Hoe blijft de olympische vlam branden in de lucht?
Het was misschien wel het hoogtepunt van de openingsceremonie van de Spelen in Parijs, dag op dag twee weken geleden. Omstreeks half twaalf werd – eindelijk – de olympische vlam ontstoken. Ze ging bovendien de lucht in. Hangend aan een ballon rees ze tot zestig meter hoog, om daar te blijven zweven. Het was een prachtig tafereel, de lichtstad waardig.
Het is wel eerder een lichtje dan een vlam. Dat er onder de ballon een vuur hangt, is een illusie. Het zijn ledlampen die branden, veertig stuks. Brandend heet is het er al evenmin. De lampen bevinden zich in een wolk van waterdruppeltjes, die op die manier wordt verlicht. Dat is wat we zien. Vanop afstand lijkt de wolk zo op een brandend vuur.
De olympische vlam die boven de Tuilerieën in hartje Parijs zweeft, is een hommage aan de gebroeders Montgolfier. In 1783 lieten zij hier een van hun eerste heteluchtballonnen op. Maar deze ‘olympische ballon’ is geen montgolfière (hij drijft niet op hete lucht), maar wel een gasballon – een charlière in het Frans, naar een andere ballonvaartpionier. Hij is gevuld met heliumgas, dat lichter is dan lucht. “Het is een ballon captif”, zegt Mathieu Lehanneur, de ontwerper van de olympische vlam. “Hij hangt met een kabel vast aan de grond, anders vliegt hij weg.” In het Nederlands spreken we daarom van een kabelballon.
De ballon kan tot 5 ton optillen, genoeg voor enkele auto’s. Toch wegen de draagstructuur en de installaties voor de vlam samen maar 1,5 ton. “We hebben het gewicht van de lading minimaal gehouden”, zegt Lehanneur. “Zo blijft de ballon stabieler in de lucht.”
Uitstoot
Het water voor de verlichte wolk wordt vanop de grond langs een slang naar boven gepompt, waar het wordt verneveld en in het rond geblazen. En ook de elektrische stroom vloeit via een snoer naar de ledlampen. Voor Lehanneur was het zaak om waterslang en snoer zo goed mogelijk te verstoppen. Ze zitten gewikkeld rond de ankerkabel. “Je wilt dat er zo weinig mogelijk technische elementen te zien zijn, want die zijn nefast voor de poëtische lading van het schouwspel.” Om dezelfde reden gebeurt het dagelijkse oplaten en neerhalen van de ballon (overdag staat hij aan de grond) vanop afstand. “Zeker bij de openingsceremonie wilden we niet dat er behalve de twee toortsdragers ( die de vlam ‘aanstaken’, red.) mensen te zien waren.”
Doordat de olympische vlam op elektriciteit brandt en niet op fossiele brandstof, produceert ze zelf geen CO2. En als ze gevoed wordt door koolstofarme stroom, bijvoorbeeld van Franse kerncentrales, valt ook de totale uitstoot nog mee. Het concept van de ‘elektrische vlam’ is bedacht en ontwikkeld bij het Franse energiebedrijf EDF – het zou er inmiddels zelfs een patent op hebben. De innovatie moet de ambitie van de organisatoren van deze Spelen in de verf zetten om de broeikasuitstoot laag te houden. Aanvankelijk zouden ook de toortsen waarmee het olympische vuur werd rondgedragen volgens hetzelfde concept worden gemaakt. Maar het verlichte-wolkeffect bleek daarvoor niet sterk genoeg. De olympische toortsen zijn dus nog echte vuurfakkels.
Wat gebeurt er straks met de olympische vlam? Enkele Parijzenaars zijn al een petitie gestart om ze te behouden. Volgens Lehanneur staat niets dat in de weg. Behalve het gebruikelijke onderhoud zou de ballon wel een of twee keer per jaar een beetje bijgevuld moeten worden met helium.