Dit woonzorgcentrum bouwt benzo’s af: “We zien mensen heropleven”
Heel wat bewoners van woonzorgcentra nemen benzodiazepines, vooral slaappillen. Dat kan anders, merkt het wzc Moervaartheem. Het ging de strijd aan tegen de benzo’s. “Ik voel me beter. Rustiger. Mentaal frisser.”
Na elke maaltijd krijgen de bewoners van het woonzorgcentrum Moervaartheem in Wachtebeke een klein kartonnen potje met pilletjes in. De verpleegkundigen dragen ze met veel zorg rond in de grote leefruimtes. Bij sommigen volgt er na het dessert – een stuk fruit op vrijdag – maar één pil, bij anderen zijn het er meer.
Heinrich Weinants slikt er tien per dag, vertelt hij even later op zijn kamer. Als 56jarige is hij een atypische bewoner. Hij raakte verlamd aan zijn benen tijdens een operatie en rijdt in een elektrische rolstoel rond. “Een halfjaar geleden nam ik nog veel meer pillen”, vertelt hij trots. “Meer dan vijftien.” De tol daarvan was zwaar: hij was suf en verdwaasd. Dat lag vooral aan de slaapmedicatie – een benzodiazepine. Hij nam die al jaren. Na de operatie had hij ’s nachts last van spasmen. Aan afbouwen dacht hij niet. “Toch ben ik nu blij dat ik het gedaan heb. Ik voel me veel beter. Rustiger. Mentaal frisser.”
Het woonzorgcentrum, dat deel uitmaakt van de zorggroep vzw Zorg-Saam ZKJ, startte enkele maanden geleden een traject met zestig van de tachtig bewoners. Samen met huisartsen, verpleegkundigen, de apotheek en een doctoraatsstudent van de UGent nemen ze alle medicatieschema’s nauwkeurig door. Veel zaken – zoals calcium, maagbeschermers of zakjes voor de stoelgang – zijn zo verdwenen, zegt Paul De Leeuw, hoofdverpleegkundige van het wzc.
Een van de grootste doelen was het gebruik van benzodiazepines terugdringen. “Heel veel bewoners nemen al jaren slaappillen”, zegt De Leeuw. Die vaststelling wordt bevestigd door nieuwe cijfers van IQVIA, dat de verkoop van benzo’s in ons land analyseerde. Vorig jaar namen meer dan 2 miljoen mensen de psychofarmaca. Vooral gepensioneerden gebruiken de medicatie langdurig. “Soms werd het voorgeschreven voor agressie, een depressie of zelfs een alcoholprobleem. Alleen: die medicatie is – door de leeftijd en de omgeving – niet meer nodig”, zegt hij.
Grove borstel
Benzo’s komen altijd maar terug, merkt Sofie Creve. Zij is apotheker bij de Gentse Coop-keten en is gespecialiseerd in de optimalisering van medicatieschema’s bij bewoners van woonzorgcentra. Creve gaat bij iedere bewoner “met de grove borstel” door de medicatie. De keten levert aan zo’n 65 instellingen, verspreid over drie provincies.
Vooral de benzo’s die als slaapmedicatie worden gebruikt, worden door het wzc en de apotheek geviseerd. Met angstremmers zijn ze erg voorzichtig. “Bij slaapmedicatie is het een doel om volledig te stoppen”, benadrukt Creve. Dat doet ze door zelf afbouwschema’s op te stellen. Daarbij horen magistrale bereidingen: pillen die de apotheek zelf maakt. Als er op de markt alleen een dosis van 1 mg beschikbaar is, maakt de apotheek zelf een dosis van 0,8, 0,6, 0,4 en 0,2 mg.
Creve merkt dat heel wat huisartsen eerst terughoudend zijn. “Veel artsen zeggen dat de patiënt oud is en het niet veel zin meer heeft, dat hij of zij er hard aan vast hangt, enzovoort. Maar we zien mensen echt opleven. De meerwaarde is er.”
Sara Van Thuyne, de coördinerend en raadgevend arts van het wzc, bevestigt dat later aan de telefoon. “Vaak durven artsen iets niet stop te zetten, uit schrik dat patiënten bijvoorbeeld zouden afkicken.”
Het is een oude gewoonte die gelukkig aan het verdwijnen is, merkt ze. “Vooral de stopdatum van medicatie wordt vaak vergeten. Maar door samen te werken met apothekers, artsen en verpleegkundigen, halen we er echt veel uit”, zegt ze. Hoewel het erg tijdrovend is, noemt ze het traject “bijzonder waardevol”.
In het woonzorgcentrum merken ze de voordelen erg duidelijk. Er zijn minder valincidenten overdag, en bewoners zijn helderder en socialer, merkt De Leeuw. “Dit gaat echt over levenskwaliteit teruggeven.”
Ook de 85-jarige Rosa ervaart dat zo. Ze bouwde de benzo’s af, maar is gestopt bij een minimale dosis. “Door mijn parkinson neem ik nog iets”, zegt ze daarover. Naar eigen zeggen is het nu leuker, zeker het sjoelbakken en de bingo, en slaapt ze vaker door. Al is het altijd wat. Een halfjaar geleden brak ze een heup, ze is nog steeds aan het revalideren.
’s Nachts wakker
Het wzc merkt duidelijk de voordelen. Er zijn minder valincidenten overdag, en bewoners zijn helderder en socialer
Om slaapmedicatie succesvol af te bouwen, is er vooral een motivatie bij de patient nodig. Maar het wzc veranderde ook zijn visie en project. Er wordt meer ingezet op activiteiten overdag. De buurt wordt vaker betrokken. Het eten is gezonder en gevarieerder, de personeelsbezetting iets hoger. In de gang hangen postkaartjes als bewijs. Senioren staan er in allerlei landschappen op gefotoshopt. “Elke week gaan ze hier naar een ander land op reis”, aldus De Leeuw.
Een nieuwbouwvleugel maakt die nieuwe aanpak een stuk gemakkelijker. “Vroeger zaten bewoners vaker alleen op hun
kamer. Dat werkte niet alleen eenzaamheid in de hand. Ze vielen soms ook overdag in slaap, wat niet hielp voor de nachtrust”, zegt De Leeuw.
Een laatste belangrijke aanpassing was om de mensen niet te vlug in bed te leggen. “Wie maar zes uur slaap nodig heeft en al om negen uur naar bed gaat, is om drie uur ’s nachts wakker”, illustreert De Leeuw. Die aanpassing is in een wzc, waar met shiften gewerkt wordt, niet evident. “De late ploeg wilde iedereen in bed hebben voor de nachtploeg begon. Het vraagt wat aanpassing, maar nu hoeft niet iedereen al in bed te liggen.” Het plaatje klopt daardoor, merkt De Leeuw. “Drogeren en opsluiten: dat is al lang verleden tijd.”