Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Spelers en staf moesten naar elkaar toegroeien”
Op het veld van Lommel houdt Lierse zondag zijn laatste halte voor de winterbreak, meteen ook het startschot van de terugronde. Hoog tijd om terug te blikken met coach Jo Christiaens (35), die er ook zijn eerste half seizoen als profcoach heeft opzitten.
Was strijd leveren voor een plaats bij de eerste zes de ambitie, dan bleven de Pallieters ver verwijderd van die steile verwachtingen. Het leeuwendeel van de eerste competitiehelft was bang achterom kijken zelfs een voorname bezigheid. Zo kon geel-zwart sinds de vierde speeldag amper één keer aankloppen bij de top tien in het klassement. En toch kleurde niet alles rood op het sportieve rapport van Lierse, dat vooral buitenshuis meermaals wist te verrassen.
“Het is een eerste competitiedeel van veel zoeken geworden. Met vallen en opstaan”, reageert Jo Christiaens. “Als coach draag ik een bepaalde spelfilosofie mee en heb ik een aantal ideeën. Maar al gauw besefte ik water bij de wijn te moeten doen en een aantal principes aan de kant te moeten schuiven. Dat heeft niks met de kwaliteit van de groep te maken, wel met de profielen van spelers. Zowel de spelersgroep als de sportieve staf zijn naar elkaar moeten toegroeien. Dat heeft tijd gevraagd.”
De belabberde competitiestart met 5 op 24 is een hele eerste ronde blijven nazinderen.
“Dat klopt. We hebben wel stappen gezet, maar dat uit zich onvoldoende in het klassement. De Challenger Pro League is niet toevallig de spannendste competitie van Europa. Zelfs na onze knappe 13 op 18 maakten we nauwelijks sprongen in de rangschikking, omdat ook de andere teams onderin begonnen te winnen. Het heeft wel het voordeel dat alles nog open ligt. We moeten zeker nog achterom kijken, maar tegelijk blijven we ook voeling houden met de subtop. Dat is de enige realiteit.”
Lierse sprak voor het seizoen de ambitie uit om mee te dingen naar de top zes. Was dat wel realistisch met de huidige spelersgroep? “Tja, we werden nooit echt weggespeeld, maar de wedstrijden in onze reeks worden telkens weer bepaald door details. Het is de kunst om die in je voordeel om te buigen en dat hebben we te weinig gedaan. In te veel matchen waarin we heel degelijk tot goed voetbalden, hebben we onszelf onvoldoende beloond. Dat moet beter na de winterstop. Maar ik zie wel een heel duidelijke progressie. De recente 13 op 21 en het feit dat we in de jongste matchen tegen Oostende en Zulte Waregem amper nog tegengoals slikten, moeten vertrouwen geven.”
Toch heb je vooral het gevoel dat de spelerskern nog extra kwaliteit kan gebruiken om echt een rol van betekenis te spelen.
“We beseffen dat er nog wat hiaten in ons elftal zitten en willen van de wintermercato gebruik maken om die leemtes op te vullen. Dat is geen makkelijke opdracht. We willen jongens die een effectieve meerwaarde brengen en honderd procent binnen ons project passen. Lierse heeft niet de financiële mogelijkheden om er zomaar wat spelers bij te nemen. We moeten onze middelen efficiënt gebruiken en mogen geen fouten maken. Maar de intentie om de groep te versterken is zeker aanwezig.”
Dat is een noodzaak om voor meer balans te zorgen in de kern, want die lijkt eerder onevenwichtig. “Dat is juist. We hebben allemaal jongens die aardig kunnen voetballen, maar we missen een aantal specifieke profielen. Daar gaan we nu naar op zoek. Het moet ons toelaten om stappen vooruit te zetten als groep.”
Voor jou waren de voorbije maanden ook je eerste als profcoach. Hoe heb je die ervaren?
“Ik ben op niks gestoten dat me heel erg heeft verrast. Het is fijn om hele dagen met voetbal bezig te zijn, maar tegelijk is het hard werken. Er komt veel meer bij kijken dan vele mensen denken. Maar het voelt prima. Ook omdat ik altijd op de steun van het bestuur kon terugvallen. Dat had Lierse ook hoger in de ranking willen zien staan maar kan door de resultaten heen kijken. Daar prijs ik me gelukkig voor, want ik besef hoeveel coaches halfweg het seizoen al zijn moeten vertrekken. Samen zullen we deze club ook laten groeien. Daar ben ik van overtuigd. Ik heb in enkele maanden tijd de Lierse-microbe ook helemaal beet. Dit is zo’n fijne club. Zoveel groter dan pakweg SK Heist (zijn vorige club, red.), maar ik weet perfect met de druk om te gaan.”
Zondagavond volgt het slotakkoord van 2023 met een verplaatsing naar Lommel. Belangrijk.
“Bij winst slaan we een kloof met de onderste regionen en blijven we een zucht verwijderd van die zesde plaats. Bij verlies blijft het achterom kijken. Maar we willen ook gewoon met een goed gevoel de winterstop in. Met een nederlaag blijft die laatste partij extra lang hangen en dat moeten we absoluut zien te vermijden.”
Er was een tijd dat Raymond van Barneveld (56) elk jaar meedeed voor de wereldtitel. De Nederlander maakte van zijn sport een hype in eigen land. Vandaag begint Barney aan zijn 32ste (!) WK, als subtopper en bijna onherkenbaar op fysiek vlak. “Die diabetes is een echte sluipmoordenaar.”
Als Van Barneveld straks op het podium van Ally Pally wordt geroepen, wordt er steevast gesproken over de vijfvoudige wereldkampioen. De Nederlander brak eind jaren 90 helemaal door met twee wereldtitels op rij in de BDO, de toenmalige leidende competitie voor profdarters. Daar zou Barney nog twee triomfen aan toevoegen, alvorens over te stappen naar de opkomende PDC. Daar was het in 2007 bij zijn eerste Wk-deelname meteen raak. Van Barneveld klopte grote rivaal en dartslegende Phil Taylor in wat velen nog steeds de beste finale ooit noemen.
Van Barneveld bleef nog jarenlang aan de top – hij gooide onder andere de eerste negendarter ooit op het WK – en bouwde een echte rivaliteit uit met Taylor en supertalent Michael van Gerwen. Tot hij te horen kreeg dat hij diabetes had, type 2. Sindsdien ging het stilaan bergaf met de fiere Nederlander, die er in 2020 mee stopte na een blamage op het WK.
“Je mag het smoesjes vinden, maar geloof me, de diabetes heeft mijn carrière echt verwoest”, zei hij bij zijn emotionele afscheid. “Ik zag soms slecht, had soms ijskoude handen. Ik kreeg het maar niet onder controle, het was mijn vijand nummer één. Ik had meer uit mijn carrière kunnen halen, maar ik weet echt niet wat ik anders had moeten doen. ”
Stress
Na veertien maanden afwezigheid pikte Van Barneveld de draad echter opnieuw op. Hij stond in een mum van tijd opnieuw in de top 32 van de wereld, maar daar hangt hij nu nog steeds. Tot zijn eigen frustratie. De grote dagen van weleer lijken niet meer terug te komen.
“Er zaten dit jaar opnieuw geen pieken in”, zucht hij. “Ik kon me in het voorjaar plaatsen voor negen van de tien Eurotour-toernooien en maakte daar kleine stapjes met enkele goeie runs, maar op de majors waarvoor ik me kon plaatsen, lag ik er telkens meteen uit. Ik had ook wel wat pech, maar het is best frustrerend. Je wordt ouder en je voelt dat steeds meer darters constanter gooien dan jijzelf. Waar dat aan ligt, weet je ook niet meteen. Ik gooi niet voor plek twee, ik ben een geboren winnaar. Snel weer in die top 32 komen was leuk, maar daar stopt het niet. Een wereldtitel pakken is nu niet realistisch. In mijn hoofd denk ik wel dat ik het kan, maar dag na dag goed zijn, dat is niet meer aan mij besteed.”
Door zijn leeftijd, maar ook door zijn ziekte. “Fysiek ben ik natuurlijk niet meer optimaal fit. En die diabetes is een echte sluipmoordenaar. Je ziet soms wazig, je bent sneller moe, je energiewaarden zijn anders, je kan last hebben van concentratieproblemen, soms ben je vrolijk en het volgende moment depressief. Het is iets dat je overkomt en je kan er niks aan doen. Ik ben mede daardoor de voorbije jaren 35 kg afgevallen, maar ik voelde me beter toen ik 135 kg woog. (lacht) Logisch, omdat ik toen veel won. Nu ben ik prima op gewicht, maar presteer ik minder. Ach, ik kan er mee leven.”
VINCENT VAN GENECHTEN