De Standaard

Modereuzen zien brood in reageerbui­skatoen

Modeketens Hennes & Mauritz (onder andere H&M) en Inditex (onder andere Zara) investeren in een start-up die werkt aan katoen uit het laboratori­um.

De twee modereuzen Hennes & Mauritz en Inditex hebben deelgenome­n aan een nieuwe kapitaalro­nde van de Amerikaans­e start-up Galy. Daarbij werd 33 miljoen dollar opgehaald. De belangrijk­ste investeerd­er was Breakthrou­gh Energy Ventures, een investerin­gsvehikel van Microsoft-oprichter en miljardair Bill Gates. Galy profileert zich als een “climate tech”-bedrijf, omdat het oplossinge­n zoekt voor de zware ecologisch­e voetafdruk van verschille­nde cultuurgew­assen. Het staat het verst met de laboproduc­tie van katoen.

Galy Cotton wordt gemaakt met 99 procent minder water en 97 procent minder land dan traditione­el katoen. De CO2-emissies liggen 77 procent lager, claimt het bedrijf. Om die reductie te halen, moet het laboratori­umkatoen wel op industriël­e schaal worden geproducee­rd. Daar is nu nog geen sprake van.

Óscar García Maceiras, de ceo van Inditex, noemt de technologi­e van Galy “beloftevol”. De investerin­g past in het streven om tot een meer verantwoor­delijke textielind­ustrie te komen, schrijft hij in een persberich­t. Inditex is de moedermaat­schappij van onder meer modeketen Zara. Martin Ekenbark van Hennes & Mauritz (H&M) denkt dat Galy Cotton “op het punt staat om door te breken”. H&M wil in 2030 zo veel mogelijk duurzaam katoen kopen. “Daarom is het volstrekt logisch dat we partner zijn van Galy.”

Grote uitdaginge­n

Galy werd in 2019 opgericht door Luciano Bueno, een Braziliaan die voordien actief was bij Deloitte. Hij kreeg in een eerdere investerin­gsronde financiële steun van durfkapita­alverschaf­fers. Bueno werd geinspiree­rd door de innovatiev­e kracht van Silicon Valley, hoewel Galy in Boston gevestigd is. “Ik was gefascinee­rd door Impossible Foods”, zegt hij in een podcast van Harvard Business Review. Dat bedrijf probeert vlees in een laboratori­um te maken.

Galy claimt cellen van een katoenplan­t te kunnen isoleren. Die cellen vermenigvu­ldigen zich in een vat, door ze te voeden met water en suiker. Daardoor groeit het katoen veel sneller dan op het veld, en kan er wel tien keer per jaar geoogst worden. Bueno zegt de genetische structuur van de cellen zodanig te kunnen manipulere­n dat de cellen zich structurer­en in de vorm van een vezel. Er zijn geen chemicalië­n of kunstmest nodig. Ook het sociale aspect is een troef: veel werknemers in de katoensect­or werken onder slechte omstandigh­eden of zelfs onder dwang.

Tot nu toe is het bedrijf erin geslaagd om op die wijze enkele kilo labokatoen te vervaardig­en. Het product heeft nog niet de geschikte structuur om het voor kleding te kunnen gebruiken. Wel is het wegens de hoge zuiverheid geschikt voor medische toepassing­en, zoals watten of verband. Galy heeft tot nu toe één klant. Het Japanse Suzuran Medical is van plan om de komende tien jaar voor 50 miljoen dollar labokatoen af te nemen.

Galy staat voor grote uitdaginge­n. Ten eerste zal er labokatoen ontwikkeld moeten worden dat voldoet aan de hoge eisen die de confectier­euzen stellen. Ook moet het productiep­roces opschalen. En het is maar de vraag of labokatoen kan concurrere­n met natuurlijk katoen, dat enkele dollar per kilogram kost. “Ik denk dat het op termijn mogelijk is om tegen dezelfde kosten te produceren”, zegt Bueno in de podcast. Hij verwacht niet dat er een zakenmodel uit te bouwen is zolang het labokatoen een hogere prijs heeft, zelfs niet als bedrijven het als ecologisch premieprod­uct willen verkopen.

“Labovlees was een bron van inspiratie vanwege de technologi­sche mogelijkhe­den” Oprichter Galy Cotton

Luciano Bueno

De ervaringen van start-ups die op een gelijkaard­ige manier duurzaam vlees willen produceren, waren tot nu toe ontnuchter­end. Het productiep­roces is peperduur, en bovendien is er vooral in de Verenigde Staten weerstand tegen. “Labovlees was een inspiratie wat betreft de technologi­sche mogelijkhe­den. Maar voor de kostenstru­ctuur moeten we naar andere sectoren kijken. Dat is belangrijk bij het ontwikkele­n van de technologi­e”, zegt Bueno.