Zwartkijken
Als je hem googelt, kom je bij Coolblue terecht. Dat is de enige Pieter Zwart die het tot Wikipedia heeft geschopt. De oprichter van die multimedia-winkelketen predikt, zo leert een snelle blik op de zoekresultaten, dat geld niet gelukkig maakt, een stelling die de in blauw en oranje getooide werknemers van zijn bedrijf niet worden geacht aan den lijve te ondervinden.
De ware Pieter Zwart is een voetbaljournalist. En een nerd – sinds de onovertroffen en onstuitbare opkomst van Lieven Scheire (en vooruit, ook een heel klein beetje dankzij Bill Gates) is dat gelukkig geen scheldwoord meer. Zwart is een van de hoofdredacteuren van VI, Voetbal International. Dat was eerst een steengoed voetbaltijdschrift, werd later ook een spraakmakende voetbaltalkshow op de Nederlandse commerciële televisie. Voor beide hoedanigheden was Johan Derksen, kaviaarhippie met hangsnor, verantwoordelijk.
Het tv-programma, gepresenteerd door de aalgladde vakman Wilfried Genee, met in het vaste panel naast Derksen ook René van der Gijp, ex-spits van Lokeren, was toegesneden op de macho voetballiefhebber. De voetbalkenners schuwden de anekdotes niet, gelardeerd met humor die steeds vaker en opzettelijker langs ranzigheid scheerde. Reputaties werden gemaakt en gekraakt, onderlinge ruzies ontstonden, af en toe verdwenen ze daarom zelfs van antenne, maar niemand wilde de kip met de gouden eieren echt slachten, en dus kakelt ze nog steeds.
Inmiddels heet het programma Vandaag inside en is het gevecht om de niet-sportliefhebber aangegaan. De tafelgasten beperken zich niet langer tot voetbal, maar tackelen allerlei onderwerpen, ook, en niet gehinderd door echte kennis, politiek. Dat Geert Wilders er luttele dagen voor de verkiezingen mocht ginnegappen met de old boys van het bolwerk, heeft zeker een rol gespeeld in diens eclatante verkiezingszege.
Derksen is ook de man die VI, in zijn nadagen als hoofdredacteur, voor de ondergang heeft behoed. Het aantal abonnees liep terug, het blad werd afgestoten door de uitgever van weleer, de legendarische redactie in Gouda lag op apegapen. Toen zijn journalisten een stuk over een crisis bij Ajax niet helemaal rond kregen, struinde de Snor op een supportersforum van de Amsterdammers en botste daar op een haarfijne voetbalanalyse. Enig zoekwerk later bleek die van de hand van een zestienjarige knul. Die prompt werd uitgenodigd (Derksen kennende eerder geconvoceerd) en aan de redactie toegevoegd.
Dat bleek een perfecte redactie – geef maar toe, u las dat woord met een foute klemtoon, had ik dat willen vermijden, had ik wel reddingsactie geschreven. VI bestaat nog altijd op papier, en moge dat nog lang zo blijven, maar vervelde toch vooral tot een fantastische website en app. Ik betaal al jaren met plezier mijn maandelijks lidgeld voor het PROgedeelte.
Zwart ziet zijn functie in het driekoppige team van hoofdredacteuren gelukkig niet als louter sturend en stuwend, neen, hij blijft verbazingwekkend productief. Ik heb in al die jaren een haatliefdeverhouding met hem ontwikkeld.
Eerst was ik professioneel jaloers. Hij kwam met analyses die ik niet alleen niet zou kunnen brengen, maar die ik ook nauwelijks begreep – een aanslag op mijn voetbalego. Zwart lezen na een wedstrijd die je hebt becommentarieerd, is niet zonder gevaar. Soms heb ik wel eens 70 procent meegegeven van wat hij nadien beschouwt, maar nooit méér, en, toegegeven, vaak minder. Dat komt doordat hij voetbal op een volstrekt analytische manier bekijkt. Hij ziet het als een onfeilbaar strategisch bordspel, ik als een tijdverdrijf van de feilbare mens – exact de omschrijving voor mijn rol in het circus.
Waar coaches geregeld nog metaforisch in de dug-out van weleer zitten en voetbal dus vanop grashoogte bekijken, is Pieter Zwart een drone die boven het veld zweeft
Uiteraard is Zwart een adept van de honderden statistieken die inmiddels uit voetbal worden gepuurd. Maar wie hem tot een data-analist reduceert, doet de waarheid geweld aan. Zwart kijkt dwars door wedstrijden heen, zoals de kluizenkraker in een heistfilm brandkasten opent. In zijn hoofd wemelt het van mogelijke posities, wordt voetbal beslist door spelers die op het juiste moment vier meter meer naar binnen gaan staan. Steeds gaat hij er vanuit dat een dergelijke zet er komt op vraag van de coach. Zelf vermoed ik dat hij vaak meer ziet dan wat beoogd werd. Trainers klikken na de match stiekem zijn analyses aan, onder een alias. En zijn stomverbaasd, als een auteur die beduusd is over de easter eggs die een recensent in zijn roman ontwaart. Waar coaches geregeld nog metaforisch in de dug-out van weleer zitten en voetbal dus vanop grashoogte bekijken, is Pieter Zwart een drone die boven het veld zweeft.
Wat met de ingeving, de onvoorspelbare actie die een match kan beslissen? Met een zweem van spijt om het verbreken van de natuurlijke orde der dingen, legt hij ook dan uit waarom dat talent tot die klasseflits kon komen, onttovert hij het onvoorspelbare, kleedt hij de keizer uit. Misschien speelt daar wel de wraak van het jongetje dat bij voetballen op de speelplaats steevast als laatste in de teams werd gekozen. Mijn voeten een ramp? Dan maak ik van jullie sport wel hersenbal.
Bewonderenswaardig is dat VI, in de ratrace naar clicks en abonnees, de lat niet lager maar hoger heeft gelegd – geen Youtubers of influencers bevuilen hun platform. En dat Zwart zijn kennis met de wereld deelt. Ongetwijfeld wordt hij goed betaald, maar bij de Manchester City’s van deze wereld zou hij een veelvoud kunnen opstrijken – van dat niveau is hij zonder enige twijfel. Dan was hij fluisteraar van Guardiola, werd die nog wat beter in het lezen van matchen.
Nu zijn we met velen die ervan profiteren. Ik heb me met zijn almacht verzoend, ben niet langer bevreesd om zijn analyses aan te klikken als ik na een wedstrijd door een stad vol hossende supporters terug naar mijn hotel wandel. Steeds vaker ontsnapt me dan een grijns bij het evangelie van de man die, als ze bij Van Dale eens willen winnen van Wikipedia, in de volgende versie van de Dikke het lemma ‘zwartkijken’ van een extra betekenis voorziet.
Filip Joos is voetbalcommentator voor de VRT en Play Sports. Zijn column verschijnt wekelijks op zaterdag.