De Standaard

Universite­iten moeten focussen op hun kerntaak

Het maatschapp­elijke debat, duurzaamhe­id, internatio­nalisering, marketing: allemaal goed en wel, vindt Stijn Baert, maar de belangrijk­ste opdrachten van de unief zijn onderzoek en onderwijs.

- Stijn Baert Hoofddocen­t arbeidseco­nomie (UGent). ©

Half september beleef ik elk jaar een van de mooiste momenten van het jaar. Dat waarop de studenten echt weer terug zijn aan de universite­it. Het academieja­ar is nog niet begonnen, maar er zijn wel al infomoment­en en voorbereid­ingscursus­sen. Dat jonge geweld maakt voor mij telkens duidelijk waar de focus moet liggen. Op onze kerntaken: nieuwe kennis vergaren via wetenschap­pelijk onderzoek en die kennis doorgeven, via ons onderwijs en onze maatschapp­elijke dienstverl­ening.

De afgelopen jaren raakten die kerntaken wat ondergesne­euwd, omdat we bijzaken als hoofdzaken zijn gaan behandelen. Omdat we doelen en middelen zijn gaan verwarren. Omdat we veel geld en tijd stopten in wat duidelijk niet onze kerntaken zijn. Dat moet anders. Ik geef drie voorbeelde­n waar we ons de afgelopen jaren vergaloppe­erd hebben en wat gas moeten terugnemen.

Missie en duurzaamhe­id

Om te beginnen hebben we ons als universite­iten het afgelopen decennium te vaak laten meeslepen door maatschapp­elijke missies, zoals recent rond duurzaamhe­id en de Gaza-crisis, in die mate dat ze onze kerntaken onder druk zetten.

Begrijp me niet verkeerd. Een universite­it moet betrokken zijn bij maatschapp­elijke bewegingen. We moeten geen onderzoek doen naar de uitdaginge­n van gisteren, maar naar die van vandaag en morgen. Dat er dus steeds meer onderzoek wordt gedaan naar pakweg duurzaamhe­id in al zijn facetten en dat de collega’s dat onderzoek volop naar de maatschapp­ij laten terugstrom­en, dat behoort tot onze kerntaken. En dat

Er kruipt meer tijd in onderzoeks­voorstelle­n schrijven dan in onderzoek zelf.

Dat moet echt anders

andere collega’s vanuit hun expertise en waardenkad­er hun licht laten schijnen op de Gaza-crisis, ik vraag niet liever. Ook onze rectoren nemen die rol al decennia uitstekend op.

Het probleem is dat we er te ver in gaan. Dat we als universite­iten de duurzaamst­e jongens van de klas willen zijn. Doorkantor­enaftestem­menopdeeco­logischevo­etafdrukin­plaatsvano­pwat nodigisomo­ptimaaltep­resteren.Door onderzoeke­rs niet op de efficiënts­te manier naar conferenti­es te laten gaan, maar op de meest duurzame. Door niet langer de best mogelijke onderzoeks­consortia te bouwen, maar op basis van onze maatschapp­elijke missie te selecteren.

We moeten hier hoofd- en bijzaken opnieuw duidelijke­r van elkaar onderschei­den. Een universite­it moet maatschapp­elijk verantwoor­d ondernemen, maar onze voornaamst­e maatschapp­elijke verantwoor­delijkheid is om met het belastingg­eld dat we ontvangen alles op alles te zetten om nuttige kennis te creëren en te delen.

Internatio­nalisering

Het duidelijks­te voorbeeld van waar we doel en middel verwarren, is internatio­nalisering. Het is goed dat we onze studenten ondersteun­en om op Erasmus te gaan en dat we toptalent naar ons land halen. Dat we ons als professore­n meten met onze beste internatio­nale collega’s en met hen samenwerke­n, kan ook alleen maar tot grotere wetenschap­pelijke doorbraken leiden.

Maar internatio­nalisering is een doel op zich geworden. Ik zie hoe faculteite­n en vakgroepen het percentage professore­n uit het buitenland als een graadmeter voor performant­ie zien. En hoe sommige collega’s bij het werven van postdoctor­aal onderzoeke­rs kandidaten met een doctoraat van de eigen universite­it automatisc­h opzijschui­ven. Het enige doel zou nochtans moeten zijn: de beste mensen aantrekken, zeker met belastingg­eld. Ik zie hoe we degelijk onderbouwd­e cursussen laten verschrale­n om ze te toch maar te kunnen aanbieden in het Engels, op maat van Erasmusstu­denten. Ik zie hoe universite­iten van hun professore­n verwachten dat ze een bepaald aantal conferenti­es bezoeken als ze promotie willen maken.

In plaats van onderzoeke­rs te beoordelen op hoe hun internatio­naal netwerk leidt tot meer wezenlijk onderzoek, leggen we hen checkboxen voor die je ook kunt aanvinken louter door overheidsm­iddelen te verkwisten. Het is alsof je het beste brood ter wereld probeert te bakken en je vorderinge­n meet door het aantal rozijnen te tellen dat je bij elke poging gebruikt hebt.

Ik heb beslist er niet meer aan mee te doen:iklegmijno­nderzoeker­sgeenenkel­edrukmeero­pomfysieka­anbuitenla­ndse conferenti­es deel te nemen. Ze mogen voortaan zelf bepalen hoe ze linken leggen met de interessan­tste collega’s aan de andere kant van de oceaan. Als ze op conferenti­e gaan, verwacht ik dat ze nadenken over hoe dat bezoek hun onderzoek ten goede kan komen.

Marketingc­ampagnes

Ten slotte is een keuze voor onze kerntaken ook een keuze om daar ten volle onzetijden­onsbudgetv­oorintezet­ten. Ik ben blij dat mijn universite­it daar de afgelopen jaren radicaal voor kiest. Maar het zou nog beter zijn mocht het hele Vlaamse hogeronder­wijslandsc­hap meer in die richting evolueren.

Neem nu de marketingc­ampagnes om nieuwe studenten aan te trekken. De hogeschole­n en universite­iten gebruiken een deel van het belastingg­eld dat ze krijgen om met elkaar in concurrent­ie te gaan. Het is zuivere speltheori­e. Idealiter zouden we toekomstig­e studenten goed informeren zonder een

euro aan reclame te spenderen. Het probleem is dat, zodra een instelling daarmee begint, de andere moeten volgen als ze hun inschrijvi­ngscijfers niet drastisch willen zien dalen. De universite­iten en hogeschole­n zitten dan vast in een situatie waarbij iedereen slechter af is. Want niemand wint echt de concurrent­iestrijd, maar iedereen is wel een smak geld kwijt. Ik hoop dat de hogeronder­wijsinstel­lingen op de korte termijn een akkoord sluiten om daar volledig mee te stoppen. Als dat niet lukt, hoopikdatd­enieuweVla­amseregeri­ng dat afdwingt.

Academici besteden tijd aan nog veel meer zaken waarmee ze geen kennis creëren of delen. Zoals in veel andere profession­ele omgevingen, zitten we te vaak in vergaderin­gen die louter bezigheids­therapie zijn. Er kruipt per week vaak ook meer tijd in onderzoeks­voorstelle­n schrijven dan in onderzoek zelf. Dat moet echt anders.

In zijn boek Doe één ding legt Gary Keller uit wat succesvoll­e mensen gemeen hebben: ze steken tijd in hun hoofdtaak. Succesvoll­e schrijvers slagen erin tijd vrij te houden om daadwerkel­ijk manuscript­en te tikken, succesvoll­e muzikanten slagen erin vele uren per week te componeren of te musiceren. Ze focussen op hun corebusine­ss en beperken de tijd die ze steken in het management ervan.

Ik hoop dat wij het dit academieja­ar aan de universite­iten ook zo kunnen doen: weg van de bijzaak en voluit focussen op de hoofdzaak: het geld dat we van de belastingb­etaler krijgen, gebruiken om zo veel mogelijk nuttige nieuwe kennis te vergaren en daar de maatschapp­ij zo veel mogelijk mee te versterken.

 ?? ?? De academisch­e stoet van de UGent:
De academisch­e stoet van de UGent:
 ?? ??
 ?? Frederiek Vande Velde ?? focussen op de kernopdrac­ht, jongelui!
Frederiek Vande Velde focussen op de kernopdrac­ht, jongelui!

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium