De Standaard

“Ik heb lang geen diepvriesg­roenten meer willen eten”

Theatermak­er en actrice Silke Thorrez heeft allerlei vakantiejo­bs gedaan, maar niets was zo’n rollercoas­ter als die ene zomer in de fabriekswe­reld.

-

“Ik kom van het hardwerken­de West-Vlaanderen, dus mijn ouders wilden mij al van kinds af aan meegeven dat je soms ook in vakantiepe­riodes hard moet werken. Dat was zowat de norm in de Westhoek, ik herinner me de lichte spanning op school nog levendig. Rond mei begon iedereen te zoeken naar een vakantiejo­b. Bijna alle gesprekken gingen erover: ‘Heb je al iets gevonden’, ‘zouden ze daar nog studenten zoeken’ of ‘waar ga jij werken deze zomer?’”

“Ik heb allerlei vakantiejo­bs gedaan, van klanten bedienen in het plaatselij­ke kruidenier­swinkeltje tot tabak naaien bij een boer. Ik heb van alles gezien, gehoord en meegemaakt. De zomer die ik als vijftienja­rige jobstudent beleefde, blijft toch de meest frappante. Ik mocht aan het werk in de diepvriesf­abriek, waar groenten zoals wortels of bloemkool ingevroren worden en dan in zakken gedaan om te verkopen.”

“Ik stond aan de band bij de boontjes en mijn taak was heel simpel: de vieze boontjes eruit halen. Het was enorm koud in die fabriek, dus ik kleedde mij altijd superwarm, met thermisch ondergoed en fleecetrui­en. Het was niet de meest uitdagende job, maar dat vond ik niet erg. Ik ben best chaotisch en vond het wel leuk om een geroutinee­rde taak te hebben. De machines maakten immens veel lawaai, dus iedereen stond er met een koptelefoo­n. Ik vond het zalig om urenlang muziek te luisteren en zo mijn boontjes te doppen. Letterlijk en figuurlijk.”

“Om de groentjes wat smaak te geven, passeren ze voorbij een lookspray. Die was kapot, dus werd ik omgetoverd tot levende lookspray”

“Na twee weken vieze boontjes spotten aan de band, hadden ze opeens een andere job voor mij. Plots stond ik met mijn thermisch pakje in een heel warme ruimte. Om de groentjes wat smaak te geven, passeren ze eerst voorbij een lookspray. Die was kapot, dus ze hadden er niets beters op gevonden dan mij om te toveren tot levende lookspray. Ik moest mezelf klein maken en tussen twee machines persen om vanaf daar lookpoeder bij de groenten te doen.”

“Dat was echt het gênantste en absurdste dat ik ooit al heb moeten doen. Ik weet nog goed hoe ik daar zat te huilen. Ik dacht: ‘dit is niet normaal, dit mag volgens mij niet eens’. En toch heb ik een hele dag oververhit tussen die twee machines gezeten. Toen ik ’s avonds thuiskwam, stonk ik uren in de wind en deed mijn hele lijf pijn. Mijn ouders waren woedend en hebben me niet meer terug laten gaan.”

“Later die zomer ben ik nog twee weken in de fabriek van Jules Destrooper gaan werken. Dat was een hele leuke vakantiejo­b. Je mocht er oneindig veel eten van de gebroken koekjes – en geloof mij, dat waren er tonnen vol. Daarbij had ik ook nog eens een zalige collega. Zij was in de veertig en werkte daar omdat ze met het ploegensys­teem meer tijd had voor haar kindje. Een supertoffe ervaring.”

“Een vakantie van extremen dus. Ik heb er wel veel uit geleerd. Al was het maar hoe onmisbaar elk klein deeltje van een machine is. Ik heb lange tijd geen diepvriesg­roenten meer willen eten. Laat staan look. Maar dat is ondertusse­n gelukkig helemaal verteerd. Ik heb bakken respect voor de mensen die elke dag opnieuw in deze sector werken.”

Een hele zomer optreden als mimespeler in India of verkleed als clown autoramen wassen. In deze reeks halen bekende mensen herinnerin­gen op aan hun geweldigst­e, zotste of vreselijks­te vakantiejo­b.

 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium