Wat heeft Oranje dat België niet heeft?
Sinds dat fantastische WK van 1974 nam Nederland deel aan twintig grote toernooien. Daarvan bereikte Oranje liefst elf keer minstens de halve finale. Na de 2–1-zege tegen Turkije staat het er nu alweer. Wat heeft Nederland dat België niet heeft?
In Europa doet enkel het vijf keer grotere Duitsland beter de jongste vijftig jaar: 16 keer minstens de halve finales van een EK of WK bereikt op 26 deelnames. Ter vergelijking: sinds het WK 1974 nam België deel aan vijftien grote toernooien. De Rode Duivels bereikten drie keer de halve finales en alleen op het EK 1980 de finale. Nederland speelde vier finales: drie WK-finales werden verloren, één EK-finale gewonnen.
Hoe is dat te verklaren? Is het het Oranje-legioen dat telkens weer uitrukt en de spelers boven zichzelf laat uitstijgen? Is het een mentaliteit die er van jongs af aan ingeslepen is? Of het ongebreidelde zelfvertrouwen? Misschien de houding van de Nederlandse pers die, in tegenstelling tot de Oranjefans, niet meteen de polonaise inzet na het bereiken van een volgende ronde en zo de boel op scherp houdt? Ook nu bleven de journalisten weer kritisch.
Veel gezeur
Er blijkt moeilijk een eenduidig antwoord op te formuleren, maar het patroon is meestal gelijkaardig. Behalve op dat historische WK 1974, toen Nederland overheerste maar in de finale van Duitsland verloor, starten de succesvolle toernooien met gezeur over het spelniveau. “In Nederland moet je niet alleen winnen, je moet ook nog goed spelen”, zegt Nederlands bondscoach Ronald Koeman daarover.
Dus gingen de analisten, journalisten en een deel van het publiek weer aan het klagen na die matige groepsfase met winst tegen Polen (2-1), een gelijkspel tegen Frankrijk (0-0) en vooral na het verlies tegen Oostenrijk (2-3). Dat was niet anders bij twee van de drie WKfinales die Nederland al speelde, in 1978 en 2010, toen men zich in de groepsfase ook afvroeg waarom Oranje zo matig speelde. Matig wel naar de standaard die de Nederlandse media van hun team verwachten.
“Jullie mogen best kritisch zijn na vanavond”, zei Ronald Koeman na de winst op Turkije. “Maar we hebben het gedaan op de manier waarop we het in het verleden al regelmatig voor elkaar hebben gekregen. Er zit karakter in deze groep, dat wordt wel eens vergeten. Het gaat niet alleen om het talent dat we al dan niet hebben.”
Minste puur talent
Van de vier halvefinalisten heeft Nederland op dit toernooi het minste puur talent. Het is dus geen favoriet voor de eindwinst, nog altijd niet en zeker niet bij de Nederlandse pers. Een deel ervan gruwt van een speler als Wout Weghorst die meer gebreken dan talenten lijkt te hebben.
“Weghorst? Ga weg, die jongen kan niet voetballen”, vertelde extoptrainer Aad de Mos afgelopen weekend nog over de 31-jarige spits uit Overijssel. Maar Weghorst beschikt over een ongeëvenaarde wedstrijdmentaliteit. Hij tikte zaterdag tegen Turkije als meeverdedigende aanvaller de bal net voor een aanstormende Turk weg, anders was het 0–2 en boeken toe geweest. Weghorst ligt nog onder contract bij Burnley, de ex-club van Vincent Kompany, en bracht wat Nederland in de eerste helft miste: intensiteit.
Ronald Koeman weer: “We krijgen vaak kritiek. Of het spel is niet goed, of we tonen te weinig karakter. Als de tegenstander geen grote naam is, denken we nog altijd dat we wel even winnen. Er zijn geen kleintjes meer. We moeten trots zijn op wat Nederland steeds weer presteert. We kunnen wel degelijk karakter tonen. Dat was vandaag zo en in het verleden. We hebben een groot hart, we hebben het nog maar eens getoond. We hebben afgezien, maar het is een groot succes om nog eens die halve finale te bereiken. We zijn een klein land en we staan weer in de halve finales met grote landen als Engeland, Frankrijk en Spanje. Dat is toch de top van Europa?”
Oranje muur
Talent gepaard aan wedstrijdmentaliteit. Er moet toch meer zijn? “Neem de supporters er ook maar bij”, zegt Man van de Match Stefan
De Vrij, de verdediger die de gelijkmaker binnenkopte. “Als je die oranje muur ziet, dan komt er iets extra’s in je los. Dan besef je dat voetbal een land weer kan samenbrengen.”
Er is ook de kritiek die het elftal op scherp houdt. Dat merk je aan de persconferenties van Ronald Koeman, die daarbij allerminst in een kramp schiet. In tegenstelling tot andere bondscoaches die hun spelers tot in het oneindige beschermen, deinst de Nederlandse bondscoach er niet voor terug na een mindere wedstrijd man en paard te noemen. Er was dan ook zowaar een verdoken oproep van Koeman om niet te verslappen. “We moeten kritisch blijven kijken, niet alles was goed”, sloot hij af met een knipoog, uitkijkend naar alweer een halve finale.
“We krijgen vaak kritiek. Maar we zijn een klein land en we staan weer in de halve finales met grote landen als Engeland, Frankrijk en Spanje. Dat is toch de top van Europa?” Ronald Koeman Bondscoach Nederland