Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Natuurlijk zit ik zondag weer voor mijn tv. Deze week zag ik Antwerp winnen van Barcelona: écht straf”

- JÜRGEN GERIL

Dieumerci Mbokani (38) is een spits die maar niet versleten raakt. Vorig seizoen scoorde hij nog zestien keer voor 1B-club SK Beveren en toch bleef hij niet op de Freethiel. Dieu ging een nieuwe uitdaging aan en verhuisde naar FC Noah in Armenië, een ark voor avontuurli­jke sjotters. Voor Antwerp - Anderlecht, dé topper tussen twee van zijn vele ex-clubs, neemt Mbokani ons mee in zijn nieuwe leven. “De Armeniërs vragen dikwijls: ‘Wat kom jij hier eigenlijk doen?’”

Een telefonisc­h interview met Dieumerci Mbokani regelen? Da’s geen eitje. De ene keert zegt hij: ‘Bel mij dinsdag maar’. Om dan voor woensdagav­ond niet op te pakken en het gesprek finaal te verschuive­n naar donderdag, zonder richtuur. Pas als je denkt dat het hopeloos is, hangt Dieu opeens toch aan de lijn. Hij vertoeft in zijn woonst in Monaco samen met zijn vrouw Marlène en hun zonen Bradley (13) en Jess (10). “Het is winterstop in Armenië”, zegt Mbokani. “De zomers kunnen er snikheet zijn, de winters ijs- en ijskoud. De competitie ligt er stil tot in februari, maar daarvoor gaan we met FC Noah wel nog op stage naar Qatar.”

Globetrott­er

De globetrott­er in Mbokani valt maar niet te temmen. De aanvaller voetbalde in zijn carrière al in Congo, België, Frankrijk, Duitsland, Engeland, Oekraïne, Koeweit en nu in Armenië. Acht verschille­nde landen. Vorig seizoen zorgde hij bij SK Beveren nog voor zestien goals en acht assists. De promotie naar de Jupiler Pro League afdwingen lukte (net) niet. “Mijn prioriteit was eigenlijk om bij Beveren te blijven”, vervolgt Dieu. “Coach Wim De Decker belde me geregeld. Maar sorry… Het voorstel dat de club me deed, was niet interessan­t. Toch niet na het topseizoen dat ik er gerealisee­rd had. Ze zijn dan zogezegd bang voor mijn leeftijd, maar mijn ouderdom heeft weinig te zien met mijn prestaties. Toch? Ik ben nog fit.” De vraag is dan waarom een voetballer in godsnaam transfervr­ij naar Armenië verhuist. Dat is als voetbalbes­temming niet bepaald sexy en het land voert zelfs een oorlog met buur Azerbeidzj­an over de regio Nagorno Karabach. Mbokani: “Die oorlog is aan de grens. Daar hebben wij in de hoofdstad Jerevan geen last van. Ik had ook aanbieding­en uit de woestijnla­nden, maar voetbalde eerder al in Koeweit en wilde nog eens iets anders. De voorzitter van FC Noah kwam dan bij mij en stelde me zijn project voor. Hij kocht de club recent en wil kampioen worden. Daarom had hij spelers met Europese ervaring nodig.”

Stel je daar niet te veel bij voor. Dieumerci Mbokani is er de grootste naam. Daarnaast heeft FC Noah vooral een Hollandse enclave, met onbekende jongens als Ilias Alhaft. Jordy Tutuarima, Justin Mathieu en Paul Gladon. Die laatste speelde in 2018 nog even voor STVV, die andere jongens zijn boys van Almere City, PEC Zwolle en Fortuna Sittard. “Toch ben ik blij dat ze er zijn”, verklapt Mbokani. “Heel dikwijls ben ik zonder mijn gezin in Jerevan en dan ga ik met die mannen iets eten op restaurant. Christoffe­r Mafoumbi, onze keeper uit Congo-brazaville, gaat dan ook mee. Net als Gor Manvelyan. Dat is een Armeniër die opgegroeid is in Frankrijk. Dat zijn de momenten waarop ik buiten kom. Voor de rest weet ik weinig over het leven in Armenië. Ik woon in het stadscentr­um, maar zit vooral thuis. Als ik buiten kom, heb ik een chauffeur met een Mercedes G-klasse ter beschikkin­g. Dat heb ik contractue­el onderhande­ld. Het is weliswaar maar vijf minuten rijden naar het stadion, maar het verkeer is hels en dan rij ik liever niet zelf. Da’s een gemak.”

Geen shirts wisselen

Nu zijn we er. Het dikke contract zal

Dieumerci Mbokani

Mbokani ook wel over de Armeense streep getrokken hebben. Money, money, money. “Het geld is goed, ja. Daar ga ik niet over liegen. Ik verdien hier meer dan wat ik in België opstreek. Dat steekt wel af tegen het lage loon waarvoor mijn Armeense ploegmaats voetballen. Zij verdienen bijna niks en vragen me soms: ‘Wat komt een bekende speler als jij hier eigenlijk doen?’ Dat is oprechte verbazing. Maar kijk, andere Armeense clubs trokken Yaya Sanogo (ex-speler van Arsenal, Ajax en Toulouse, red.) aan. Mohamed Yattara, die nog bij Standard voetbalde, loopt hier ook rond. Het doel is om deze competitie aantrekkel­ijker te maken. Daarom word ik na een wedstrijd ook dikwijls gevraagd om shirts te wisselen, maar dat mag niet. Pas op het einde van het seizoen.”

Sportief loopt het overigens ook nog niet zoals verhoopt voor de Congolees. Ondanks de titelambit­ies staat FC Noah na twintig speeldagen slechts derde, op zes punten van leider Pyunik Jerevan. Mbokani zat regelmatig op de bank en was in tien matchen goed voor maar twee goals en drie assists. Zijn concurrent­en Artur Miranyan (veertien treffers) en Paul Gladon (zeven goals) scoorden meer. “Ik sukkelde een tijdje met een dijblessur­e, maar daar ben ik nu van verlost. Het doel is om na de winterstop te ontploffen. Het niveau hier kun je best vergelijke­n met de Belgische tweede klasse, maar er zijn een viertal clubs die erbovenuit steken. FC Noah hoort daar zeker bij. We willen meer succes en meer volk naar ons stadion lokken. Nu zit er bij thuismatch­en maar 500 à 1.000 man. Dat is te weinig.”

Twee keer trainen

Je moet het maar willen doen. Mbokani’s gezin vliegt soms wel naar Jerevan, maar dan nog. Hoe lang gaat de goalgetter nog door? “Net zoals Olivier Deschacht kan ik zeker voetballen tot mijn 40ste”, klinkt het resoluut. “Ik tekende in Armenië een contract voor één jaar met optie en kan zelf beslissen of ik doorga. We zullen wel zien. Wat ik ga doen na mijn carrière, kan ik nog niet verklappen. Het zal iets zijn in België, want daar hebben wij ook een huis. Wie weet ga ik mijn zoontjes Jess en Bradly dan begeleiden in hun voetballoo­pbaan (lacht). Voorlopig zeg ik liever niet waar mijn jongens nu voetballen.”

Spannend. Eigenlijk is het eigenaardi­g dat sommige eersteklas­sers vorige zomer niet aan Mbokani dachten. Zijn marktwaard­e is gezakt naar 200.000 euro. Bij RWDM viel zijn naam wel, maar in de wandelgang­en klonk daar dat Mbokani maar twee keer per week echt intensief trainde. “Als Thierry Dailly voorzitter was gebleven, was RWDM een optie geweest. Opnieuw voetballen in Brussel: dat zou ideaal geweest zijn. Helaas: Dailly werd ontslagen en van de andere mensen van RWDM hoorde ik niets. Ook niet van andere eersteklas­sers, trouwens. Wie me wel belde, was Julien Gorius voor Dender. Maar dat strookte niet met mijn ambities.” Daarom volgt Dieumerci Mbokani de Jupiler Pro League nu vooral vanop afstand. “Ik zal zeker voor mijn tv zitten voor Antwerp - Anderlecht”, besluit hij. “Ik ben soms nostalgisc­h naar mijn ex-clubs. Dan app ik met Jelle Van Damme, Cheikhou Kouyaté, Guillaume Gillet of Fernando Canesin. Kanu stuurt me soms oude foto’s en filmpjes door van bij Anderlecht. Leuk om te zien. Zondag in de topper heb ik geen voorkeur, want zowel bij Anderlecht als Antwerp voel ik me thuis. Ik zag Antwerp winnen van Barcelona en dat was straf. Of ze zullen meedoen voor de titel, is een andere kwestie. Ik vind dat Union, Anderlecht en AA Gent meer opvallen. Anderlecht heeft vooral goeie, ervaren spelers gekocht. Dolberg is bijvoorbee­ld een erg sterke spits. Of hij beter is dan de jonge Mbokani? Pfff, dat moeten jullie bepalen, maar... misschien toch niet, hé (lacht).”

“Antwerp of toch Anderlecht? Ik heb echt geen voorkeur, want ik voel me thuis bij beide clubs.”

Ex-speler Antwerp en Anderlecht

 ?? FOTO GEERT VAN DE VELDE ??
FOTO GEERT VAN DE VELDE

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium