Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ongelijkheid sluipt onvermijdelijk de rechtszaal binnen”
De ene is een vicepremier uit de Kempen, de andere student in de stad. En toch bloeit er een bromance tussen Paul Van Tigchelt en Amir Bachrouri, twee juristen met een mening. “Justitie moet meer zijn dan blinde wraak.”
Er zijn drie zekerheden in het leven: de dood, belastingen en Paul Van Tigchelt (50) die pas als laatste een café verlaat. Dat is zaterdagavond in Den Engel niet anders. Terwijl twee medewerkers buiten op hun klok turen, slaat de justitieminister na afloop van het interview nog een praatje met enkele tooghangers. Het is campagnetijd, en dat zal iedereen geweten hebben.
“Ik ben een Kempense bakkerszoon van zeer bescheiden komaf. Ik zit soms in het kernkabinet met het idee: zie mij hier eens zitten”, zo boetseert de politicus zorgvuldig zijn imago. Amir Bachrouri – tot voor kort voorzitter van de Vlaamse Jeugdraad – is dan wel 21, toch zal hij geen moment aarzelen om de nieuwe ster van Open VLD met zijn voeten op de grond te zetten.
Paul Van Tigchelt: “Het parlement is niet het beginpunt van een democratie, maar het eindpunt. (wijst in het rond) Hier, tussen de mensen, is waar alles begint!” Amir Bachrouri: (amicaal) “Allé, Paul! Dat is toch gewoon populisme?”
Gaat een justitieminister dan nog veel op café? Paul:
“Dat is nu wat moeilijker, maar normaal ben ik een echte caféganger. Dat zit zo: ik kan nooit nee zeggen. Dus als ik op café ga, dan ga ik meestal met de laatste mee naar huis. Ik ben een echte toogplakker, soms tot ergernis van mijn vrouw.”
Hoe zit dat bij de student? Amir:
“Goh. Ik denk dat die legendarische verhalen van studenten die altijd op café zitten, lang vervlogen zijn. In Antwerpen gaan de studenten natuurlijk nog veel naar Café de Prof, in Gent is dat de Overpoort. Maar ik heb het gevoel dat er vandaag een zekere alertheid is bij jongeren, die vroeger niet nodig was. Een student die zich elke donderdagavond ladderzat drinkt op café, en vrijdagochtend met een kater in de les zit, komt daar vandaag moeilijker mee weg.”
Is dat zo?
Amir: “Ja, toch wel. Jonge mensen hebben minder ruimte om fouten te maken dan vroeger.”
Paul: “Mijn dochter van 20 zei mij eens: ‘Papa, ik zou veel liever student zijn geweest in jouw tijd.’ Die sociale media hebben een enorme impact op jonge mensen. Elke dronken stoot op café staat tegenwoordig op camera. Mijn dochter studeert met oorbellen aan, want haar vriendinnen kunnen mee volgen via de webcam. Dat konden wij ons allemaal niet voorstellen. In het beste geval belde ik als kotstudent één keer vanuit Leuven met mijn moeder. Dan moesten wij op donderdagavond een halfuur aanschuiven aan een telefoonkot. Nu zit iedereen constant te whatsappen. Mijn vrouw stuurde dinsdagmorgen een berichtje naar onze zoon om te checken of hij uit zijn bed was geraakt. Ik dacht: laat dieje gast toch doen.”
Wat bij jou misschien ook speelt, Amir: jij bent een student met een missie. Amir:
“Oei! Dat klinkt precies alsof ik een Messias-complex heb. (lacht) Ik ben wel iemand die graag meer uit zijn studententijd haalt dan alleen studeren en op café gaan. Als ik een aula binnenwandel, heb ik soms het gevoel dat mijn leven stilvalt. Dan denk ik: allez, er bougeert zoveel in de samenleving en ik zit hier. Ik wil impact kunnen hebben op die samenleving, dan zijn studies natuurlijk heel belangrijk. Ik ben zelf actief in het jeugdwerk, dat vind ik een enorme meerwaarde.”
Paul: (neemt Amir bij de arm) “Het is
“Ik ben een echte toogplakker, soms tot ergernis van mijn vrouw. Als ik op café ga, dan ga ik meestal met de laatste mee naar huis” Paul Van Tigchelt minister van Justitie
zo mooi wat hij zegt.”
Herken jij jezelf in het type student dat Amir is?
Paul: “Ik was vroeger ook sociaal geengageerd, maar dan meer in mijn directe leefomgeving. Niet in het jeugdwerk, zoals Amir, wel in de studentenclub, het voetbal, dat soort dingen. En ik zat als student vaak op café. Quasi dagelijks.”
Amir: “Maar je was toch wel een goede student?”
Paul: (snel) “Nee, nee, nee! Ik was geen goede student. Ik ging niet vaak naar de les en ik had nogal veel uitstelgedrag. Uitstellen, uitstellen, uitstellen! Ik heb mijn ouders veel slapeloze nachten bezorgd, omdat ik zo’n slechte student was. Je moest mij echt triggeren. Dan kon ik plots helemaal opgaan in een thema.”
En je hebt toen nooit gedacht: justitieminister, dat is misschien iets voor mij?
Paul: “Nee. Ik was als student nogal zoekende. Ik was wel klasverantwoordelijke, enzovoort. En misschien een beetje een haantje-de-voorste. Ik ben pas echt wakker geworden tijdens de affaire-dutroux. Dat was echt schokkend! Ik zag toen Jean-marc Connerotte (onderzoeksrechter, red.) uit de massa opstaan en ik dacht: die man kan voor gerechtigheid zorgen. Vanaf dat moment wou ik procureur worden.”
Zijn jullie gedoopt als student?
Paul: “Ik ben gedoopt bij Wellidia, de studentenclub van Poppel, Weelde en Ravels. Dat was vrij braaf: met bloem en ketchup. De klassieke vettigheden, zeker niet extreem.”
Amir: “De zaak-reuzegom heeft een verkeerd beeld opgehangen van studentendopen, al zijn ze allemaal vernederend.”
Paul: “Reuzegom is niet representatief voor het studentenleven, hé. Gelukkig maar.”
Amir: “Ik ben niet gedoopt. Mijn identiteit is ook niet rond dat studentenbestaan gebouwd. Bij veel rechtenstudenten is dat wel zo. Ze zijn trots en fier dat ze tot die groep behoren. Dat die studentendopen zo zijn scheefgegroeid, heeft te maken met de zoektocht naar identiteit en groepsgevoel.”
Ik denk dat veel jongeren vandaag met vragen zitten voor de minister van Justitie. Over de ‘werkstrafjes’ van de Reuzegommers, tegenover de hoge geldboete voor Youtuber Acid. Wat zeg je tegen hen?
Paul: “Het beroert mij enorm, al moet ik natuurlijk in mijn rol als justitieminister blijven. (fors) Aan zij die vandaag de uitspraak rond Acid misbruiken voor hun eigen agenda, heb ik eigenlijk maar één ding te zeggen: hou je mond en lees de brief van de moeder van Sanda Dia. We moeten een gesprek over Acid en Reuzegom kunnen hebben, maar niet via Tiktok of
Instagram. Dat zijn de megafonen van het eigen grote gelijk. Amir weet dat ook als rechtenstudent: in de middeleeuwen had je volkstribunalen en werden mensen gelyncht op een plein. Ik heb de indruk dat de sociale media vandaag die volkstribunalen vervangen. Daar moeten wij als juristen, en zeker als minister van Justitie, van zeggen: pas op, want dit betekent de erosie van de rechtsstaat.”
Amir: “De verontwaardiging rond Acid hangt samen met de straf die de Reuzegommers hebben gekregen. Ik vind het Reuzegom-arrest nochtans te verdedigen. Die jongens hebben duidelijk gemaakt dat ze heel veel spijt hebben. En ik ben ook blij dat de rechters de kwalijke impact van groepsdynamiek op die jongeren hebben erkend. Natuurlijk stel ik mij ook wel de vraag: zouden die jongeren dezelfde behandeling hebben gekregen als… (zoekt naar zijn woorden) Ik hoop dat alle jongeren, ongeacht hun achtergrond, dezelfde tweede kans zouden krijgen. Tegen die Reuzegommers werd gezegd: we gaan jullie niet afschrijven. Ik hoop dat onze samenleving dat begrip ook kan opbrengen voor Brusselse jongeren die de Blaarmeersen in Gent op stelten zetten.”
Paul: “Ik vind dat een fair punt. Je volgt tenminste niet alle roepers op sociale media. Als er een gevoel is van klassenjustitie, of dat recht en rechtvaardigheid niet gelijk zijn, dan mag de minister van Justitie niet zeggen: dat is allemaal bullshit. Nee, dan moet die in de spiegel kijken. Maar als klassenjustitie betekent dat mensen anders behandeld worden vanwege hun afkomst of sociale status, dan moeten we eerlijk zijn: we weten dat vandaag niet. We hebben nog geen cijfers daarover.”
Dus als iemand zich afvraagt: “Is er klassenjustitie in België?” Dan is het antwoord van de minister van Justitie: “Ik heb geen idee.”
Paul: (verontwaardigd) “How, how! Ik wil gerust de debatten die ik daarover met studenten ben aangegaan, helemaal overdoen, hoor. Ik probeer gewoon kort te zijn. Bij de Reuzegommers ging het bijvoorbeeld over hun dure advocaten. Wel, daartegenover staat dat wij in dit land een systeem hebben van pro-deoadvocaten (gratis advocaten voor mensen met een laag inkomen, red.). Dat zijn geen minderwaardige advocaten, hoor. Er wordt ook gezegd: die Reuzegommers hebben bewijsmateriaal vernietigd. Maar als jij morgen wordt beschuldigd van een misdrijf, dan heb je nu eenmaal het recht om te zwijgen en te liegen. Zo werkt dat in een rechtsstaat.”
Amir: “Goh, je haalt daar nu twee technische argumenten aan. Ik denk dat je klassenjustitie algemener moet zien. Die Reuzegommers konden allemaal naar hun ouders bellen om uit te leggen wat er is gebeurd. Die kennen hun weg in het juridische labyrint. Jongeren uit een gewoon arbeidersgezin kunnen niet door de mama of de papa bij de arm worden genomen in zo’n situatie.”
Paul: (onverstoord) “Ik sprak onlangs met een jonge gast die vindt dat de politie racistisch is. Wel, we hebben een wetgevend kader gemaakt rond bodycams. Dat is een garantie voor de politieambtenaren, maar ook een garantie voor de burger die wordt geconfronteerd met de politie. Dat is een middel om het optreden van de politie te objectiveren en een heel concreet antwoord op dat verwijt van klassenjustitie.”
Amir: “Het was heel opvallend om te zien hoe er tijdens de coronacrisis veel meer politiecontroles waren op het Terloplein en het Wim Saerensplein, dan op het Zuid. In de buurt rond het KMSKA konden mensen dicht opeen samen iets drinken, want de politiepatrouilles controleerden toch vooral in Borgerhout. En als je meer controleert in de ene wijk, dan ga je natuurlijk ook meer overtredingen vaststellen. Mensen in Borgerhout of Deurne-noord gaan op den duur terecht denken: ‘Ik word anders behandeld dan de liberale elite op het Zuid.’ ”
We kunnen het meteen voorleggen aan de ‘liberale elite’.
Paul: “Ik weet niet wat dat is, de liberale elite.”
Amir: “Bijvoorbeeld de vrijeberoepers die weleens met een ‘flat white’ van 4 euro op een terras zitten.”
Paul: “Ja? En wat is er mis met die mensen?”
Amir: “Niets. Ik wijs op een stedelijk contrast tussen volkswijken en rijke buurten. En hoe klassenjustitie zich daarop ent.”
Paul: (zucht) “Ja, er zijn nu eenmaal verschillen in onze maatschappij. Er is ongelijkheid in de samenleving. En die sluipt onvermijdelijk de rechtszaal binnen. Daar moeten we niet flauw over doen, hé.”
De onvrede gaat ook over lichte straffen. Acteur Nicolas Caeyers werd onlangs veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf met uitstel voor verkrachting van twee minderjarigen. Mensen begrijpen dat niet.
Paul: “Gevangenisbeleid is niet populair, tenzij het straffen verhoogt. Dat is altijd zo. Maar een justitieminister moet voorbij de slogans kijken. Meer gevangenisstraffen gaan onze problemen niet oplossen en zullen onze maatschappij niet veiliger maken.”
Amir: “Ik vind dat heel akelig, dat mensen voldoening zouden halen uit vergelding. Oog om oog, tand om tand. Een goede vriend van mij vindt dat we verkrachters moeten castreren. Die studeert rechten, hé? Ik vind dat zot. Dat komt voort uit een heel binair beeld van goed en kwaad: de slechterik zit op de beklaagdenbank en de ‘goeierik’ draagt een keurige toga. Maar die laatste kan evengoed ’s avonds zijn vrouw slaag verkopen. Dat weet je niet.”
Paul: “Voilà! Daarom moet Justitie meer zijn dan blinde wraak. Ik stel ook vast dat Justitie nooit voor iedereen goed kan doen. Ik spreek vaak met slachtoffers, ver weg van sociale media: dan pas snap je hoeveel leed mensen wordt aangedaan. Een kind dat wordt weggerukt door een seriemoordenaar, bijvoorbeeld. Maar Justitie kan dat leed niet ongedaan maken. Justitie kan alleen proberen te zorgen voor rechtvaardigheid.”
Amir: “Ik weet echt nog niet op wie ik ga stemmen. Paul heeft wel mijn sympathie: hij kent zijn dossiers heel goed. Ik kan alleen zijn visie als politicus moeilijk inschatten. Ik ben benieuwd naar zijn andere plannen voor Antwerpen, naast veiligheid.”
Paul: “Hij is echt intelligent, hé. Als Amir straks afstudeert, kan hij eerst magistraat worden. Hij zou een goeie zijn. Maar ook omdat er binnen justitie en politie nog te weinig diversiteit is. Bij de Justitie heb je nu 60 procent vrouwen: dat is al goed. Maar het zijn nog te weinig mensen van allochtone origine.”
Volgende week:
Axel Daeseleire en Meyrem Almaci
“Door de sociale media is er een alertheid bij jongeren die vroeger niet nodig was. Jonge mensen hebben nu minder ruimte om fouten te maken”
Amir Bachrouri rechtenstudent en ex-voorzitter Vlaamse Jeugdraad
“Over die uitspraak van Acid heb ik eigenlijk maar één ding te zeggen: hou je mond en lees de brief van de moeder van Sanda Dia”
Paul Van Tigchelt
minister van Justitie
Tekst en foto’s: Han van de Ven
Kattenlamp
In de etalage van lampenwinkel Electro Zuid kijkt een lichtgevende kat je vertederend aan. Eigenares Gerda De Schrijver: “Het is een gezellige bijverlichting. Naast het katje zijn er ook lampvormen van een hond, een vos en een beer beschikbaar. Ze zijn vervaardigd uit een soort plastic met ingebouwde Led-lichtjes.” In Gerda’s winkel lijkt de tijd te hebben stilgestaan. Het interieur is al 45 jaar onveranderd, vertelt ze. “De klanten waarderen de eenvoud.” We bieden hier allerlei elektrische producten aan, van discolampen tot gekleurde Tl-hoezen, eigenlijk alles wat met verlichting te maken heeft. Vooral jongeren zijn dol op de Tl-lampen en de disco-effecten.”
Prijs: 77,90 euro Electro Zuid, Nationalestraat 112, 2000 Antwerpen
Unieke sneakers
Op een imposante houten sokkel, omringd door een fluwelen gordijn, staan een paar sneakers die sterk doen denken aan outdoorschoenen. Natalia Caiulo van skateshop & sneaker store Lockwood Avenue: “Steeds meer outdoor- en hardloopmerken mengen zich in de lifestylewereld, wat leidt tot een combinatie van functionaliteit en straatstijl, bekend als ‘gorp core’. Oorspronkelijke outdoor-kledingstukken worden nu gedragen als streetwear, waarbij ‘gorp’ verwijst naar ‘good old raisins and peanuts’, een geliefd tussendoortje onder hikers.”
“Ik shop graag in Potsdam, maar ook in Antwerpen”
“De verhuis van het platteland naar Antwerpen was voor ons allen even wennen, maar nu beseffen we iedere dag weer de voordelen van een plek in de stad”