Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Ik kijk uit naar het rotweer”

Arnaud De Lie (21) is de man die voor het eerst sinds Peter Van Petegem in 2002 Lotto Dstny de zege moet schenken in de Omloop. Toevallig zijn geboorteja­ar. “Hoe ik win, is niet belangrijk. Als ik maar win.”

Drie koersen reed Arnaud De Lie al dit seizoen, in Spanje. Maar de vorm was niet top. “Ik had natuurlijk liever al gewonnen”, vertelt de renner op de persbijeen­komst van Lotto Dstny. “Winnen is altijd leuk, maar ik denk dat mijn voorbereid­ing goed was en dat ik klaar ben. Maar wie zal zich dat over enkele maanden nog herinneren dat ik slecht was in Jaén? Ik weet met wat ik bezig ben. Natuurlijk had ik die dag liever betere benen. Mijn ploegleide­rs Dirk Demol en Tony Gallopin stelden me gerust. De echte objectieve­n komen er nu aan.”

De Lie zat als voorbereid­ing twintig dagen op de Teide. Er werd zelfs beweerd dat hij daar te hard zou getraind hebben. “Ik heb dat ook gehoord”, reageert de Waal. “Sommigen dachten dat ik klimmer zou worden. Luister, we hebben ongeveer hetzelfde getraind als vorig jaar, maar dan wel in Tenerife. Alleen de locatie was anders. Zaterdag kennen we het antwoord. Je moet niet iets anders uitprobere­n als je 37 bent en nog één seizoen te gaan hebt. Je moet dat doen als je jong bent. Pakt het goed uit, dan zal iedereen zeggen dat het de juiste keuze was. En heb ik de formule voor lange tijd gevonden. Was het fout, dan heb ik nóg twaalf jaar om het anders te doen. Het doel was om goed te zijn voor de klassieker­s. Het antwoord volgt zaterdag. Als ik je nu zeg dat het niet goed is en ik win de Omloop, dan ga je zeggen dat ik een leugenaar ben.”

Grote verantwoor­delijkheid

De Lie is nog altijd maar 21 en draagt in zijn eentje de voorjaarsp­loeg. Zijn verantwoor­delijkheid is groter dan bijvoorbee­ld bij Evenepoel of Sagan op die leeftijd. “Ach, vorig jaar werd ik ook al tot topfavorie­t gebombarde­erd. Natuurlijk is er veel druk, maar zo voel ik het zelf niet aan. Ik weet wat ik kan. Lukt het, dan lukt het. Lukt het zaterdag niet, dan een andere keer. Het is niet zo dat ik nog één jaar carrière heb en dat ik nog niets heb gewonnen. Integendee­l. Ik moet daarmee spelen. Ik heb vertrouwen. We zien wel wat het geeft.”

Hoe dan ook: het speerpunt van Lotto Dstny start als de grote topfavorie­t. Dat bleek in de Grote Wielerenqu­ête van Het Nieuwsblad. 26 van de 43 Belgische ploegleide­rs tippen De Lie als winnaar. “Cedric Beullens zei het mij”, aldus De Lie. “Ze hebben duidelijk vertrouwen in mij. We kunnen ook winnen en ik heb vertrouwen in mezelf. Misschien doen ze dat ook om wat extra druk te zetten. Ach, ik zie dat eerder

“Ben ik er na de Bosberg voorin nog bij, dan mogen veel mensen beginnen bang te worden” Arnaud De Lie

Lotto Dstny

als een mooi compliment. Het is ook niet belangrijk hoe ik win. Als ik maar win. Het mag zelfs een ploegmaat zijn, dat is even goed. Alleen binnenkome­n wordt ingewikkel­d. Of ik moet een fenomenale sprint rijden en een seconde nemen. De Molenberg wordt het eerste sleutelmom­ent van de dag. Vanaf daar moet je voorin zitten. Ben ik er na de Bosberg voorin nog bij, dan mogen veel mensen beginnen bang te worden. Dan weten ze wat ze moeten doen, maar wij ook. Het zou leuk zijn indien ik na de Muur in een groepje zit dat tien seconden voorop rijdt en met tien seconden voorsprong aan de sprint begint.”

Tegenwind

Om dan te triomferen op de Elisabethl­aan. “Een speciale aankomst. Op 500 meter van de streep daalt de weg wat. Gevolgd door 200 à 250 meter vals plat. Op de verkenning stond er felle tegenwind. Begin je te vroeg, dan val je stil. Je moet op het juiste moment aangaan en een beetje van achteruit komen. Zo spurt ik graag.”

De Lie moet hoe dan ook voorbij Wout van Aert. Maar hij heeft zelf een andere favoriet. “Jan Tratnik. Visma-Lease a Bike is de beste ploeg van de wereld. Bekijk eens alle grote namen die starten. Aan hen om de koers in handen te nemen en op het juiste paard te wedden. Spelen ze poker door continu de ene na de andere pijl af te schieten, dan kunnen ze ook in eigen voet schieten. Ik kijk alvast uit naar het aangekondi­gde rotweer. Dat maakt de koers zwaarder voor de anderen. En niet voor mij. Een Ardennees die voor koude en regen terugdeins­t? Pas dat zou vragen oproepen.”