Onbekende expert doet boekje open over kunstmarkt
Een zekere Bernard Staessens laat in een boek zien dat hij de grijze zone van de Belgische kunstmarkt grondig kent. Hij beschrijft in detail hoe kunstvervalsers tegen de lamp liepen.
Vorige week communiceerden de FOD Economie en het parket van Brussel op dezelfde dag over vervalste kunst die in beslag genomen was. Er was sprake van “vele vervalste lithografieën”, maar hoeveel en van welke kunstenaars bleef in het midden. Er waren ook “twee grote kopieën” in beslag genomen. Kopieën van een beeld? Een schilderij? Of nog een litho? Navraag leert dat een van de twee dossiers al in mei 2023 werd afgerond. Het nieuws leek een beetje op een glas bier waar het schuim al af was. We besloten het bericht niet op te pikken.
Tot we het pasverschenen boek Les secrets du marché de l’art en Belgique lazen. De auteur is een zekere Bernard Staessens. Zijn uitgever, Editions Racine, omschrijft hem als “de kleinzoon van een antiquair, verzamelaar van oriëntalistische schilderijen en auteur van talrijke publicaties over art nouveau en art deco”. Art nouveau boeit ons al vele decennia. Hoe kon het ons ontgaan zijn dat Staessens er zoveel over geschreven had? Zelfs het internet kende geen enkele publicatie van hem. Vreemd.
Uit het boek blijkt dat Staessens toegang heeft tot de inner circle van de kunstmarkt. Zelfs tot plaatsen waar er weinig licht schijnt en waar valse kunst en geroofde archeologische stukken worden verhandeld. Hij beschrijft antifraudeonderzoek, kent de politie-inspecteurs, citeert getuigenissen van gedupeerden, is aanwezig bij invallen in galeries en wordt gevraagd om de inbeslaggenomen stukken te inventariseren. Bernard Staessens is niet wie hij zegt te zijn. Zijn identiteit is zelf een kunstvervalsing. Volgens de uitgeverij is hij een extern kunstadviseur van de politie.
Pop-upverkopen
In het boek passeren verschillende figuren die op basis van hun persoonsbeschrijving niet onbekend lijken. Ze dragen allemaal een andere naam. Dan herken ik in dit gemaskerd schimmenspel de kunstwerken die vermeld waren in de persberichten van vorige week. De verhalen lopen parallel en de werken op de foto’s zijn dezelfde. Eén foto is nagenoeg identiek. Alleen staan er in het boek nog enkele politieagenten op. Wat meer is: in het boek staan die twee dossiers veel gedetailleerder uitgelegd dan in het persbericht.
Het eerste onderzoek begon al in juni 2015 en had betrekking op reizende pop-upverkopen die tijdens het weekend in kastelen, luxehotels en grote villa’s in de stadsrand plaatsvonden. Naar gewoonte werden ze kort op voorhand geafficheerd, na afloop waren ze meteen weer weg. Bij een terreinverkennende mystery shopping
merkte Staessens dat de antieke stukken geen patina, of zelfs geen krasje hadden.
Begin 2016 zakte een onderzoeksteam af naar een verkoop in een villa in Ukkel. Er stonden een stuk of vijftien art-decobeeldjes van sierlijke danseressen, zoals de Frans-Roemeense kunstenaar Demetre Chiparus ze maakte. Maar deze exemplaren had hij vast niet gemaakt, oordeelde een kunstexpert. Op de sokkel was met een Dremel-freesmachine onhandig de naam van de artiest aangebracht. Beeldjes die geacht werden van zilver en ivoor te zijn, bleken in werkelijkheid van gelakt metaal en resin – een mengsel van gemalen steen en kunsthars. Tal van art-decomeubelen waren uitbundig gevernist, iets wat de meubelmakers toen echt niet deden. Het waren eigentijdse vervalsingen die moesten doorgaan voor kunst uit het interbellum.
De reizende verkoper zou het nooit meer doen, beloofde hij. Dat bleek ten dele waar. Reizen deed hij niet meer, hij vestigde zich in 2018 in een galerie in de Louizalaan. Verkopen deed hij als vanouds. Naast beeldjes van Chiparus waren er bronzen dierenbeeldjes van diens tijdgenoot François Pompon. Een trio beeldjes van danseressen moest 35.000 euro kosten. Sommige echtheidscertificaten bleken uitgeschreven in 2016, terwijl de expert die ze had verstrekt in 2012 al overleden was.
Bernard Staessens’ identiteit is zelf een kunstvervalsing
Kodinski, niet Kandinsky
Er hingen tal van ondertekende en genummerde litho’s, van Miró, maar ook van Picasso, Léger, Dalí, Modigliani en Chagall. Een litho van Kandinsky stond op de verkooplijst voor 3.000 euro aangegeven als “Kodinski”, zodat niemand achteraf kon komen zeggen dat hem een Kandinsky was voorgespiegeld. Bij nader inzien bleken de litho’s vervaardigd met een inktjet. Zowat honderd objecten werden in beslag genomen en in 2023 werden de betrokkenen veroordeeld.
Uit zijn boek blijkt dat Staessens ook alles weet over de tweede inbeslagname uit het persbericht. De koopwaar leek op de eerste, maar de plaats van de handeling was verschillend. Want deze handelaar vestigde zich eind 2018 in de Zavelwijk, het hart van de kunsthandel in Brussel. Ook hier waren de artdecomeubels en beeldjes van Chiparus ruimschoots voorradig, maar op een beurs in Antwerpen pakte de handelaar uit met werk van Sonia Delaunay en Raoul Dufy. Bij de politie stond hij bekend voor de verspreiding van kunstwerken van Edgar Degas, Pablo Picasso en Modigliani.
Zowat twintig litho’s van Léger, Baquiat, Miró, Magritte, Botero en Dalí uit de galerie bleken bij grondig onderzoek met hetzelfde materiaal vervaardigd te zijn en allemaal dezelfde kenmerken te vertonen. Het bracht de speurders op het idee dat ze weleens uit hetzelfde atelier konden komen. De mysterieuze Staessens kwam zelfs te weten dat de handelaar een vestiging had in Luxemburg en een nv op de Maagdeneilanden en dat hij geld ontving uit Zwitserland, het VK, Monaco en Mauritius. Jaarlijks zou hij naar schatting 2,1 miljoen euro verdiend hebben met de verkoop van valse kunst.
In de galerie werden in 2020 eveneens een honderdtal werken in beslag genomen, waaronder vijf valse beeldjes van Niki de Saint Phalle, art-deco-objecten en litho’s. Bij het buitengaan zagen de speurders dat de galerie ernaast een soortgelijk aanbod had. Toen ze 24 uur later terugkwamen, was ze volledig opgedoekt. De vogel was gevlogen. Toch voor een tijdje. Wat het boek niet meer haalde, is dat de eigenaar in juni veroordeeld werd. Een tweede druk dringt zich op. Hoewel dat in de kunstwereld misschien niet zo’n prioriteit is. Daar neemt de nervositeit nu al toe.
Bernard Staessens, Les secrets du marché de l’art en Belgique, Ed. Racine, 240 p., 25 euro