Belgische thuismatch op 1.500 km van huis, met ‘dank’ aan premier Viktor Orban
De Rode Duivels spelen straks ‘thuis’ en over twee maanden nog eens ‘uit’ tegen Israël. Om die risicomatch niet op het eigen grondgebied te moeten spelen, werd er uitgeweken naar Hongarije, de populairste ‘neutrale haven’ in het internationale voetbal.
Afgelopen weekend in de Israeli Premier League. De wedstrijd tussen Hapoel Beër Sjeva en Bnei Sakhnin ontaardde nog voor er één bal getrapt werd. Toen de bezoekende fans van Bnei Sakhnin hun rug draaiden bij het spelen van het Israëlische volkslied, vlogen plots tientallen supporters van thuisploeg Beër Sjeva het veld op. Veel van hen waren gemaskerd en hadden stokken bij. Ze vochten het uit in het midden van het veld, met de spelers er verschrikt naast. Tientallen mensen raakten gewond.
Sakhnin is een stad van Arabieren die vroeger deel uitmaakte van Palestina, maar sinds de hertekening van de grenzen aan Israël toebehoort. “Ik denk dat we een lynchpartij hebben voorkomen”, zei clubvoorzitter Muhammad Abu Younes. De thuisploeg wilde de match erna nog beginnen, maar daar bedankte zijn team vriendelijk voor. Te bang voor wat nog zou kunnen gebeuren.
Het is het leven zoals het is in de Israëlische eerste klasse, waar de meeste van de Israëlische internationals die straks de Rode Duivels partij geven de kost verdienen. In tegenstelling tot oorlogsgebied als Oekraïne moeten in Israël voetballers zich niet klaarhouden om halverwege de match naar de schuilkelders te rennen. Maar de minste vonk is voldoende om de boel te doen ontvlammen tussen voor- en tegenstanders van de oorlog.
“Het volkslied zingen wordt op dit moment gezien als een loyaliteitstest en de lippen van elke Arabische speler die voor het Israëlische nationale team speelt worden gelezen om te controleren of hij zingt of niet, en welke regels hij wel en niet zingt”, schrijft het Israëlische Ynet.
Vijftig veiligheidsmensen
Op zich is het al vreemd dat de volgende tegenstander van de Rode Duivels in de Europese landencompetitie van de Nations League
Israël heet. Israël behoorde tot de oprichters van de Aziatische voetbalbond, maar werd er midden de jaren zeventig uitgegooid nadat meer en meer Arabische landen weigerden tegen hen te spelen wegens het Gaza-conflict. In 1992 kreeg Israël ‘asiel’ bij Europese voetbalbond Uefa.
Palestina heeft nu opgeroepen de Israëlische nationale ploeg te laten schorsen omdat het land oorlog voert, maar de wereldvoetbalbond Fifa blijft die politiek gevoelige uitspraak voor zich uitschuiven. Het maakt dat de Israëlische nationale ploeg een realistisch doelwit is voor aanslagen. Bij elke interland reizen vijftig veiligheidsmensen mee, om nog te zwijgen over de undercoveragenten.
België heeft wat dat betreft niet bepaald een voorgeschiedenis die vertrouwen inboezemt. Minder dan een jaar geleden was er bij een match van de Rode Duivels nog een aanslag van terreurorganisatie IS, waarbij twee Zweden werden gedood. Brussel kon de veiligheid voor deze match niet garanderen, tot frustratie van de Israëliërs. Ook in onze buurlanden is de komst van Israël geen makkelijk verhaal.
Maar hoe belanden we dan in het Hongaarse Debrecen, 1.500 kilometer verwijderd van ‘thuisploeg’ België en 2.700 kilometer van Israël, voor een match die toch zonder fans gespeeld zal worden? Wel, Hongarije was de voorbije vier jaar al 32 keer ‘neutrale locatie’ van landen of clubs die niet op het eigen grondgebied mogen of kunnen spelen.
Anderlecht was er twee weken geleden nog voor zijn Europese match tegen de Wit-Russen van Dinamo Minsk. Israël speelt er nu zijn thuismatchen en zal er daarom over twee maanden opnieuw België partij geven. En zelfs de van alle toernooien verbannen Russische ploeg zou er volgend jaar een vriendenmatch afwerken.
Foute vrienden
Veel daarvan heeft te maken met Viktor Orban, de voetbalgekke rechts-populistische eerste minister van Hongarije. Hij wordt beschouwd als de dichtste bondgenoot in Europa van Russisch president Vladimir Poetin sinds het uitbreken van de oorlog en onderhoudt ook nauwe banden met WitRusland. Volgens het politiek blad Politico wordt in Hongaarse staatsmedia ‘desinformatie’ uit het Kremlin verspreid om de Russische oorlog in Oekraïne te rechtvaardigen. De Verenigde Staten en de Europese Unie hebben al hun bezorgdheid geuit.
Orban bakt ook zoete broodjes met een andere nationalistische leider die op zoek is naar vrienden in Europa: Israëlisch premier Benjamin Netanyahu. Met Netanyahu heeft Orban zijn strijd tegen de ‘islamisering’ gemeen. Hongarije is een van de Europese landen met procentueel gezien het minste moslims. Pro-Palestijnse betogingen zijn er verboden. Het was ook een van de weinige Europese landen die stemde tegen een VN-overeenkomst tot staakt-het-vuren in Gaza, net zoals ze eerder ook tegen het sturen van Navo-soldaten naar Oekraïne waren.
Voor de Hongaarse premier is het een erezaak de Israëli’s de hand te reiken en de invloed van het land op die manier uit te breiden. Daarvoor gebruikt hij onder meer voetbal. Toen de nieuwe Israëlische bondscoach Ran Ben Shimon in juni zijn debuut maakte, mocht hij dat doen met een vriendenmatch tegen Hongarije in hetzelfde stadion waar de Rode Duivels straks ‘thuis’ zullen spelen. Enkele dagen later speelde Israël een nieuwe vriendenmatch in Hongarije tegen … Wit-Rusland. “Dit land is voor Joden het veiligste land van Europa”, zei Orban toen.
Voor de Hongaarse premier is het een erezaak de Israëli’s de hand te reiken en de invloed van het land zo uit te breiden. Daarvoor gebruikt hij onder meer voetbal