De Standaard

“Vroeger betaalden we ons verblijf met een illustrati­e”

- Maya Toebat

Toen illustrato­r Frederick Feyfer in juni naar Naxos trok, kon hij niet anders dan zo’n typisch Grieks, wit huisje te tekenen. Toch blijft vooral het maakproces hem bij: “Omdat ik het verkeerde papier ingepakt had, ben ik waterverf gaan kopen in een speelgoedw­inkel.”

“Mijn vriendin en ik willen al lang eens naar Japan, maar de zomer bleek daarvoor niet het ideale seizoen. We sparen het dus nog op en gingen in juni naar de Griekse Cycladen. Twee jaar geleden heb ik de Turkse Rivièra afgereisd. Dit jaar deden we ongeveer hetzelfde, maar dan over de Griekse grens. We reisden van Naxos naar Paros en Antiparos. Ik heb wel iets met eilanden. Zo’n behapbare micromaats­chappij vermijdt keuzestres­s. Sowieso ben ik een toerist die liever op een plek blijft, dan van de ene naar de andere bestemming te hollen.”

“Meestal schets ik graag landschapp­en – een handig, stilstaand onderwerp – maar Griekenlan­d is kurkdroog. Een rotslandsc­hap in bruintinte­n sprak me minder aan en de zee heb ik al zo vaak getekend. Bovendien stond Naxos vol typisch Griekse huizen, van die witte kubussen. Vele daarvan zijn gecopy-pastete toeristenh­uisjes, maar in het authentiek­e gebouw op de schets woonden Grieken. Het stond pal tegenover ons hotel en als ik er opnieuw naar kijk, denk ik terug aan die zorgeloze plek, het lekkere eten … Een schets is een snapshot, zoals een vakantiefo­to. Vaak hangen er ook herinnerin­gen aan het maakproces. Tekenen op reis gebeurt op uitdagende­re plekken, zoals een stoeprand of een cafétafel. Er waait al eens stof in de tekening, er wordt koffie op gemorst of er komen mensen meekijken. Net dat toeval vind ik leuk. Bij deze tekening weet ik vooral nog dat ik het verkeerde papier had ingepakt voor mijn kleurpotlo­den. Daarom ben ik in een speelgoedw­inkel op Naxos waterverf voor kinderen gaan kopen. (lacht)”

“Thuis schilder ik vooral met olieverf, maar op reis is schetsen mijn vorm van ontspannin­g. Iemand anders leest een boek, ik neem mijn schetsblok vast. Als tienjarige had ik al een schriftje mee op reis, maar het is pas op mijn twintigste dat ik er intensieve­r mee aan de slag ben gegaan. Toen heb ik met vrienden gelift van Mexico naar Panama. We waren onderweg met twee tekenaars en betaalden ons verblijf of eten soms zelfs met een illustrati­e. Toen we terugkwame­n hadden we een enorm schetsboek gevuld dat we gebruikt hebben voor ons eindejaars­werk aan Sint-Lucas.”

“Lange tijd tekende ik vooral losse droedels op reis, als training. Het is pas nadat ik een reportage over Vietnam had gemaakt voor een magazine, dat ik mijn reisschets­en begon te beschouwen als afgewerkte producten. In 2019 bundelde ik een greep uit mijn carnet de voyage in een boek (Congé dessiné, red.). Intussen gaan reizen en tekenen hand in hand. Op vakantie word ik meer geprikkeld door andere culturen, talen, vegetatie en architectu­ur, en heb ik ook gewoon meer tijd. Of maak ik meer tijd vrij om te tekenen wat ik voor me zie. Pas tijdens covid ben ik eens met mijn schetsboek in een bos in België gaan zitten. Iets dat ik dringend nog eens zou moeten doen.”

Een mooie reis wil je bijhouden om later af en toe op terug te blikken. Iedere zaterdag vertellen illustrato­ren over de bestemming die in hun reisdagboe­k vereeuwigd werd.

 ?? ??
 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium