent dat de Zoo van Antwerpen voor alle okapi’s in dierentuinen wereldwijd bepaalt hoe er gefokt wordt.”gijzen schreef diverse publicaties. En ze was er ook bij toen in 1953 Gust toekwam in de Antwerpse zoo, een jonge laaglandgorilla uit Congo die zou uitgroeien tot publiekslieveling. Hij kwam toe als een bange weesaap, ondervoed en teruggetrokken. Het was dankzij de ervaring van Agatha dat hij de juiste voeding kreeg en kon aansterken. Agatha zou tot 1974 in de dierentuin werken. In 1995 overleed ze. Haar as werd uitgestrooid op het Schoonselhof. “Ze heeft dus geen graf waar je naartoe kan gaan om haar te gedenken. En ook hier in de Zoo verwijst niets nog naar haar verwezenlijkingen.”
2. Nicole Van Goethem p
“Nicole Van Goethem is de enige Belgische Oscarwinnares ooit. Mocht een man zo’n beeldje gewonnen hebben, we zouden het tot vandaag vieren. Niet zo bij Nicole, velen kennen haar zelfs niet.” In de wijk Nieuw-zuid is een pad vernoemd naar de Antwerpse tekenares, cartoonist en animator. Nicole Van Goethem (1941-2000) had geen gemakkelijk leven en kreeg ook weinig erkenning voor haar werk en talent. “Dat had onder meer te maken met het feit dat ze werkte in volkse cafés en bars. In dat opzicht is het bijna grappig dat ze net hier een straatnaam kreeg, in een van de duurste wijken van de stad. Dit zou allesbehalve haar habitat zijn geweest. Haar stamcafé was artiestenkroeg De Kat in de Wolstraat. De legende zegt dat ze haar Oscar daar geregeld mee naartoe nam en neerkwakte op de toog. Ze noemde hem ‘mijnen Oskaar’.”
Van Goethem won haar Oscar in 1986 voor de animatiefilm Een Griekse tragedie. “Geheel onverwacht werd de film als winnaar uitgeroepen. Hij duurt amper 6 minuten, maar er werd anderhalf jaar lang aan gewerkt met een team van ongeveer twaalf personen. Van Goethem was eigenlijk illustratrice van opleiding, maar kwam in de wereld van de animatiefilm terecht toen ze in de jaren zeventig cartoonist Picha leerde kennen. Ze werkte eerder mee aan zijn animatiefilms.”
In deze wijk zijn overigens meerdere straten en paden vernoemd naar vrouwen. Zo is er ook het Edith Kielpad, naar de van oorsprong Duitse Edith Kiel (1904-1993) die in 1934 mee de langspeelfilm De Witte regisseerde. En het Ann Salenspad, naar modeontwerpster Ann Salens (1940-1994) die furore maakte met haar franjekleed, een eenvoudige gehaakte jurk met als blikvanger lange lussen. “Zangeres Ann Christy droeg steevast jurken ontworpen door Salens.”
3. Leonie Glass q
Het Leonie Glassplein ligt wat verborgen aan diamant- en juweelmuseum DIVA. “Over Leonie Glass (1876-1961) zelf is niet zo veel geweten, maar haar zoon werd wel wereldberoemd. Nochtans doet ook zijn naam, Marcel Tolkowsky, bij weinigen een belletje rinkelen. Hij berekende de wiskundige formule om een diamant in precies 57 of 58 facetten te slijpen, waarmee de briljant als slijpvorm was geboren. Tot vandaag, meer dan 100 jaar nadat hij die formule heeft bedacht, is het nog steeds de belangrijkste slijpvorm. Het wordt de american standard,
american ideal cut, Tolkowsky cut of de Tolkowsky brilliant genoemd.”
Glass werd geboren in 1876 en stierf in 1961. Op het Schoonselhof is een grafmonument terug te vinden van haar en haar echtgenoot Isidore Tolkowsky, een diamanthandelaar uit Antwerpen. Samen waren ze betrokken bij de Caisse Israëlite de Secours d’anvers, dat later opging in het Centraal Beheer voor Joodse Weldadigheid en Maatschappelijke Dienstverlening. Na het overlijden van haar echtgenoot in 1931 emigreerde Glass naar New York. Ze ligt dus zelf niet begraven op het Schoonselhof.
5. Maria Pypelincx q
“De vrouwen van Rubens zijn altijd interessant om te bespreken”, glimlacht Carolien Krijnen. Rubens’ moeder was Maria Pypelincx (1538-1608). Naar haar is de straat vernoemd die de Wapper met het Theaterplein verbindt. “Ze woonde op de Meir en trouwde in 1561 met een advocaat, Jan Rubens.”
Als advocaat werkte Jan Rubens onder meer voor Anna van Sasken, de echtgenote van Willem de Zwijger. De twee kregen een affaire en Anna werd zwanger. Daarop werd Jan Rubens opgepakt en naar het Duitse Siegen gebracht. Maria verhuisde prompt met haar kroost mee naar een dorp in de buurt van Siegen en schreef van daaruit steunbrieven tot Jan Rubens werd vrijgelaten en hij zich opnieuw bij zijn vrouw en kinderen mocht voegen. Jan en Maria kregen zes kinderen samen. Peter Paul was de jongste, hij werd geboren in 1577. Na de dood van haar man in 1587 keerde Maria samen met enkele van haar kinderen terug naar Antwerpen. Ze gingen in de Kloosterstraat wonen. “Toen Peter Paul te kennen gaf schilder te willen worden, stuurde Maria hem naar Italië. Daarvan keerde hij halsoverkop terug in 1608 toen hij vernam dat zijn moeder op sterven lag. Ze was al overleden tegen dat hij aankwam, maar hij zou toch nooit meer terugkeren naar Italië.”
Ook naar de twee vrouwen van Peter Paul Rubens, Isabella Brant en Helena Fourment, zijn twee Antwerpse straten vernoemd, ze liggen vlak bij elkaar in de Harmoniewijk.
4. Mary Prijot q
Mary Prijot (1917-1998) legde de fundamenten voor het modeonderwijs waarvoor Antwerpen vandaag zo befaamd is. Ze gaf les aan generaties studenten die later de Belgische mode op de kaart zouden zetten, onder wie de Antwerpse Zes. “Ze kreeg de bijnaam de ‘Chanel van Antwerpen’ omdat ze zo streng en klassiek was. Zo spoorde ze modeontwerpster Ann De Meulemeester aan om geen wit te gebruiken in haar ontwerpen, maar blanc cassé, gebroken wit, zoals ook Chanel het in Parijs deed.”
“Prijot werd geboren in 1917 in Groot-brittannië, maar verhuisde op haar zesde met haar ouders naar Antwerpen. Ze studeerde piano aan het conservatorium en richtte later, in 1962, de mode- en theaterkostuumopleiding op aan de Antwerpse Koninklijke Academie voor Schone Kunsten.” Prijot was opleidingshoofd, maar had zelf geen modeopleiding gevolgd. Daarom ging ze op latere leeftijd alsnog mode studeren in Keulen en Parijs. Tekenen was het fundament waarop de opleiding door Prijot werd gebouwd. In een interview zei ze ooit: “Ik dacht, modetekenen, wat doen we daar nu mee in België? Laten we daar maar modeontwerpen van maken want ik wist dat we een grote textielindustrie hadden. Dus ik ging kijken in het buitenland hoe modescholen daar georganiseerd waren. In Parijs heb ik mijn ogen en oren uitgekeken. Lettertekenen, patronen maken, modelleren, draperen.”
In 1982 ging Prijot met pensioen. Ze overleed in 1998.
“Nicole Van Goethem is de enige Belgische Oscarwinnares ooit. Mocht een man zo’n beeldje gewonnen hebben, we zouden het tot vandaag vieren. Niet zo bij Nicole, velen kennen haar zelfs niet” Carolien Krijnen
Stadsgids