Gevlucht voor de taliban, ontsnapt uit het peloton
De Afghaanse Fariba Hashimi (21) behaalde zaterdag een professionele wielerzege in de Ardèche, en daarmee gaat voor haar een droom in vervulling. Samen met haar zus Yulduz en drie andere wielrensters sloeg ze op de vlucht toen de taliban de macht in Afghanistan opnieuw overnamen.
De Afghaanse zusjes Fariba en Yulduz Hashimi groeiden op in Faryab, een noordelijke en afgelegen provincie in Afghanistan. Na de inval van het Amerikaanse leger en tot voor de terugkeer van de taliban was dat een rustig, maar ook erg conservatief gebied. Een vrouw op een fiets hadden ze er nog niet gezien. Fariba en Yulduz waren 14 en 17 toen ze hoorden dat er een wielerwedstrijd werd georganiseerd. Ze wilden heel graag meedoen, maar hadden geen fiets. Ze konden eigenlijk niet eens fietsen.
In het grootste geheim leenden de zussen een fiets van een buurjongen om te oefenen. Ze kregen het snel onder de knie, en slaagden er zelfs in om als eerste en tweede over de streep te komen. Omdat hun familie dat niet zou goedkeuren, hadden ze valse namen opgegeven, en wijdvallende, verhullende kledij aangetrokken. Hun ogen verstopten ze achter een zonnebril. “Het voelde wonderbaarlijk. Alsof je als een vogel door de lucht vliegt”, vertelde Fariba in 2023 in een interview met de BBC.
Afgelopen zaterdag behaalde Fariba als eerste Afghaanse ooit een professionele wielerzege in een UCI-wedstrijd, met name in de Ardèche. Daarmee schrijft ze wielergeschiedenis. Ze kwam na ruim 100 kilometer solo aan op de Mont Lozère en hield onder anderen de Nederlandse klassementsleider Thalita de Jong achter zich.
De Hashimi-zussen hadden nooit gedacht dat ze hun land en hun familie zouden moeten verlaten. Maar de taliban maakten vanaf hun terugkeer meteen duidelijk dat ze alle bewegingsruimte voor vrouwen zouden terugschroeven. Fariba en
Yulduz hadden toen al meerdere wedstrijden gewonnen. Een deel van de familie wist nog van niets. Hun ouders wel. Die hadden hen ondanks de vermommingen herkend op foto’s in lokale kranten. Ze keurden het af, en hadden hun dochters gevraagd om ermee te stoppen.
Italiaanse verkeerscursus
“Onze ouders waarschuwden ons voor de risico’s, maar we gingen er stiekem mee door en uiteindelijk steunden ze ons toch. We kregen wel veel tegenwind”, zei Yulduz tegen de BBC. “Mensen probeerden ons met hun auto of riksja omver te duwen. Ze gooiden stenen naar ons. Zelfs onze klasgenotes pestten ons omdat we fietsten. Het enige wat ik wilde, was wedstrijden winnen.”
Uiteindelijk werden ze opgemerkt en uitgenodigd om toe te treden tot het nationale wielerteam van Afghanistan. “Een fantastische dag voor ons”, aldus Fariba. “We stonden op de top van de wereld.”
Maar toen kwam de zomer van 2021, waarin de taliban zonder veel weerstand in het centrum van Kaboel opdoken en de macht overnamen. Op het vliegveld ontstond grote chaos, omdat honderden Afghanen daar verzamelden in de hoop weg te raken. Fariba en Yulduz riepen de hulp in van de Italiaanse wielrenster Alessandra Cappellotto, die in 1997 de wereldtitel op de weg won. De zussen kenden haar, want Cappellotto was met haar hulporganisatie ‘Road to Equality’ eerder al in Afghanistan neergestreken.
Zij slaagde erin om de twee zussen, samen met nog drie andere teamgenotes uit de nationale wielerploeg, op een vliegtuig naar Italië te krijgen. Cappellotto vond een huis voor hen in een klein dorp in het noorden van Italië, dicht bij de bergen. De Italiaanse woont er ook in de buurt. Zij regelde halftijdse jobs en intensieve lessen Italiaans voor de Afghaanse atletes, en een wielercoach. “Dat was een schok voor ons. We beseften dat we eigenlijk nog niets wisten over wielrennen en dat we nog veel moesten leren”, zegt Yulduz.
Wat ze ook niet kenden: het drukke verkeer in Italië. Ze werden op cursus gestuurd om de verkeersregels te leren – een cursus die normaal aan kinderen wordt gegeven.
“Bedek jullie gezicht”
De zussen konden in de Italiaanse bergen veel oefenen en sloten zich aan bij een Italiaanse wielerploeg. Ze konden al snel deelnemen aan UCI-wielerwedstrijden, waar ze ervaring opdeden. Ze werden door het Internationaal Olympisch Comité uitgenodigd om, als eerste Afghaanse wielrenners ooit, deel te nemen aan de Olympische Spelen in Parijs. Yulduz Hashimi haalde in Parijs de finish van de wegrit niet, Fariba eindigde als 75ste. En nu heeft die laatste ook een echte UCI-zege op zak.
De zussen gaan er prat op dat ze op de Spelen uitkwamen voor Afghanistan – “het land van vóór de overname door de taliban”. Zij liepen niet onder de witte vluchtelingenvlag, maar onder de traditionele, tricolore vlag die groen, rood en zwart kleurt, en dit zeer tegen de zin van de taliban. “Afghanistan zit in mijn bloed en daar ben ik trots op. Ik wil mijn land vertegenwoordigen, niet de vluchtelingen”, aldus Yulduz.
Volgens de taliban werd Afghanistan daar maar door drie atleten vertegenwoordigd – alle drie mannen. Want vrouwensporten “bestaan niet” in Afghanistan.
Ook de 26-jarige loopster Kamia Yousufi nam deel aan de Spelen voor Afghanistan. Ze is nationaal recordhoudster op de 100 meter en liep die discipline – met hoofddoek – in Parijs.
De zussen Hashimi krijgen nog steeds berichtjes uit Afghanistan, om hen aan te aanmanen “hun gezicht te bedekken”. “We hebben er veel voor opgegeven”, vertelde Fariba eerder. “Het moeilijkste is om onze moeder te missen. Ik had nooit gedacht dat ik door het wielrennen mijn broers en zussen nooit meer zou zien.” (vbr, bbc)
“Mensen probeerden ons met hun auto of riksja omver te duwen. Ze gooiden stenen naar ons. Zelfs onze klasgenotes pestten ons omdat we fietsten. Het enige wat ik wilde, was wedstrijden winnen”
▶ Blz. 16: berichtgeving.