Telkens weer opstaan is de rode draad in de carrière van Primoz Roglic
Terwijl Remco Evenepoel door buitenlandse media opnieuw aan Red Bull-BORA-hansgrohe werd gelinkt, onderstreepte Primoz Roglic zijn nummer 1-positie bij de ploeg. Zijn leidersplaats in de Vuelta kwam in het slotweekend niet meer in gevaar.
Primoz Roglic moet zondagavond een diepe zucht van opluchting hebben geslaakt. De acute darminfectie die sinds vrijdagnacht Red Bull-BORA-hansgrohe in haar greep had en drie van z’n ploegmaats had geveld, was hem bespaard gebleven. De afsluitende tijdrit – een prooi voor de Zwitserse specialist Stefan Küng – rondde hij met een tweede plek keurig af.
Zo stond de Sloveen aan het eind van de Vuelta voor de vierde keer op het hoogste trapje. Een overwinning waarmee hij in de eerste plaats en ten overvloede blijk gaf van zijn opmerkelijke incasseringsvermogen. 2024 stond oorspronkelijk helemaal in het teken van de Ronde van Frankrijk. Een betonnen borduur op 11 juli en een breuk in het dwarsuitsteeksel van een ruggenwervel hadden al zijn opofferingen vergeefs doen lijken.
Maar telkens weer opstaan na een al dan niet letterlijke val, is dé rode draad door de carrière van de voormalige schansspringer. In 2020 won hij na de onverwachte Tour-uppercut op La Planche des Belles Filles de Vuelta. In 2021 verlengde hij na een val en opgave in de Tour zijn titel in Spanje. En vorig jaar, na in 2022 zowel in de Tour als de Vuelta door valpartijen voortijdig de aftocht te hebben geblazen, schreef hij de Giro op zijn naam.
Meer glans
Voor die veerkrachtige manier waarop hij met tegenslagen omgaat, zijn eeuwige relativeringsvermogen en voortdurende focus op het proces in plaats van het resultaat, zal Roglic worden herinnerd. Veel meer dan voor zijn gecontroleerde manier van koersen, al behaalde hij zijn jongste Vueltazege met de nodige glans.
Roglic maakte niet het verschil met de bonificaties zoals in 2020, maar met langere aanvallen, aanvankelijk daartoe ook gedwongen door de achterstand die hij op Ben O’Connor had opgelopen. Na zijn vijfkilometervlucht vrijdag op de Moncalvillo – zijn langste solozege in drie jaar – begon Roglic zaterdag met een veilige marge aan de koninginnenrit. Daarin hadden zijn dichtste belagers uiteindelijk meer oog voor elkaar dan voor de eindzege.
Hoe dan ook kan de carrière van de Sloveen moeilijk worden overschat. Met zijn vierde eindwinst zet Roglic zijn voet naast de Spaanse recordhouder Roberto Heras. 42 keer al zat in de Vuelta de leiderstrui om zijn schouders – alleen de Zwitserse tweevoudige eindwinnaar Alex Zülle (48 ritten leider) deed beter.
Met vijf grote rondes op zijn naam staat Roglic in de ranglijst aller tijden op de gedeelde achtste plaats, met van de nog actieve renners alleen Chris Froome (zeven eindzeges) boven hem. Van de laatste 35 rittenkoersen die Roglic reed, won hij er 19 en droeg hij er in 27 de leiderstrui.
De Vueltazege moet voor Roglic extra zoet smaken na vorig jaar. Jumbo-Visma had hem toen, ter compensatie voor zijn niet-Tourselectie, in de Vuelta de eerste viool beloofd, maar verplichtte hem uiteindelijk de remmen dicht te knijpen voor ploegmaat Sepp Kuss. Waarop de Sloveen, ondanks een lopend contract tot eind 2025, de deur bij de Nederlanders achter zich dichttrok en BORA-hansgrohe een afkoopsom van naar verluidt 3 miljoen euro voor hem betaalde.
Roglic tekende bij de Duitsers met de garantie op het absolute kopmanschap in de Tour. Deze Vueltazege komt er na een seizoen waarin hij onder de verwachtingen bleef in Parijs-Nice (tiende) en zowel in de Ronde van het Baskenland (als leider) als de Tour (als vierde in de tussenstand) door een val werd uitgeschakeld. Tussendoor trok hij wel de Dauphiné naar zich toe, maar slechts met de hakken over de sloot.
De vraag is nu hoeveel pogingen in de Tour hoofdsponsor Red Bull Roglic nog gunt
Blinde vlek
Mochten er intern al twijfels zijn gerezen, dan rechtvaardigt de Sloveen met deze nieuwe rondewinst zijn statuut binnen de ploeg. De Spaanse triomf biedt Roglic, 35 eind oktober, een extra argument om straks nogmaals de volledige ploeg in zijn dienst op te eisen in de Tour, in de hoop alsnog die blinde vlek op zijn palmares in te vullen. Zelfs al meent de buitenwereld dat hij niet opgewassen is tegen Tadej Pogacar, Jonas Vingegaard en Remco Evenepoel.
De vraag is nu hoeveel pogingen Red Bull, sinds begin dit jaar hoofdaandeelhouder van de ploeg, Roglic nog gunt. De energiedrankproducent, die vorig jaar voor het eerst een omzet van 10 miljard euro rondde, heeft de gewoonte om de sporten die het sponsort stevig op te schudden. Afgelopen week lanceerde een ervaren journalist van de Italiaanse Gazzetta dello Sport het bericht dat er nog steeds gesprekken aan de gang zijn over een mogelijke overstap van Remco Evenepoel van Soudal Quick-Step naar Red Bull-BORA-hansgrohe in 2025. Volgens het Spaanse AS kreeg deze optie tussen de Tour en de Vuelta steeds meer vorm. Evenepoel zelf evenwel ontkende zondagmiddag de geruchten.
Bij de lancering van de nieuwe ploegnaam aan de vooravond van de Tour stelde teammanager Ralph Denk dat het niet de bedoeling was om renners onder hun contract uit te kopen. “We willen onze eigen Pogacar of Evenepoel opleiden”, heette het. Of het hyperambitieuze Red Bull daar ook zo over denkt, kan niet alleen van belang zijn voor Evenepoel, maar ook medebepalend voor het vervolg van Roglic’ carrière.
Eindklassement: 1. Primoz Roglic in 81u49’18”; 2. Ben O’Connor op 2’36”; 3. Enric Mas 3’13”; 4. Richard Carapaz 4’02”; 5. Mattias Skjelmose 5’49”.