Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Op visite bij De Keeting in Mechelen “Nu ik een huis heb, kan ik eindelijk solliciteren”
“Ik wilde niet meer naar school, ik wilde niet werken, mijn moeder dreigde mij buiten te zetten. Ik ben heel blij dat ik hier nu mensen kan helpen”, zegt Nick. “Op straat wonen was verschrikkelijk. Nu ik een appartement heb, kan ik eindelijk solliciteren”, vertelt Ali. Dit zijn de mensen en de verhalen van De Keeting in Mechelen.
De Keeting in Mechelen is een vereniging die mensen in armoede een stem wil geven, hen wil samenbrengen en begeleiden. Charlotte Crabbé verwelkomt me in de gezellige ontmoetingsruimte, waar koffie wordt uitgedeeld en mensen wat zitten te praten of samen Mens erger je niet! spelen. Achteraan is de kledingwinkel die gerund wordt door vrijwilligers, waar mensen gratis tweedehands kleren kunnen kiezen. Er is een wasmachine die ze voor 1,50 euro per wasbeurt mogen gebruiken en een badkamer voor gratis gebruik. De vuilniszakken worden per stuk verkocht, omdat een grote rol vuilzakken 25 euro
NICK VAN STEEN, MEDEWERKER DE KEETING kost. Dat is hier veel geld. Drie keer per week wordt een maaltijd geserveerd en in de winter is De Keeting ook open op zondag om mensen een warme plek te bieden.
“Ik wil graag praten met mensen die in een sociale woning wonen”, had ik aan de telefoon tegen Charlotte gezegd. “Kom maar af”, zei ze, “ik heb mooie verhalen voor je”. En daar zit ik dan. Charlotte geeft wat uitleg bij de mensen die er zitten of binnenkomen: sommigen hebben de nacht doorgebracht in de nachtopvang, anderen hebben op straat geslapen, er zijn vrijwilligers, er is er een dame die niet uit financiële noodzaak komt maar omdat ze eenzaam is na het overlijden van haar echtgenoot... Hier komen mensen voor wie het leven niet mild is geweest, en voor wie een sociale woning een wereld van verschil maakt.
“Ik wil een brugfiguur zijn”
Zoals Charlottes collega Nick, intercultureel medewerker bij De Keeting. Hij is een brugfiguur tussen de bezoekers en de hulpverlening, organiseert groepsgesprekken, werkt mee aan de beleidsnota… Het is een interimjob. Hij is volop op zoek naar nieuw werk. “Maar ik wil in deze sector blijven”, zegt hij vastberaden.
Nick heeft geen gemakkelijke jeugd gehad. Sinds zijn 17de leeft hij zelfstandig. “Ik wilde niet meer naar school, ik wilde niet werken, thuis moest ik meer voor mijn moeder zorgen dan zij voor mij.” Gelukkig kon hij vrijwel meteen terecht in Kaizen in
Bonheiden. Daar worden alleenstaande jongeren opgevangen en begeleid. “Ik heb geluk gehad dat ik snel een sociaal appartement kreeg toegewezen.”
In het begin had hij niet veel meer dan een salontafel en een matras, maar met de installatiepremie van 1.200 euro kon hij het flatje een beetje inrichten. “Dat ik mijn eigen stek had, gaf me rust. Ik ben dan de opleiding voor intercultureel medewerker in het volwassenonderwijs gaan volgen. Ik begon eraan net voor corona. Daardoor heb ik nog wel wat tijd verloren. Online les volgen, daar had ik het heel moeilijk mee. Maar na vier jaar heb ik het diploma gehaald en werk gevonden.”
“Wonen is zo belangrijk”, zegt Nick. “Als ik thuis was gebleven, had ik dit nooit gekund. Mijn budget wordt wel nog altijd beheerd. De huur en de vaste kosten worden betaald en ik krijg een beperkt bedrag om van te leven. Als ik iets bijzonders wil kopen, moet ik het vragen. Dat is goed, want ik game heel graag. Ik zou daar te veel geld aan uitgeven.” Natuurlijk helpt zijn achtergrond hem bij zijn werk. “Al is het soms ook moeilijk. Soms laat ik me meeslepen in de frustratie van de mensen hier die elke keer weer afgewezen worden of niemand aan de lijn krijgen. Ik weet hoe moeilijk dat kan zijn. Maar toch, ik geloof dat ik de mensen kan helpen vanuit mijn eigen ervaring. Rolmodel is een groot woord, maar ik wil toch een beetje een voorbeeld zijn.”
“Ik geloof dat ik de mensen kan helpen vanuit mijn eigen ervaring. Rolmodel is een groot woord, maar ik wil toch een beetje een voorbeeld zijn”
“De straat was verschrikkelijk”
Ali is een ingenieur uit Iran. Hij heeft negen maanden op straat geleefd en kwam in verschillende opvanginitiatieven van het CAW terecht. Nu heeft hij een sociale woning. Zijn Nederlands is heel gebrekkig, zijn verhaal vertoont hiaten. Hij is een erkend asielzoeker, maar ergens is hij verloren gelopen in de administratie. Zo kwam hij op straat terecht.
“Het weinige Nederlands dat hij kan, heeft hij daar geleerd”, vertelt Charlotte met enige trots. Ali knikt bescheiden. “De straat was verschrikkelijk”, zegt hij stil. “Heel erg.” Maar gelukkig werd hij uiteindelijk aan de juiste papieren geholpen, hij heeft nu een leefloon en is de trotse huurder van een sociaal appartement. “Ik leer nu Nederlands via Duolingo”, zegt hij. “Ik wil ook graag les volgen om meer te leren, maar ik wil vooral werken en geld verdienen.”
Trots toont hij op zijn smartphone de uitnodiging voor een sollicitatiegesprek de volgende dag. Als ik hem succes wens, bedankt hij beleefd. “Het zal moeilijk zijn. Met dat Nederlands”, zegt hij. En dan gaat hij weer aan een andere tafel zitten. Genoeg gepraat.
“M’n zoon wordt niet als zijn vader”
Inge daarentegen doet niets liever dan praten. “Wat wil je weten”, vraagt ze met de glimlach. Ook haar pad ging niet over rozen. Op haar 21ste kreeg ze een zware hersenbloeding, waarvan ze nog altijd de gevolgen draagt. Haar rechterarm ligt slap in haar schoot. Op een bepaald moment is ze in de psychiatrie in Duffel terechtgekomen, ze heeft even op straat geleefd, daarna huurde ze twee jaar lang een kamer van een huisjesmelker in Mechelen. “Verschrikkelijk was dat.”
Van haar eerste man heeft ze een dochter van 23. Haar tweede man was gewelddadig, ten opzichte van haar en haar zoontje. Zoals in veel verhalen hier zijn er hiaten, maar sinds 2005 heeft Inge een bewindvoerder, wordt haar budget beheerd en woont ze in een sociale woning. Haar zoontje woont nu in Herentals bij zijn grote stiefzus.
“Ik kon hem niet aan”, zegt ze. “Hij was agressief, hij had mijn telefoon en mijn computer al kapot gemaakt. Ik kon niet voor hem zorgen.” Hij maakt het nu goed en krijgt psychologische begeleiding. “Misschien heeft hij dat agressieve van zijn vader, maar hij zal nooit zo worden als zijn papa”, zegt ze vastberaden, “omdat hij nu zo goed begeleid wordt.”
Elke week zit ze drie uur op de bus naar Herentals om haar kinderen te bezoeken. “Maar dat heb ik ervoor over.” Werken kan Inge niet met haar beperking, zelfs vrijwilligerswerk in De Keeting is moeilijk. Maar ze is er wel vaak. Voor het gezelschap. Ook dat is van goudwaarde voor haar.