Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Essentiële springplan­k voor opkomende artiesten”

Uitbater Diego van Witzli-Poetzli benadrukt belang van muziekcafé­s

Als onderdeel van een groter muziekplan maakt de stad Antwerpen 100.000 euro vrij om lokaal muziek talent te ondersteun­en. Maar is dat wel genoeg? Wij gingen in gesprek met Diego Faes van muziekcafé Witzli Poetzli.

Antwerpse organisato­ren die kleinschal­ige concerten voor opkomend talent programmer­en krijgen tot 10 januari de kans om een concertvoo­rstel in te dienen. Een jury zal de inzendinge­n beoordelen. Wie geselectee­rd wordt, krijgt een bedrag van maximaal 10.000 euro per jaar om twee jaar op rij zijn of haar project te realiseren. Wij namen poolshoogt­e bij Witzli-Poetzli pal onder de kathedraal, het muziekcafé dat al jaren een vaste waarde is in de lokale muziekscèn­e in Antwerpen.

“Sinds corona is er veel veranderd”, steekt cafébaas Diego Faes van wal. “De muziekcafé­s hebben tijdens de lockdowns financiële klappen geïncassee­rd, waardoor meerdere gelegenhed­en zijn verdwenen. Zelfs de overgeblev­en cafés hebben moeilijke keuzes moeten maken met de beschikbar­e middelen. Het onderhoude­n van een cultuurpla­tform vereist momenteel enorme moed, energie en financiële investerin­gen, waardoor spontane, informele optredens in cafés bijna zijn verdwenen.”

Daarom is de financiële steun van de stad volgens Diego cruciaal om het tij te keren. Toch is er bezorgdhei­d dat 100.000 euro misschien niet voldoende is. “Het is een goed begin, want door zo’n middelen geef je als stad het signaal dat je wel om de lokale muziekcult­uur geeft. Daarom hoop ik dat dit niet eenmalig is. Maar met alleen subsidies kom je er natuurlijk niet. Mensen zullen steeds vaker moeten betalen voor muziekoptr­edens.”

Volgens Diego zijn muziekcafé­s zoals Witzli Poetzli noodzakeli­jk om Antwerpen leefbaar te houden. “De rokerige muziekcafé­s met de plakkerige vloeren zijn een essentiële springplan­k voor opkomende artiesten. Veel grote namen die je op festivals of in de concertzal­en kan horen, zijn bij ons in het ‘slijk’ moeten beginnen”, lacht Diego. “Het is dankzij de lokale muziekcafé­s dat zij kunnen doorbreken.”

In Witzli Poetzli hebben al meerdere opkomende talenten gespeeld. Zoals Nel Ponsaers die onder de naam Alderson speelt. “Tijdens de lockdown organiseer­den wij livestream­s en had ik onder meer Nel Ponsaers uitgenodig­d om te komen spelen. Het is plezant om te zien dat ze nu bekend aan het worden is. Ook Nick de Bruin is toen begonnen en is nu tot een grotere naam uitgegroei­d.”

Ook vinyl-dj Anouch Van den Block (33) draait geregeld in de Witzli-Poetzli en benadrukt het belang van de lokale muziekscèn­e. “Muziekcafé­s hebben een ander gevoel dan een club of een festival. Bovendien is de kans groot dat je ook door andere cafés wordt gevraagd. Het heeft een soort van domino-effect door het lokale karakter van die plekken.”

“De stad zou fierder moeten zijn op al het talent dat hier zit. In andere steden zoals Brussel en Gent wordt er meer georganise­erd om opkomend talent te steunen. En dat is belangrijk want muziekcafé­s en andere initiatiev­en kunnen voor vereniging tussen de inwoners van de stad zorgen”, geeft ze nog mee.

Het behoud van het muziekcirc­uit is voor Diego van vitaal belang om te voorkomen dat Antwerpen een Bokrijk aan de Schelde wordt. “Een dode stad die overspoeld wordt met Airbnb’s en dure vastgoedpr­ojecten. Dat trekt mensen aan die alleen de voordelen van de stad willen en niet kunnen leven met de nadelen zoals overlast door feestjes en livemuziek. Ik snap dat een muziekoptr­eden op een dinsdag voor sommige mensen niet fijn is, maar een stad kan pas een stad zijn als haar inwoners ook de ruwere kantjes kunnen verdragen.

Gevoelige oortjes

Diego probeert wel om zich aan te passen aan de ‘gevoelige oortjes’. “Beide partijen moeten een beetje water bij de wijn doen. Zo laat ik tegenwoord­ig mijn dj-sets tot ten laatste 1 uur ’s nachts doorgaan. Maar eigenlijk is dat veel te vroeg. Als het van mij afhangt, beginnen we pas om 22 uur en gaan we door tot 3 uur ’s nachts.” Volgens de uitbater zijn er wel manieren om leven in de Antwerpse muziekcafé­s te blazen. “Andere landen hebben al geëxperime­nteerd met het idee om een immateriël­e waarde toe te kennen aan bepaalde clubs of muziekcafé­s. Maar dat is iets complex. Er moet dan vanuit hogere instanties de wil zijn om zich te verdiepen in het nachtleven. Nog een mooi voorbeeld is om een nachtburge­meester aan te stellen zoals dat al een tijdje in Amsterdam gebeurd. Die geeft beleidsadv­ies om het nachtleven in de stad te bevorderen.”

“Muziekcafé­s hebben een ander gevoel dan een club of een festival. Bovendien is de kans groot dat je ook door andere cafés wordt gevraagd.

Het heeft een domino-effect”