Achter dood Indiase landarbeider, schuilt wijdverspreide uitbuiting
Landarbeider Satnam Singh (31) verloor een arm tijdens het werk. Zijn baas liet hem gewoon doodbloeden. Singhs dood is maar het topje van een ijsberg, zegt socioloog Marco Omizzolo, die undercover werkte in de sikh-gemeenschap.
“Een tragisch ongeval met een landarbeider die zich lichtzinnig gedroeg.” Zo omschreef Renzo Lovato, de eigenaar van het landbouwbedrijf waar Satnam Singh werkte, diens dood tijdens een interview. Maar het was geen ongeval, vermoedelijk wel moord. Op 17 juni raakte de Indiase landarbeider verstrikt in een verpakkingsmachine in Lovato’s bedrijf. Daarbij werd zijn rechterarm afgerukt.
Lovato’s zoon Antonello zag het gebeuren. In plaats van de hulpdiensten te verwittigen, laadde hij Satnam Singh en diens vriendin Soni in zijn bestelwagen en dumpte hij de levensgevaarlijk gewonde man thuis, waarna hij het hazenpad koos. Een buurman belde wel de hulpdiensten en vond achteraf nog Singhs afgerukte hand in een fruitkist die achtergelaten werd bij de woning. Singh werd per helikopter naar een ziekenhuis in Rome gevlogen, waar hij twee dagen later overleed. Volgens de wetsdokter had hij het wellicht overleefd, als hem tijdig hulp was geboden. Antonello Lovato zit in de cel op verdenking van moord.
Voor 5 euro per uur
De gruweldood van Satnam Singh, die drie jaar geleden vanuit het Indiase Punjab naar Italië was gereisd, maakt veel los bij de grote sikh-gemeenschap in Latina. Het drama wakkert ook het grotere debat over de uitbuiting van migrantenarbeiders in de landbouw weer aan. Marco Omizzolo, socioloog aan de universiteit La Sapienza in
Rome, kent de sikh-gemeenschap van binnenuit. “Ik groeide zelf op in de provincie Latina en kwam als vrijwilliger met de Indiase landarbeiders in contact”, vertelt Omizzolo, tijdens een gesprek aan Piazza Vittorio Emanuele II in Rome, een wijk met veel Aziatische en Indische buurtwinkeltjes. “In 2008 besloot ik een doctoraatsonderzoek aan hen te wijden. Ik ging anderhalf jaar bij de sikh-landarbeiders wonen, en daarna heb ik ook drie maanden met hen, vermomd als sikh-arbeider, op het land gewerkt.”
“Landbouwers en andere werkgevers spelen onder één hoedje met mensensmokkelaars om migranten naar Italië te halen”
Marco Omizzolo
Socioloog
Hij liet zijn haar en baard groeien, droeg af en toe een tulband, en hield vooral zijn mond. De sikhs wisten wie hij was, de Italiaanse bazen hadden geen idee. “Het was loodzwaar, zowel fysiek als mentaal”, zegt Omizzolo. “Ik werkte veertien uur per dag, elke dag van de maand, soms ook
’s nachts.” Hij weet niet wat er gebeurd zou zijn als hij was ontmaskerd, maar “de reactie zou sowieso gewelddadig zijn geweest.
In de landbouw zijn verschillende maffiatakken actief.” Al acht jaar staat Omizzolo onder politiebescherming.
Vier Indiase koppelbazen gaven Omizzolo in die maanden werk bij zes landbouwbedrijven. Hij stond zijn loon – 5 euro per uur - aan hen af, in ruil voor hun hulp en vooral hun discretie. “De koppelbazen zijn zelf immigranten die iets beter Italiaans spreken en het juridische systeem onder de knie hebben. Zij staan tussen de landarbeiders en de Italiaanse bazen, en zijn wat betreft de uitbuiting van arbeiders absoluut een deel van het probleem.”
Satnam Singh zou volgens de Italiaanse media 4 euro per uur hebben verdiend. In het zwart, meteen ook de reden dat de eigenaar van het bedrijf het ongeval probeerde te verdoezelen. “En die gemiddeld 4 tot 6 euro per uur is dan al een verhoging”, zegt Marco Omizzolo, “want toen ik er werkte, verdienden sommige landarbeiders amper 50 vijftig cent per uur.”
Groet aan Mussolini
Het bracht de socioloog en activist ertoe om in 2016 samen met de vakbond een staking in Latina te organiseren, waaraan 5.000 landarbeiders deelnamen. “Het sectorcontract voor landarbeiders voorziet nu in een bruto uurloon van 9 euro voor zes uur werk”, zegt Omizzolo. Maar dat geldt natuurlijk alleen voor wie niet zwartwerkt. Van de naar schatting 30.000 Indiase landarbeiders in de provincie Latina werkt zo’n 30 procent zonder arbeidscontract.
Met uitbuiting hangt ook vernedering samen. “De landarbeiders moeten hun werkgever steevast ‘ padrone’ noemen, enkele stappen achteruit zetten en het hoofd buigen als ze met hem praten”, vertelt de socioloog. De streek van Latina was vroeger een moerasgebied, dat tijdens het fascisme is drooggelegd. In sommige landbouwbedrijven, weet Omizzolo, staan nog bustes van Benito Mussolini, die de arbeiders voor hun shift soms moeten groeten.
“In 2016 kreeg Italië een strenge wet tegen koppelbazen,” erkent Omizzolo,
“maar alleen repressief optreden is niet genoeg. Toen ik op het land werkte, heb ik niet één arbeidsinspectie meegemaakt.” De Italiaanse arbeids- en migratiewetten moeten hervormd worden, stelt de socioloog, want die werken nu de uitbuiting in de hand. “De Italiaanse regering stelt quota in om buitenlandse arbeidskrachten naar Italië te halen. Maar landbouwers en andere werkgevers spelen onder één hoedje met mensensmokkelaars om migranten naar Italië te halen”, zegt Omizzolo.
“Migranten betalen 10.000 euro om naar Europa te reizen, op belofte van een mooie baan. Maar de smokkelaar en de werkgever verdelen onderling dat geld. Eens in Italië staat de migrant werkloos op straat.” De nieuwkomer, die in zijn thuisland een grote schuld heeft uitstaan, is daarna geneigd eender welke baan te accepteren.