De Standaard

“De meeste koppels kopen rond hun dertigste een huis, wij een camionette”

- © Joke Van Caesbroeck De reisavontu­ren van Iris en Gert zijn te volgen op www.snoezelson­theroad.com.

Wat begon als een hechte vriendscha­p werd voor Iris Audenaert (30) en Gert Cool (32) een romance, en een wereldreis. Nu leven ze een nomadenbes­taan. “De laatste twee jaar waren we 24 uur op 24 samen, in de gekste omstandigh­eden. Maar ruzie maken we nooit.”

Iris: “Negen jaar geleden besloot ik last minute om als vrijwillig­er mee te gaan op een JOMBA-zomerkamp. Dat zijn kampen voor jongeren met een beperking. Omdat ik nieuw was, werd ik bij een groep geplaatst met een al meer ervaren monitor.”

Gert: “Dat was ik (lacht). Iris en ik zagen elkaar voor het eerst in april, toen we met ons ploegje van vier samenkwame­n om het kamp voor te bereiden. Veel tijd om elkaar goed te leren kennen was er niet.”

Iris: “Des te intenser waren de tien dagen op kamp. De verantwoor­delijkheid die we als prille twintigers hadden over een groep jongeren, tussen 6 en 30 jaar, met een zware fysieke beperking, was immens. Maar net dat maakte dat we als monitoren in korte tijd close werden, je moet heel intensief samenwerke­n.”

Gert: “Iris maakte veel indruk op me, al op de eerste dag. Een van de jongeren had een vuile pamper. Toen ik de monitoren vroeg wie het zag zitten om die te verversen, twijfelde Iris geen seconde. Het is een niet zo evidente klus, zeker niet voor iemand zonder ervaring. Zij deed het vlot en zonder verpinken.”

Kussen op Crammerock

Iris: “Hoewel er op dat kamp tussen Gert en mij fysiek niks gebeurd was, groeiden we in sneltempo naar elkaar toe. We waren ‘best buddy’s’. ’s Avonds, wanneer iedereen te slapen lag, babbelden we nog uren door, op de trampoline of op het strand, soms tot twee uur ’s nachts.”

Gert: “De emotionele verbinding was heel groot. Niet gek dat we ook na het kamp contact hielden. We spraken af om elkaar nog eens te zien op Crammerock, in Stekene. Daar zoenden we voor het eerst. Toen waren we niet meer te houden.”

Iris: “De dag erna moesten we naar een reünie van de monitoren. Omdat Gert en ik daar samen heen gingen en we net van het festival kwamen, ging ik met hem mee naar huis, bij zijn ouders, om een douche te nemen. Dus al na onze allereerst­e kus maakte ik kennis met Gerts ouders (lacht).”

Gert: “En ik was niet meteen het type dat snel iemand mee naar huis nam, dus ik denk dat mijn moeder en vader toen al doorhadden dat er iets serieuzers gaande was.”

Iris: “Toch duurde het nog een jaar voor we ook officieel naar buiten kwamen als koppel. We waren zeker van onze gevoelens, maar praktisch waren er toch bezwaren.”

Gert: “Ik studeerde toen nog in Delft en woonde daar het merendeel van de tijd. We hoorden elkaar elke dag, maar voor volledige toewijding was er nog geen ruimte.”

Iris: “De zomer na dat eerste kamp gingen we opnieuw mee als monitoren, en toen hadden we plots wél de drang om het allemaal officieel te maken. We waren overigens ook lang niet de enige moni’s die een koppel werden.”

Gert: “Ik vind dat ook niet zo gek. Uiteindeli­jk doe je iets heel altruïstis­ch, en deel je daarin lief en leed met elkaar. Dat werkt erg verbindend. De monitoren van die groep zijn allemaal vrienden voor het leven, en tussen sommigen is het ook méér geworden dan dat. Enkelen zijn al getrouwd en hebben kinderen. Met een paar koppels gaan we nog altijd jaarlijks op reis.”

Minder maar gelukkiger

Iris: “Nadien is het allemaal erg snel gegaan. Gert begon te werken, ik zat als student nog op kot in Gent. Omdat mijn kotgenote vertrok, kwam Gert bij mij inwonen. Sindsdien zijn wij constant samen geweest. In 2018 kochten we een appartemen­t in Ledeberg en gingen we officieel samenwonen.”

Gert: “We werkten beiden hard en spaarden zoveel we konden. Maar we voelden: we missen iets. Spanning. Avontuur.

Begin 2020 planden we een wereldreis. We wilden in een half jaar zo veel mogelijk van de wereld zien, met al wat we tot dan toe gespaard hadden.”

Iris: “En toen kwam corona. Onze droom lag aan diggelen, of dat dachten we. We hebben die extra tijd net kunnen benutten om nog meer te sparen en onze fantasie nog vrijer te laten. De zes maanden werden negen maanden, en met de extra centen konden we ook duurdere bestemming­en zoals Nieuw-Zeeland opnemen in onze reisroute.”

Gert: “In oktober 2022 namen we ontslag en vertrokken we. Vele mensen verklaarde­n ons gek. We hadden goeie jobs, Iris als leerlingbe­geleider en - ondersteun­er en ik als projectman­ager in de kernenergi­esector. We waren, net als velen, ook

“Werken, sparen en je leven al twintig jaar vooruit plannen, dat leek ons ineens zo absurd. Niemand weet hoe het écht zal lopen”

grootgebra­cht met het idee dat je hard moet werken en veel moet sparen. Maar dat maakte ons ongelukkig­er.”

Iris: “We hebben op onze wereldreis ook gezien hoe het allemaal anders kan. In sommige landen bots je op veel armoede, maar veel van die mensen zijn net heel zelfredzaa­m. Ze fixen het op de een of andere manier wel, ze doen het lukken met wat ze wel hebben. Ik heb daar veel van geleerd.”

Gert: “Onze omgeving was het niet altijd met ons eens, maar wij hebben gezien hoe less echt more kan zijn. En hoe minimalist­isch leven je net een pak gelukkiger kan maken. Werken, sparen en je leven al twintig jaar vooruit plannen, dat leek ons ineens zo absurd. Niemand weet hoe het écht zal lopen.”

Iris: “Vroeger hadden we meer en leefden we met veel meer comfort, maar voelden we ons niet voldaan. Nu hebben we veel minder en toch zijn we gelukkiger. Omdat je al je hele leven hebt gedacht dat het omgekeerd was, is die switch heel gek om zelf te ervaren.”

Snoezels

Gert: “Toen we van onze wereldreis terugkwame­n, wisten we: het is nog niet genoeg voor ons. Hoewel het plan was dat we beiden naar onze jobs zouden terugkeren, besloten we een reisblog te starten en als digital nomads te leven.”

Iris: “We zijn nu sinds enkele dagen terug na een, onze wereldreis incluis, twee jaar lange rondreis. Op korte termijn verdienen we geld met freelance-opdrachten, Gert vanuit zijn ingenieurs­achtergron­d en ik vooral met digitale marketing. En intussen profession­aliseren we onze blog en hopen we daarvan te kunnen leven.”

Gert: “We weten intussen zeker dat het nomadenbes­taan het juiste is voor ons. We blijven nu een tijdje in het Gentse, om een camionette om te bouwen tot een camper en er nadien mee door Europa te trekken. De meeste koppels kopen rond hun dertigste een huis, wij een camionette (lacht).”

Iris: “De afgelopen jaren zijn Gert en ik 24 uur op 24 samen geweest. In de gekste omstandigh­eden, de vuilste hostels en campers waarin we niet eens rechtop konden staan. Uiteraard ontstaan er dan eens wrijvingen, maar ruzie maken we nooit. We kennen elkaars gevoelighe­den en drukken die knoppen niet in.”

Gert: “Wat niet wil zeggen dat we elkaar geen ruimte gunnen. Toen ik leerde duiken, ging Iris even op yoga-retraite. We hebben elk onze eigen interesses, maar eerlijk is eerlijk: we missen elkaar wel metéén.”

Iris: “Snoezel, zo noemen we elkaar. Dat is ontstaan op dat allereerst­e kamp. De gasten die mee waren, hadden het vaak moeilijk met zintuiglij­ke belevingen, dus hadden we voor hen een snoezelrui­mte. Gert en ik brachten daar veel tijd door, ook onder ons tweeën, dus die koosnaam kwam vanzelf.”

Gert: “Ook onze familie noemt ons zo: ‘Ah, daar zijn de snoezels!’ En omdat we nu een nomadenbes­taan leiden, is dat ook de naam van onze Instagram-pagina en reisblog geworden: snoezels on the road.”

Iris: “We maken andere keuzes dan veel leeftijdsg­enoten, maar dat wil niet zeggen dat we niet dezelfde verlangens hebben. Ook wij willen ooit trouwen. En we hebben een kinderwens. In de camper die we verbouwen, gaan we daar rekening mee houden. Er moet een baby mee kunnen.”

Gert: “We hebben tijdens onze reizen gezien dat dit allemaal kan. Als er een kindje komt, zal dat misschien niet opgroeien in een gezin zoals we dat allemaal kennen, maar net dat typeert ons als individuen én als koppel: wij doen het op onze eigen manier.”

 ?? Carmen De Vos ?? “We hebben een kinderwens. In de camper die we verbouwen, gaan we daar rekening mee houden. Er moet een baby mee kunnen.”
Carmen De Vos “We hebben een kinderwens. In de camper die we verbouwen, gaan we daar rekening mee houden. Er moet een baby mee kunnen.”
 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium