Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Verhoogde gezondheidsrisico’s voor meisjes die vroeg puberen
Onderzoek door de Antwerpse endocrinoloog Marcel Twickler (AZ Monica) en collega’s aan de universiteit van Amsterdam geeft inzicht in hoe het komt dat meisjes, en mogelijk ook jongens, steeds vroeger in de puberteit komen. Een zorgwekkend fenomeen, want de gezondheidsrisico’s zijn niet min.
Terwijl meisjes in Europa eind 19de eeuw ruim op hun 16de voor het eerst menstrueerden, was die leeftijd rond het jaar 2000 al naar ongeveer 13 jaar gezakt. Een kind komt in de puberteit, en wordt geslachtsrijp, wanneer het lichaam er klaar voor is. Daar is genoeg vetmassa, energiereserves dus, voor nodig. Dat we nu meer en betere voeding hebben dan zo’n 150 jaar geleden, is al een belangrijke reden voor een vroegere puberteit. Maar het kan de dalende lijn niet voldoende verklaren, geven specialisten aan.
Weinig onderzoek naar jongens
Her en der zijn er wel onderzoeken gebeurd en verbanden gelegd, maar er zijn vooral nog veel vraagtekens. Daarom legt Marcel Twickler, endocrinoloog in het Antwerpse AZ Monica, zich op de kwestie toe. Hij schreef zopas samen met Lisa Kamperdijk en Margot Smets, internisten in opleiding (UAntwerpen), en met collega Siyu Zhou aan de universiteit van Amsterdam, een systematische review over al het bewijsmateriaal over vervroegde puberteit dat voorhanden is. “Studies tonen aan dat met name meisjes vandaag vroeger in de puberteit belanden dan eerdere generaties”, zegt Zhou. “Het gaat dan over borstontwikkeling,
schaamhaargroei en de eerste menstruatie. De trend is vooral in Westerse landen aangetoond, maar ook elders zijn er onderzoeken die dezelfde richting uitgaan. Voor jongens is de situatie veel onduidelijker, deels omdat er te weinig onderzoek naar gebeurt.”
Wat er wel aan data is, is nogal gefragmenteerd. Zo zijn er sterke aanwijzingen voor de invloed van hormoonverstorende stoffen in onze voeding en het milieu, al spreken de onderzoeken elkaar ook tegen. Twickler en collega’s legden de focus nu op factoren bij de moeder die de puberteit van haar ongeboren kind al in de baarmoeder kunnen beinvloeden, “om inzichten te verschaffen”, zegt hij. Er zijn bijvoorbeeld een aantal aannames die zeker níet in verband kunnen worden gebracht met vervroegde puberteit. Zo is er sterk bewijs dat alcohol- en ander middelengebruik tijdens de zwangerschap geen invloed heeft. Ook voor een slechte werking van de schildklier en voor een hoge bloeddruk van de moeder is er bewijs dat ze geen effect hebben op de puberteit van haar ongeboren kind.
Vervroegde menstruatie
Twickler en zijn collega vonden onvoldoende bewijs voor stress en angst bij de moeder als oorzaak voor vervroegde puberteit van haar kind. Ook is er onvoldoende bewijs de invloed van roken, het op dieet zijn, fysieke activiteit, diabetes, het Polycysteus Ovarieel Syndroom (PCOS) en medicatiegebruik.
“In eerder onderzoek was er een focus op obesitas en zwaarlijvigheid van de moeder vlak voor de zwangerschap. Maar dat kwam feitelijk niet zo sterk uit onze analyse”, zegt Twickler. “Toename in het gewicht tijdens de zwangerschap leek ons meer geassocieerd met een vervroegde eerste menstruatie.” Daar zijn namelijk gezonde marges voor, afhankelijk van iemands BMI voor de zwangerschap. “Als de moeder excessief bijkomt tijdens de zwangerschap, dan kan dat volgens ons een significante voorspellende waarde hebben voor een vroege puberteit van haar kind, of het nu een jongen of een meisje is”, zegt dokter Zhou. “Dat wordt nu wetenschappelijk afgetoetst.”
Verhoogde risico’s
Volgens Twickler is het belangrijk om meer inzicht te krijgen het hoe en waarom van vervroegde puberteit, omdat daar ernstige gezondheidsrisico’s aan gelinkt zijn. “Meisjes die vroeg de puberteit in gaan, hebben meer risico op obesitas op volwassen leeftijd, diabetes type 2 en op vervroegd voorkomen van hart- en vaatziekten.” “Meisjes die vroeg menstrueren, stoppen vroeger met groeien”, zegt Zhou. “En er zijn ook indicaties dat er meer kans is op vroege kanker in het voortplantingsstelsel. Maar ook psychisch zijn er verhoogde risico’s: gedragsstoornissen, stress en depressie, seksueel risicogedrag op jonge leeftijd en daardoor ook een groter risico op seksueel misbruik.”
“Als de moeder excessief bijkomt tijdens de zwangerschap, kan dat volgens ons een significante voorspellende waarde hebben voor een vroege puberteit van haar kind” Siyu Zhou
Endocrinoloog Universiteit van Amsterdam
ANTWERPEN