India verliest invloed in Bangladesh, islamisten hopen er aan invloed te winnen
Bangladesh maakt zich zorgen over religieuze radicalisering. India, dat na het vertrek van Hasina er alle invloed kwijt is, vermoedt zelfs “duistere complotten” uit islamistische hoek.
Mohammed Yunus, de econoom en Nobelprijswinnaar die de nieuwe regering van Bangladesh zal leiden, kwam woensdag met een opgemerkte speech. Hij riep zijn landgenoten op om “niet de weg van het geweld te kiezen”. “Dat zou alles kapotmaken wat we nu bereikt hebben.” Yunus kwam donderdagmiddag in zijn thuisland aan vanuit Parijs en legde meteen de eed af als regeringsleider.
Zijn oproep staat niet los van het complexe machtsvacuüm dat Bangladesh nu is. Het land met 171 miljoen inwoners heeft een overwegend islamitische bevolking, maar er wonen ook 13 miljoen hindoes, 1 miljoen boeddhisten en honderdduizenden christenen. Onder Sheikh Hasina kregen politieke tegenstanders met islamistische ideeën geen enkele vrijheid. Formeel behield ze de scheiding tussen moskee en staat, al sloot ze af en toe een stilzwijgend compromis met radicale islamisten.
Maar nu ligt de weg open naar verandering, in alle mogelijke richtingen. In de nacht na Hasina’s vlucht vond in tientallen districten sporadisch geweld plaats tegen religieuze minderheden. De Jamaate-Islami, een partij die “Allah hoger plaatst dan het democratische proces”, opende woensdag voor het eerst weer een partijkantoor in de hoofdstad Dhaka. Het Bengaalse Hooggerechtshof had de partij in 2011 geweerd uit de verkiezingen omdat ze niet seculier genoeg was.
Tempels bewaken
Tegelijk kanten jonge studentenleiders zich net tegen de discriminatie van die religieuze minderheden. “Wij hebben samen de fascistische regering verslagen en weigeren ons te laten verdelen door religieuze passies”, aldus studentenleider Nahid Islam. Studenten gingen zelfs ’s nachts hindoetempels bewaken tegen mogelijk vandalisme.
Buurland India, waar de hindoenationalistische regering van Narendra Modi een bondgenoot zag in Hasina, reageert als door een wesp gestoken. “Sheikh Hasina is met Chinees goedkeuren aan de kant geschoven door de Pakistaanse geheime diensten en radicale groepen als Jamaat-e-Islami”, klinkt het in Indiase kranten. In een zeldzaam gebaar riep de regering in Delhi nagenoeg alle oppositiepartijen samen om te vergaderen over de crisis in Bangladesh. Zelfs de (seculiere) Congrespartij sloeg tijdens dat overleg alarm over “radicalen van over de grens”.
Heeft India een punt? Het idee dat islamisten achter de revolutie zaten, werd nog geplant door ministers van Sheikh Hasina, in de ergste dagen van de repressie. De regering in Dhaka claimde toen bewijzen te hebben, maar maakte die nooit concreet. “De islamistische demon is een bestseller op de markt”, waarschuwde de regeringskritische Bengaalse journalist Shahidul Alam op HimalMag. “De internationale gemeenschap valt ervoor, Hasina’s peetvader Modi is er gek op, en zelfs de Chinezen hebben er geen bezwaar tegen.”
Jamaat-i-Islami heeft een achterban op het Bengaalse platteland. Maar het is vandaag onduidelijk welk programma ze nastreeft, zeker met een regering geleid door technocraten als Yunus.
Anti-Indiaas sentiment
India’s fixatie op aartsvijand Pakistan, en tegenwoordig ook op concurrent China, leidt er verder toe dat Delhi zijn invloed in de regio met harde hand wil veiligstellen. Hasina’s partij kreeg waarschijnlijk Indiaas geld. Toen de VS eerder dit jaar sancties invoerden vanwege haar autoritaire koers, zette India haar uit de wind.
Beide landen hebben nochtans tegengestelde belangen, bijvoorbeeld rond het beheer van waterreserves. De handelsbalans tussen India en Bangladesh valt in het voordeel van India uit, net zoals recente akkoorden over grensgebieden.
En toen critici in Bangladesh wilden betogen tegen een bezoek van premier Modi, werden ze ineengeslagen door knokploegen van Hasina.
Delhi beschouwt Jamaat-e-Islami als een vehikel voor de Pakistaanse veiligheidsdienst. “Maar India ziet Bangladesh veel te eenzijdig door een veiligheidsprisma en dat verklaart de onbetamelijke diplomatieke omgang met ons”, vindt de Bengaalse politicoloog Ali Riaz in de podcast State of Southeast Asia.
Dat beleid keert nu als een boemerang terug. India is veel invloed en goodwill kwijtgespeeld bij de gewone Bengaal. “Ik heb zelden zo’n breed gedeeld anti-Indiaas sentiment gezien als vandaag”, aldus Riaz. “Dit is een seculiere revolutie en een revolutie van het volk, niet van één bepaalde partij”, benadrukt ook Shafqat Munir, hoofd van het Bengaalse Center voor Terrorismeonderzoek bij de Indiase krant The Print. “India moet af van zijn perceptie dat het alleen een relatie met Bangladesh kan hebben via de partij van Hasina.”
“We weigeren ons te laten verdelen door religieuze passies” Nahid Islam Studentenleider