“Mijn verpleegster weigert om nog naar Peterbos te komen”
In Peterbos haal je je 10.000 stappen per dag wel, willen of niet. Een kruidenier is er niet meer, naar een betaalbare supermarkt is het een halfuur bergop, bergaf. De laatste huisarts is jaren geleden vertrokken. Wie hulp nodig heeft, krijgt te horen: “Probeer het morgen eens opnieuw.”
De maandag begint met een drama. Een oudere vrouw heeft zich opgesloten in haar appartement. Hoe vaak haar vrienden ook langskomen, vertellen ze ons spontaan in het buurtlokaal, hoe luid ze ook roepen, de vrouw weigert de deur open te doen. Ze horen haar voeten nochtans trippelen over de vloer. De vrienden twijfelen wie ze moeten bellen: de ambulance of de politie? Het afgelopen jaar had ze eindelijk de alcohol opgegeven, zeggen ze. Ze kwam buiten, deed mee aan activiteiten in de buurt. Maar iets heeft haar uit haar lood geslagen. Ze ging terug, de armen van de drank en de zelfopgelegde isolatie in.
“Het is verschrikkelijk om te zien, maar helaas geen uitzonderlijk verhaal”, zegt Nico
Martens. Hij is hier ook, in het buurtlokaal. “En hier in de wijk hebben we geen zorg om haar op te vangen.” Sinds een jaar is hij in Peterbos bezig een wijkgezondheidscentrum uit de grond te stampen – voorlopig staat er alleen een banner in het gras met daarop “maison médicale”. Toen in 2018 de huisarts de wijk verliet, viel een groot deel van de 2.500 inwoners zonder eerstelijnszorg. Martens probeert voor de sociale opbouworganisatie Saamo, een van de laatste voorzieningen die nog in Peterbos actief is, die laagdrempelige gezondheidszorg terug in de wijk te brengen.
Honderd procent is depressief
Een grootschalige bevraging in Peterbos door de gemeente Anderlecht en lokale vzw’s leverde zeer slechte cijfers op. Honderd procent van de bevraagden zegt zich niet goed in zijn vel te voelen en depressieve klachten te ervaren. Ze wijzen een hele reeks oorzaken aan: financiële problemen, slechte huisvesting, angst voor de drugsdealers beneden aan hun appartementsblok. Twintig procent van de bevraagden had te kampen met diabetes of was ernaar op weg. Meer dan 50 procent van de deelnemers gaf aan tandklachten te hebben, of zichtbare problemen met het gebit.
“Er is een duidelijk verband met de armoede in de wijk en de betaalbaarheid van de gezondheidszorg. Tandzorg is een van de eerste dingen die mensen opgeven, omdat die zo duur is”, zegt Martens. Peterbos is een van de armste wijken van het land – cijfers uit 2019 wijzen op een mediaan inkomen van 16.000 euro. De meerderheid van de volwassenen hier leefde in 2023 van een pensioen (32 procent) of een uitkering (57 procent). Slechts 13 procent van de inwoners krijgt op het einde van de maand een loon. Er wonen tegelijk ook veel meer minderjarigen en gepensioneerden, de zogenoemde economisch afhankelijken, dan mensen op arbeidsleeftijd.
Bij iedere Peterbossenaar die we ontmoeten op de paden in het park, komt weer een ander verhaal naar boven. Het ene ogenschijnlijk klein maar toch slopend, zoals de 72-jarige vrouw die vertelt over haar chronische hoest die maar niet overgaat sinds er schimmel in haar appartement is gevonden. Het andere bijna grotesk, zoals die keer dat alle jonge gasten in de wijk moesten samenkomen om een man in een rolstoel vanop de 17de verdie
“Soms krijgen verpleegsters vervelende vragen van de drugsdealers, die denken dat ze voor de ordediensten werkten”
Tayyeb (76)*
Inwoner Peterbos
ping via de trap naar beneden te dragen, omdat de lift maar niet hersteld raakte.
Andere dingen sluimeren. Van leven in Peterbos krijg je sterke kuiten. Van het centrum van de wijk naar de dichtstbijzijnde kleine dagwinkel is het een flink eind naar beneden, en daarna moet je weer omhoog – soms voelt het als klimmen. Voor de bushalte moet je twee trappen op en af. Om aan het basketbalplein te raken, moet je klimmen naar het hoogste punt van Anderlecht, via kapotte trappen en geitenpaadjes. Voor een enigszins betaalbare supermarkt ben je al snel een halfuur onderweg. Veel stedelingen moeten ommetjes maken om aan hun 10.000 stappen te raken, in Peterbos halen ze er vanzelf 15.000 op een doordeweekse dag.
Het maakt het er voor de 90-jarige Jacqueline Desmaud niet eenvoudiger op. Zes jaar geleden viel ze in haar appartement, 18 hoog in blok 16. Sindsdien zit ze in een rolstoel. “Vroeger kon ze hier nog zelfstandig een rondje rijden rond het appartementsgebouw”, vertelt haar zoon Patrick. Nu ligt het beton er zo slecht bij dat ook dat niet meer gaat. Als we hem spreken onder aan blok 16, komt hij haar net ophalen om een uitje te maken – twee keer per week zakt hij naar Peterbos af. Naar de winkel, op bezoek bij oude vrienden, naar de dokter: niets kan ze zonder zijn hulp. Moeder en zoon brengen samen veel tijd door, zeker nu bij Jacqueline ook kanker is vastgesteld. “Maar de rest van de tijd zit ik vast in mijn appartement”, zegt ze zelf.
Wat ook niet helpt: op de apotheker na zijn alle winkels uit de wijk vertrokken. “Zoiets simpels als een kleine kruidenierswinkel zou al wonderen doen”, zegt Martens. “In afwachting daarvan sluiten mensen zich op, zeker de ouderen, omdat ze de omgeving niet meer aankunnen. Of ze worden heel afhankelijk van familie, wat hun onderlinge relaties serieus onder druk kan zetten.”
Vandaag niet, sorry
Armoede maakt ziekt, slechte huisvesting ook, en zelfs het onveiligheidsgevoel heeft
een impact. Tayyeb* (76) leeft al ettelijke jaren met een stomazak op de linkerzijde van zijn buik. Hij zit op het bankje voor blok 6, waar wel meer bewoners elkaar vinden (DS 9 september). Normaal moet er minstens één keer per week een verpleegster aan huis komen. “Maar de laatste jaren weigeren ze nog naar Peterbos te komen”, vertelt hij. “Sommigen kregen vervelende vragen van de dealers, die dachten dat ze voor de ordediensten werkten. Anderen weigeren sowieso om hier te komen werken door de verhalen in de media.” Hij en zijn dochters zijn constant in onderhandeling met de zorgdiensten, in de hoop de hulp te krijgen die hij nodig heeft. Soms lukt het, soms komt er na urenlang wachten een telefoontje met de boodschap dat “ze er vandaag toch niet zullen raken”. “Probeer morgen eens opnieuw.”
Volgens Martens is iedereen in de wijk het erover eens: dat wijkgezondheidscentrum móét er komen. Maar ook een wijkgezondheidscentrum heeft geld nodig. Zulke centra worden gefinancierd op basis van het aantal patiënten dat ze over de vloer krijgen, maar de patiënten hier hebben per persoon veel meer klachten dan gemiddeld. De vraag is of die financiering zou volstaan. En dan moet Martens nog de dokters, psychologen, verplegers en dietisten vinden die de boel willen openhouden. Ook zij moeten bereid zijn om de weg bergop te nemen, en de dalen erbij te nemen. * Tayyeb is een schuilnaam. Zijn identiteit is bekend bij de redactie.
Morgen: het verhaal van B.I. en de ‘oven’, of hoe drugs het overnamen in Peterbos