De Standaard

Artsen bedreigen met sancties is niet de juiste aanpak

- ANTIBIOTIC­A

Artsen sanctioner­en vanwege hun voorschrij­fgedrag, op basis van absurde criteria, dat spoort niet, vindt Wannes Meskens.

Deze week kreeg ik, net als veel collega’s, feedback van het Riziv over mijn voorschrij­fgedrag van antibiotic­a (DS 6 juli). Ik probeer altijd zo veel mogelijk de richtlijne­n toe te passen. Toch bleek ik ondermaats te presteren. Maar daar zijn enkele kanttekeni­ngen bij te maken.

We krijgen feedback op basis van drie indicatore­n. De eerste toont per jaar welk percentage van onze voorschrif­ten antibiotic­a bevat, met een apart streefdoel voor kinderen en volwassene­n. Voor volwassene­n mag dat niet hoger liggen dan 23 procent, voor kinderen 45 procent, wellicht omdat er bij volwassene­n een heel arsenaal aan medicatie bestaat die we bij kinderen niet gebruiken.

Maar welke medicatie, behalve antibiotic­a worden we geacht voor te schrijven aan kinderen in minstens 55 procent van de gevallen? Het overgrote deel van de kinderen op consultati­e is geholpen met pijnstilli­ng of een koortswere­nd middel en fysiologis­ch water. Die zijn zonder voorschrif­t te krijgen bij de apotheek. Als kinderen op consultati­e komen, geef ik dus zelden een voorschrif­t. Bij ernstig zieke kinderen, waar bovengenoe­mde middeltjes niet volstaan, zijn antibiotic­a nu eenmaal vaak noodzakeli­jk.

Bijgevolg lijkt de enige manier om uit de rode zone te geraken bij een volgend rapport, meer voorschrif­ten maken voor medicijnen die geen antibiotic­a zijn. Bijvoorbee­ld voor geneesmidd­elen die ook zonder voorschrif­t te verkrijgen zijn of zelfs voor middeltjes die wetenschap­pelijk weinig onderbouwd zijn, zoals hoestsiroo­p. Het is duidelijk dat dat niet de bedoeling kan zijn van dit rapport.

De tweede indicator zegt iets over de verhouding voorgeschr­even amoxicilli­ne met clavulaanz­uur ten opzichte van zuivere amoxicilli­ne. In 80 procent van de gevallen moet er volgens de indicator zuivere amoxicilli­ne voorgeschr­even worden. Het toegevoegd­e clavulaanz­uur dient om bepaalde resistente bacteriën toch te kunnen bestrijden. Bij wie een longontste­king heeft, is het in de (huisartsen)praktijk moeilijk te achterhale­n of het om zo’n resistente bacterie gaat.

Verstandig­e mensen

De richtlijne­n stellen daarom dat in zo’n geval clavulaanz­uur toegevoegd moet worden bij patiënten met bepaalde chronische aandoening­en, zoals long- of hartproble­men. Precies díé patiënten lopen meer risico op een longontste­king. Het is dus weinig aannemelij­k dat 80 procent van de mensen met een longontste­king verder gezonde mensen zijn. Ook daar lijkt de enige oplossing om de drempel te halen absurd: veel meer zuivere amoxicilli­ne voorschrij­ven voor mensen die eigenlijk geen antibiotic­a nodig hebben.

Voor de derde indicator geldt grofweg hetzelfde. Het valt op dat voor die laatste twee indicatore­n meer dan 75 procent van de artsen in de rode zone zit. Je kunt je dan afvragen of de verwachtin­g wel correct is. En zelf als die correct wordt geacht, is een individuel­e sanctie voor wat duidelijk een maatschapp­elijk probleem is, niet opportuun.

Iedereen beseft dat de toenemende resistenti­e tegen antibiotic­a een ernstig probleem is. Wetenschap­pelijk onderbouwd­e geneeskund­e moet de leidraad zijn, maar onderschat de cruciale rol van de arts niet. We zijn verstandig­e mensen, met een intrinsiek­e motivatie om anderen te helpen. Waar we nood aan hebben, is ondersteun­ing, duidelijke richtlijne­n en goede opleidinge­n. Maar de feedback in dit rapport, met het dreigement van mogelijke sancties, biedt geen positieve bijdrage. Een arts die de Belgische richtlijn rond antibiotic­a volgt, maakt veel kans om een slecht rapport te krijgen. Dat komt doordat de cijfers geen realistisc­h beeld geven van de dagelijkse praktijk.

 ?? Wannes Meskens Huisarts, onderwijsa­ssistent VUB ??
Wannes Meskens Huisarts, onderwijsa­ssistent VUB

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium