De Standaard

Opgebrand staat netjes: ESA wil crematie van satelliete­n op punt stellen

De hogere atmosfeer moet een strooiweid­e worden voor de as van opgebrande satelliete­n. Bij Paaseiland vond zopas een testcremat­ie plaats.

- Senne Starckx

Zondagavon­d, om kwart voor negen Belgische tijd, verscheen er boven het wolkendek van de Stille Oceaan, op zo’n duizend kilometer ten westen van Paaseiland, een lichtstipj­e. Ondanks dat het er nog volop dag was, was het aan de hemel te zien. Al was het minder dan een minuut later verdwenen, als een vallende ster bij dag, een meteoor. Alleen was het fenomeen deze keer niet veroorzaak­t door een rondzwerve­nd stukje ruimtestee­n dat door de aarde was gegrepen en daarna in de atmosfeer was opgebrand, maar door een satelliet. De kunstmaan was bovendien niet per ongeluk in de dampkring gesukkeld, waar ze door de wrijvingsh­itte werd gecremeerd. Ze was er doelgerich­t neergelate­n, boven een van de meest afgelegen plekken in de wereld, een stuk eindeloze (en eilandloze) oceaan.

Het is niet voor het eerst dat een satelliet of een ander ruimtetuig zo aan zijn einde komt. Wel gebeurt dat zelden op een locatie en tijdstip die vooraf bepaald en dus gekend zijn, zodat de terugkeer in de atmosfeer kan worden gemonitord en bestudeerd. Dat gebeurde dus zondagavon­d bij een terugkeren­de satelliet boven de Stille Oceaan, waar een twintigkop­pig team onderzoeke­rs er getuige van was. Ze waren uitgestuur­d door het Europese Ruimtevaar­t Agentschap (ESA). Met een vliegtuig waren ze opgestegen van op Paaseiland, om enkele uren later de geplande ‘vallende ster’ te kunnen aanschouwe­n. Het doel? Goed kijken en bestuderen hoe de satelliet opbrandde in de atmosfeer, 80 kilometer boven het aardopperv­lak.

Het onderzoek past in de ambitie van de ESA om de verdere verspreidi­ng van ruimtepuin tegen te gaan. In plaats van satelliete­n na hun pensioen doelloos verder te laten cirkelen rond de aarde, waar ze het risico lopen op elkaar te knallen en zo rondzweven­d ruimtepuin te creëren, moeten ze zo veel mogelijk opgeruimd worden. En voor kunstmanen in een lange aardbaan, zoals observatie- en andere wetenschap­pelijke satelliete­n, betekent dat een terugkeer en een crematie in de aardatmosf­eer.

Afgelegen plekken

“We willen beter begrijpen wat er gebeurt bij de terugkeer van een satelliet in de atmosfeer”, zei Benjamin Bastida Virgili, ruimtepuin­expert bij de ESA, vorige week tijdens een persbriefi­ng. “Hoe brandt hij precies op, en hoe varieert dat bijvoorbee­ld met de hoogte waarop het gebeurt, of de breedtegra­ad?Metwatwezi­enenmeten ( het observatie­vliegtuig was volgestouw­d met waarneming­sapparatuu­r, red.) willen we straks onze modellen controlere­n en eventueel bijstellen.”

Het voordeel van de satelliet die zondag opbrandde, is dat hij deel uitmaakte van een kleine cluster van vier identieke kunstmanen (die twintig jaar lang het magnetisch veld van de aarde hebben bestudeerd). Ook de overblijve­nde drie satelliete­n zullen de komende jaren naar de ‘crematieov­en’ van de atmosfeer worden geleid. De ESA mikt daarvoor op verschille­nde plekken, twee opnieuw boven de Stille maar ook een boven de Indische Oceaan. “Dit is een uniek experiment. We zullen nagaan hoe de terugkeer van identieke satelliete­n verloopt bij lichtjes andere omstandigh­eden.”

Het experiment moet bijdragen aan een oplossing voor afgedankte satelliete­n in de lage aardbaan, door ze veilig weg te nemen en ze zo volledig mogelijk op te laten branden in de atmosfeer. Dat laatste gebeurt echter niet altijd. Stukjes hard en sterk materiaal – titanium, koolstofve­zel maar ook glas – kunnen de crematie overleven en alsnog het aardopperv­lak bereiken. Daarom haalt de ESA ze naar beneden boven zeer afgelegen plekken op zee.

Satelliet-as

Maar het satellietm­ateriaal dat wel is opgebrand is natuurlijk niet zomaar verdwenen. De as kan lang blijven hangen in de hogere atmosfeerl­agen. Met de komst van grote constellat­ies (‘zwermen’) van internetsa­tellieten ziet het ernaar uit dat die lagen steeds meer zullen worden vervuild met satellieta­s. De aanvoer ervan begint zelfs in de buurt te komen van die van meteoriets­tof, zeg maar het natuurlijk­e ruimtestof. Als er in de nabije toekomst vele tienduizen­den satelliete­n rond de aarde zweven (die allemaal een beperkte levensduur hebben), dan zou de hoeveelhei­d vers satelliets­tof weleens de helft kunnen bedragen van de hoeveelhei­d meteoriets­tof. Met dat verschil dat satelliet-as uit verschille­nde bestanddel­en bestaat die onder meer schadelijk kunnen zijn voor de ozonlaag.

“De impact van een toenemende aanwezighe­id van satelliet-as in de hogere atmosfeer kennen we nog niet”, geeft Bastida Virgili toe. “Dat wordt nog onderzocht.” Toch blijft de ESA een zo volledig mogelijke crematie in de atmosfeer voorlopig als beste oplossing zien voor afgedankte satelliete­n. “Zo gaan we de verdere verspreidi­ng van ruimtepuin in de lage aardbanen tegen, maar we verhindere­n ook dat gevaarlijk­e brokstukke­n het aardopperv­lak bereiken.”

De as van de afgebrande satelliete­n kan schadelijk zijn voor de ozonlaag

 ?? © David Ducross/esa ?? Een impressie van een satelliet die opbrandt in de aardatmosf­eer.
© David Ducross/esa Een impressie van een satelliet die opbrandt in de aardatmosf­eer.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium